Doorgeefschenking wint aan populariteit: wat is het en aan welke voorwaarden moet u voldoen?
Almaar vaker geven mensen hun erfenis met een doorgeefschenking aan kinderen of kleinkinderen. Ook de waarde van die schenkingen zit in de lift.
Doordat onze levensverwachting toeneemt, stijgt ook de gemiddelde leeftijd waarop mensen een erfenis krijgen. Vaak hebben we dan al een afbetaalde woning en spaarpot voor later. Daarom heeft de Vlaamse regering in 2018 de doorgeefschenking in het leven geroepen. Uit cijfers die Vlaams Parlementslid Katrien Schryvers (CD&V) opvroeg bij minister Matthias Diependaele (N-VA) blijkt dat die schenkingen populairder worden. In 2020 ging het om 631 akten, meer dan een verdubbeling van de 265 in 2019. Van januari tot mei dit jaar waren al 320 akten geregistreerd.
Sinds 2019 is een doorgeefschenking ook in Wallonië mogelijk. Al zijn er verschillen. In Vlaanderen moet de doorgeefschenking binnen het jaar gebeuren, in Wallonië binnen de zeven maanden. In Wallonië mag het eigendomsrecht niet opgedeeld worden. Een woning aan twee kinderen samen schenken, kan dus niet. In Vlaanderen kan dat wel. In Brussel is een fiscaal voordelige doorgeefschenking niet mogelijk.
1 Wat is een doorgeefschenking?
De doorgeefschenking is een gift waarbij mensen die een erfenis krijgen, die binnen het jaar deels kunnen doorgeven aan hun kinderen of kleinkinderen. Daarbij kunnen ze de betaalde erfbelasting deels recupereren. In eerste instantie moeten ze de nalatenschap aanvaarden en daarop erfbelasting betalen. “Op het moment van de schenking moet de erfbelasting betaald zijn, om misbruik te voorkomen”, zegt notaris Joni Soutaer.
Voor erfgenamen in rechte lijn bedragen de tarieven zowel voor roerende als onroerende goederen 3 procent tot 50.000 euro, 9 procent van 50.000,01 tot 250.000 euro en 27 procent vanaf 250.000,01 euro. Als mensen beslissen een erfenis door te schenken aan kinderen of kleinkinderen, dan kunnen ze de betaalde erfbelasting in mindering brengen van de te betalen schenkbelasting. In Wallonië kan een doorgeefschenking enkel naar kinderen gaan, in Vlaanderen ook naar stief-, adoptie- en zorgkinderen.
2 Waaruit kan een doorgeefschenking bestaan?
Zowel roerende als onroerende goederen komen in Vlaanderen in aanmerking voor de doorgeefschenking, maar de fiscus behandelt beide niet gelijk.
Roerende goederen – meestal geld – moeten niet noodzakelijk dezelfde zijn als de geërfde roerende goederen waarop de erfbelasting is betaald. “De oorsprong van geld is moeilijk te traceren”, legt Soutaer uit. “Stel dat grootouders bij hun overlijden nog een effectenrekening hadden. De ouders vragen het geld op, en willen een deel ervan naar hun kinderen laten vloeien. De fiscus kan niet controleren welke euro van de effectenrekening komt en welke euro al aan de ouders toebehoorde. Bij roerende goederen ligt de focus dus op de waarde van de schenking en niet op de oorsprong ervan.”
Onroerende goederen mogen niet ‘erfenisvreemd’ zijn. Dat wil zeggen dat ze minstens geheel of gedeeltelijk deel uitmaken van de nalatenschap. Als grootouders een huis in Melle nalaten, mogen ouders alleen die woonst met een doorgeefschenking aan hun kinderen geven. Willen de ouders zelf in het huis in Melle wonen en hun eigen woning aan de kinderen doorgeven, dan kan dat niet met een fiscaal voordelige doorgeefschenking.
Uit de cijfers van Vlaams Parlementslid Schryvers blijkt dat op die manier 60 miljoen euro is doorgegeven in 2019, en 160 miljoen in 2020. Tot mei van dit jaar ging het al over meer dan 80 miljoen. Ook voor onroerende goederen stijgen de cijfers: van 407 in 2019 tot 1021 in 2020. Tot mei dit jaar zijn al 477 woningen geschonken.
Er zijn grenzen aan wat je kunt recupereren. De vrijstelling is beperkt tot de brutowaarde van de met erfbelasting belaste goederen.
3 Wat zijn de voorwaarden?
Een doorgeefschenking gebeurt altijd met een notariële akte. Bovendien moet de nalatenschap fiscaal gelokaliseerd zijn in het Vlaamse Gewest. De Vlaamse Belastingdienst moet de erfbelasting dus geïnd hebben. Ook de schenker moet zijn fiscale woonplaats in Vlaanderen hebben. In de akte moet expliciet gevraagd worden om de doorgeefschenking toe te passen.
Het principe ‘gegeven is gegeven’ is van toepassing. “Toch voeg ik vrijwel altijd een buffer in voor de schenker”, zegt Soutaer. “Ouders nemen graag een vervreemdingsverbod op in de akte. Dat wil zeggen dat de eigendom niet zonder toestemming verkocht mag worden, zolang zij in leven zijn.”
Een schenking is op grond van de wet alleen herroepbaar op grond van ondankbaarheid. Daaronder wordt verstaan: een moordaanslag op het leven van de schenker of grove beledigingen. Die moeten bewezen zijn. “Ik classificeer een kind dat niet meer naar huis komt na ontvangst van de schenking, ook als ondankbaarheid”, zegt Soutaer. “Maar dat valt in de praktijk niet te bewijzen, dus zal een rechter dat nooit als argument aanvaarden om een schenking te herroepen. Wel vermelden we in de akte – zeker bij jongere kinderen – dat de schenking kan worden herroepen als de begunstigde een alcohol- of drugsverslaving ontwikkelt, tot een sekte toetreedt, of een misdrijf pleegt dat geen verkeersmisdrijf is. Zo houden de ouders toch een stok achter de deur.”
Soutaer wijst nog op het belang van bekwaamheid. Als een ouder bij het openvallen van een erfenis niet meer wilsbekwaam is, ontstaat een probleem voor de afhandeling van de nalatenschap: onroerende goederen kunnen niet verkocht worden, en ook schenkingen zijn onmogelijk. In dat geval wordt een bewindvoerder aangesteld. Die kan dan weliswaar de verkopen in orde brengen, maar zal niet kunnen overgaan tot een schenking. “Zorg dus altijd voor een zorgvolmacht”, bepleit Soutaer. “Daarmee geeft de betrokken persoon die wil anticiperen op zijn wilsonbekwaamheid de bevoegdheid aan één of meerdere personen om handelingen te stellen over zijn vermogen, waartoe ook schenkingen kunnen behoren.”
4 Wat is het verschil met de bankgift en de erfenissprong?
Ouders kunnen ook nog altijd opteren voor een bank- of handgift. Op zulke giften hoeven uiteraard geen successierechten te worden betaald. Ze zijn een valabele optie, als er geen aanwijzingen zijn dat de schenker (in casu de ouder) niet zal overlijden binnen de drie jaar. Gebeurt dat toch, dan zal de fiscus de erfbelasting opeisen. Dat houdt dus een risico in.
Bij een erfenissprong moet de volledige erfenis worden doorgegeven. Een ouder verwerpt dus de gehele nalatenschap ten voordele van kinderen of kleinkinderen. Net omdat het om de hele erfenis gaat, vindt de erfenissprong minder vaak plaats. De flexibiliteit van de doorgeefschenking verklaart het succes van deze formule.
320 akten
voor doorgeefschenkingen waren dit jaar tot mei al geregistreerd.
Een simulatie
Kevin erft een onroerend goed en een effectenportefeuille, en schenkt het geld aan zijn dochter Kelly. Er is een vrijstelling van de schenkbelasting voor een bedrag dat gelijk is aan de eerder betaalde erfbelasting (= absolute grens).
De woning is 240.000 euro waard, de effectenportefeuille 300.000 euro. De erfbelasting bedraagt 51.600 euro: (50.000 x 3%)+(190.000 x 9%)+(50.000 x 3%)+(200.000 x 9%)+(50.000 x 27%) = 1500+17.100+1500+18.000+13.500.
Kevin schenkt 500.000 euro liquide middelen aan Kelly. Normaal zou de te betalen schenkbelasting 15.000 euro bedragen (500.000 x 3%). Voor dat bedrag krijgt hij een volledige vrijstelling, als aan alle voorwaarden voldaan is.
Bron: Vlaamse overheid
80 miljoen
euro aan roerende goederen is dit jaar tot mei al geschonken met een doorgeefschenking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier