‘Een limiet op de lonen zou het land welvarender maken’
Dries Buytaert, medeoprichter van het informaticabedrijf Acquia, ziet wel wat in een maximumloon. Op Twitter stuurt hij zijn 29.000 volgers door naar Matthew Yglesias op Vox.com. Die pleit voor een maximumloon, naar analogie met het minimumloon. Buytaert zelf heeft uitzicht op bovengemiddelde inkomsten. Acquia wil in 2015 naar de beurs.
De Britse economist Simon Wren-Lewis noemde in juli de discussie over het maximumloon een taboe in de meeste kringen. “Maar de case voor een maximumloon of iets wat er sterk op lijkt – bijvoorbeeld een marginale belastingvoet die veel te hoog is om een betekenisvolle inkomensverhoging over te houden – is verrassend sterk”, schrijft Harvard-alumnus Matthew Yglesias, een Amerikaanse journalist die wel vaker tegendraads uit de hoek komt.
Thought-provoking case for a maximum wage (rather than a minimum wage) http://t.co/8ePQo3Tv77
— Dries Buytaert (@Dries) August 7, 2014
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Maximumlonen bestaan al, zelfs in de VS. Yglesias verwijst naar de NBA-basketbalcompetitie, die de vergoedingen beperkt. Hoogvliegers Kobe Bryant en Dirk Nowitzki verdienen daardoor dit jaar slechts 23,5 en 22,7 miljoen dollar bij hun clubs, volgens Forbes. De beperking leidde tot een loonstijging voor minder bekende spelers – de loonspanning is nu 1 op 20, beginners buiten beschouwing gelaten – en tot de vaststelling dat toppers echt niet stoppen omdat ze niet méér verdienen, schrijft Yglesias.
Tijdens de oorlogsjaren was de belasting op toplonen 90 procent in de VS. Dat had hetzelfde effect als een maximumloon. Firma’s geven geen loonsverhogingen als daarvan 90 procent naar de fiscus gaat. Voor dat geld kunnen ze beter opslag geven aan lager personeel. Kennedy bracht de hoogste belastingvoet terug tot 70 procent, Reagan deed de rest. In 1986 was de belasting nog 28 procent. Meer financiële ongelijkheid zou de groei stimuleren, heette het. In de afgelopen 35 jaar is die ongelijkheid er inderdaad gekomen, stelt Yglesias. De groei niet.
Het linkse Economic Policy Institute (EPI) berekende vorig jaar dat de CEO-inkomens in de VS tussen 1978 en 2012 stegen met 876 percent, terwijl het uurloon van de productiewerknemers in de privésector met 5 procent steeg. Het CEO-inkomen groeide meer dan twee keer sneller dan de reële groei van de beurzen. Er is geen verband tussen meer geld voor de topverdieners en meer groei, argumenteren Josh Bivens en Lawrence Mishel van het EPI. De toppers zijn gewoon méér betaald dan nodig is om ze aan te trekken en productief te houden. Dat is economisch inefficiënt. Omdat die lonen economisch inefficiënt zijn, kunnen ze ook afgeroomd worden zonder de economie te schaden.
Nieuw in het debat, zegt Yglesias, is onderzoek van de economisten Benjamin Lockwood, Charles Nathanson en Glen Weyl (Harvard en Chicago) dat erop wijst dat de Reagan-belastinghervorming het toptalent naar financiële en juridische carrières heeft gestuurd, ten koste van onderwijs en onderzoek. Dat heeft de economische productie verminderd, terwijl de topverdieners een groter stuk inpikten van de inkomsten vóór belastingen. “In plaats van de middenklasse een kleiner deel van een grotere koek te geven, zodat iedereen er beter van werd, gaven de hervormingen een groter stuk van een kleinere koek aan de rijken, zodat alleen die er beter van werden”, vat Yglesias samen. “De herinvoering van een of andere verloningslimiet zou met andere woorden het land welvarender maken én de rijkdom breder verdelen.”
Hoe sterk die in de praktijk moet zijn, vergt meer onderzoek, schrijft Yglesias. “De belasting moet zo hoog zijn dat bijna niemand ze betaalt. Tegelijk moet de belastingdrempel hoog genoeg zijn om te verhinderen dat dokters minder patiënten helpen en meer vakantie nemen. Zoals in de NBA wil je bereiken dat top-CEO’s nog altijd hard wedijveren voor geld en eer, maar dat een groter deel van de bedrijfsopbrengsten naar de middenklasse stroomt”.
“Stof tot nadenken”, noemt Dries Buytaert het artikel. Hij is zelf is zo’n topatleet, op weg naar een beursgang in 2015. “Ik geloof in een nieuw soort kapitalisme, een gezond kapitalisme, met bedrijven die hun personeel goed behandelen en waar iedereen kan delen in het succes”, vertelde hij onlangs aan Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier