De stille dood van het bankgeheim
Zwitserland en Luxemburg zijn van oudsher bekend om hun stevig bankgeheim. Toch staat dit steeds meer en meer onder druk. Wat is precies aan de hand? Zijn er nog landen waar uw geld veilig is voor de Belgische fiscus?
Internationale druk
Het bankgeheim staat wereldwijd onder druk. Eerst en vooral is er de Europese Spaarrichtlijn die sedert 2005 voorziet in een automatisch systeem van informatie-uitwisseling tussen 25 Lidstaten. Van de 27 Lidstaten zijn er nog amper twee die hun bankgeheim hebben behouden; namelijk Luxemburg en Oostenrijk. Maar dat is maar tijdelijk. Zodra de Europese Unie met derde landen (zoals Zwitserland) een gelijkaardig systeem van informatie-uitwisseling heeft onderhandeld, verdwijnt het bankgeheim op Europees niveau; dus ook in Luxemburg en Oostenrijk en uiteraard ook in Zwitserland.
Zwitsers bankgeheim
Als niet EU-land is Zwitserland niet gebonden door de Europese spaarrichtlijn en is het niet gehouden om informatie over bankrekeningen uit te wisselen met andere EU-lidstaten en kan het bankgeheim worden behouden. Om hier iets aan te doen, moeten de EU-landen elk individueel een akkoord afsluiten met Zwitserland. Deze zogenaamde Rubik-akkoorden – genoemd naar de uitvinder van de kubusvormige puzzel – bepalen dan dat Zwitserland zijn bankgeheim kan behouden in ruil voor een ‘afkoopsom’ van gemiddeld 34%. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben reeds zo’n akkoord met Zwitserland afgesloten. Of België een Rubik-akkoord zal afsluiten met Zwitserland zal het resultaat zijn van een politieke discussie. Tot zolang is het voor de buitenlandse belegger bang afwachten.
Luxemburg en Oostenrijk
Daarnaast liggen ook Luxemburg en Oostenrijk onder vuur. In tegenstelling tot Zwitserland vallen Luxemburg en Oostenrijk als EU-Lidstaten onder de spaarrichtlijn en op termijn moeten zij informatie uitwisselen over bancaire tegoeden van andere EU-onderdanen op Luxemburgse en Oostenrijkse rekeningen. Wie zal willen blijven bankieren met behoud van bankgeheim zal het in de toekomst zeer ver moeten gaan zoeken. En de vraag stelt zich of dan het sop de kool nog zal waard zijn.
Wit, grijs en zwart geld
Vraag is wat u nu moet doen met geld dat op Zwitserse en Luxemburgse bankrekeningen staat als u weet dat het bankgeheim in Luxemburg en Zwitserland een stille dood sterft. Gaat het om ‘wit’ geld, dan moet u zich uiteraard geen zorgen maken.
‘Grijs’ geld is dan weer een ander probleem. Met grijs geld bedoelen we eigenlijk oorspronkelijk wit geld waarvan de interesten over de jaren niet zijn aangegeven (en waarop dus geen roerende voorheffing werd betaald). Grijs geld kan gemakkelijk geregulariseerd worden door de roerende voorheffing van de voorbije jaren aan te geven.
Volledig zwart geld regulariseren is een ander paar mouwen. In principe moeten alle belastingen uit het verleden aangegeven en betaald worden. Dus niet alleen ontdoken inkomstenbelastingen, personenbelasting of vennootschapsbelasting, maar ook de btw. De rekening valt vooral zwaar uit voor zwarte inkomsten uit de personenbelasting omdat daar het progressief tarief geldt. En men zit rap aan 50%. Afwachten tot één en ander verjaard is, kan lang duren. Op fiscaal vlak is de verjaringstermijn 7 jaar. Maar het gaat om zgn. aanslagjaren. En een aanslagjaar verwijst altijd naar het vorige inkomstenjaar (bv. aanslagjaar 2012, inkomsten 2011). De fiscus kan dus in 2012 zeven aanslagjaren teruggaan en op die manier de inkomsten van 2005 nog controleren. In praktijk is die zeven jaar dus feitelijk acht jaar!
Veilige landen
Zijn er nog landen waar de Belgische fiscus geen informatie krijgt over de bankrekeningen van Belgen in die landen? In het wereldwijd net van verdragen zijn er toch nog landen met wie België geen belastingverdrag heeft gesloten. Het gaat hem om landen zoals Costa Rica, Panama of Qatar. Of meer exotischer oorden zoals Turks & Caicos of Vanuatu. De vraag is natuurlijk of u zich wel veilig kunt voelen in zo’n land. Want, misschien is de Belgische fiscus daar niet de grootste bedreiging maar wel de lokale bankier zelf die beseft dat, als er bij hem een buitenlander aanspoelt met een koffer vol geld, die wel eens iets te verbergen zou kunnen hebben voor de fiscus uit zijn thuisland. Het risico is dus niet ondenkbeeldig dat de lokale bankier met de zuur verdiende spaargelden aan de haal gaat terwijl de gedupeerde nergens zijn nood kan gaan klagen.
Een volledig dossier over het Luxemburgs en Zwitsers bankgeheim vindt u in het nummer van Trends dat op 27 september in de krantenwinkel ligt.
Johan Steenackers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier