De NBB toont haar kunstcollectie: ‘Kunst is een gevaarlijke belegging’
De Nationale Bank van België heeft de voorbije decennia een indrukwekkende collectie hedendaagse kunst aangelegd. Die wordt eindelijk getoond aan het grote publiek. “Onze collectie is een reflectie over de staat van de kunst in ons land.”
Tegen een muur staat een aftandse ziekenhuiskast waaruit een stroom van haarplukken valt. Daarnaast hangt een agressief doek met veel grijs en bruin. “Het een is een werk van de Belgisch-Joodse Marianne Berenhaut, het ander een van de Duitser Anselm Kiefer”, vertelt Anne Bambynek, een van de twee curatoren van de tentoonstelling Building a Dialogue, die de Nationale Bank van België en de Deutsche Bundesbank samen organiseren. De twee werken worden samen gepresenteerd in de historische lokettenzaal van de Nationale Bank in Brussel. “Met oude meubels maakt Berenhaut installaties die een ongemakkelijke sfeer oproepen. Zo probeert zij haar familiale trauma van de Holocaust te verwerken. Ook Kiefer is geïnspireerd door de Tweede Wereldoorlog, maar op een andere manier. Beide werken treden in dialoog. Dialoog is het overkoepelende thema van onze tentoonstelling.”
Het is niet onze bedoeling winst te maken. Wij staan ten dienste van de maatschappij
Bambynek en medecurator Yves Randaxhe – beiden kunsthistorici – zijn belast met het beheer en het behoud van de collectie. Samen met een externe adviseur kopen ze werken aan. “Twee jaar geleden hebben we met de directie beslist onze collectie meer open te stellen voor het grote publiek. Vandaar ook deze tentoonstelling”, zegt Randaxhe.
Meer dan behangpapier
De collectie van de Nationale Bank ontstond in 1972. “Om een dubbele reden”, vertelt Randaxhe. “In die periode bouwden we nieuwe kantoren met vergaderzalen en receptielokalen. Enkele directieleden vonden dat we die zalen moesten versieren. Ze kozen voor Belgische kunstenaars omdat ze vonden dat de Nationale Bank, als instelling van openbaar nut, als mecenas moest fungeren. Ook de personeelsvertegenwoordiging vond dat de muren versierd moesten worden. Daarnaast paste de aanleg van een kunstcollectie in de tijdsgeest. In de jaren zestig was het Gemeentekrediet al begonnen met de opbouw van een collectie. Ook Paribas en baron Lambert waren ermee bezig.”
“Aangezien wij centrale bankiers zijn, in principe zonder expertise in kunst, heeft de directie de hulp van externe adviseurs ingeroepen. Dat waren de beeldhouwer Mark Macken, leraar aan de academie van Dendermonde, en Robert Rousseau, de directeur van het Palais des Beaux-Arts in Charlerloi. Over het taalevenwicht werd goed gewaakt. Later engageerde de directie ook Karel Geirlandt, de peetvader van het Museum voor Hedendaagse Kunst in Gent, het S.M.A.K.”
“De professionele begeleiding heeft ertoe bijgedragen dat de werken aan de muur meer zijn dan behangpapier. We vertrokken van het idee de muren te versieren, maar uiteindelijk werd het een verzameling. Die gaat breder dan een reeks mooie werken, aangenaam om in je kantoor te hangen. Onze collectie is een reflectie over de staat van de kunst in ons land. Ze bevat ook werken die maatschappelijke thema’s belichten of een beetje moeilijker zijn. Kunst is soms dubbelzinnig, soms spreekt er ook humor uit.”
Het juiste momentum
De Nationale Bank maakt niet bekend welk budget ze elk jaar uittrekt om nieuwe werken aan te kopen. “Het zijn bescheiden sommen. Dat noopt ons creatief te zijn. Wij moeten werken zoeken waar anderen niet zoeken. Soms vinden we parels buiten de trends op de markt. Alles bij elkaar zijn we erin geslaagd een geloofwaardige collectie aan te leggen. Daarvan exposeren we 85 procent in onze lokalen.”
De kunstcollectie van de Nationale Bank bestaat uit 2000 stuks. “Dat getal zegt niet zoveel. In het begin kochten we veel gravures, net zoals de ministeries. Na veertig, vijftig jaar zijn die vaak beschadigd omdat ze niet degelijk werden ingekaderd en aangetast zijn door lucht en licht. Die laten we restaureren. In de loop der jaren streefden we ernaar werken van een betere kwaliteit aan te kopen.”
De collectie is niet opgehangen aan een thema. Ze laat wel een overzicht zien van de kunst in ons land sinds de jaren zestig, van Belgische kunstenaars en – zeker de jongste jaren – van kunstenaars die in België werken. “In de jaren zeventig waren het vaak gevestigde namen, mensen die deel uitmaakten van De Jonge Belgische Schilderkunst, zoals Pierre Alechinsky, Jan Cox en Marc Mendelson, die toen al zestigers waren. Daarna volgden kunstenaars van de Cobra-beweging en de popart, en uiteraard ook Roger Raveel. In de jaren tachtig kochten we weer meer figuratief werk en ook Belgische adepten van de Neue Wilde. Bref, alle hedendaagse trends die je in de kunst ziet.”
“Toch ontbreken kunstenaars. Panamarenko bijvoorbeeld. Als je het momentum mist, kun je met een bescheiden budget niet meer meedingen. Vijftien jaar geleden kochten we werk van Michaël Borremans. Dat kunnen we ons nu niet meer veroorloven. Een Berlinde De Bruyckere zit wel in onze collectie, maar het gaat om een Berlinde die geen Berlinde is. Het is een abstract werk dat niets te maken heeft met wat ze tegenwoordig doet. Het is moeilijk vast te stellen wanneer een kunstenaar zijn eigen stijl heeft ontwikkeld.”
Evenwicht bewaren
De collectie van de Nationale Bank bestaat vooral uit beeldende kunst. “De plaats waar de kunstwerken terechtkomen, maakt ons restrictief”, zegt Bambynek. “Een installatie of een video kun je niet in een kantoor opstellen. En het is niet de bedoeling kunstwerken aan te kopen om ze op zolder te stockeren. Vanuit ons intern art committee krijg ik wel echo’s dat we ook technisch minder klassieke werken mogen aankopen. Misschien kunnen die wel een plek krijgen rond het bedrijfsrestaurant”, vult Randaxhe aan.
Randaxhe en Bambynek moeten elk jaar een vierhonderdtal werken van plaats veranderen. “Op basis van een fototheek op ons intranet kunnen de medewerkers de werken kiezen die ze op hun eigen werkplek willen hangen. In de praktijk merken we dat ze gehecht raken aan een werk en zelfs vragen het mee te nemen als ze van kantoor verhuizen”, zegt Bambynek. Externen kunnen de collectie nog niet online raadplegen.
Voor de uitbouw van haar collectie houdt de Nationale Bank rekening met evenwichten tussen Franstaligen en Vlamingen, en tussen mannen en vrouwen, maar streepjes zetten de curatoren niet. “Er wordt in ons land veel en gevarieerde kunst gemaakt door goed opgeleide kunstenaars. Sommigen zijn discreter en daar kun je echte parels vinden, zelfs met een beperkt budget”, stelt Randaxhe. Kunst kopen als financiële belegging vindt hij geen goed idee. “Dan koop je beter financiële producten aan. Hoe dan ook is het niet onze bedoeling winst te maken. Wij staan ten dienste van de maatschappij. Met onze collectie getuigen wij van een maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Koop niet met je oren
Volgens Randaxhe bezit ons land talloze waardevolle bedrijfscollecties. “De meest befaamde zijn die van Proximus, Belfius, Lhoist en Vanhaerents. Op 6 juni organiseren we een studiedag over bedrijfscollecties. Anders dan in Nederland bestaat bij ons geen vereniging voor bedrijfscollecties. Dit lijkt ons het uitgelezen moment om daarover te brainstormen. Aangezien wij geen commerciële instelling zijn, zijn wij daarvoor het beste geschikt. Ik denk dat we veel van elkaar kunnen leren, aangezien we in dezelfde context werken. We begrijpen elkaar en er heerst geen concurrentie.”
“Tips voor ondernemingen die met een eigen collectie willen starten? Het belangrijkste is: vraag advies aan een professional. Laat je begeleiden door een gatekeeper, bijvoorbeeld een museumconservator. Koop met je ogen, niet met je oren, anders koop je slecht aan. Het moment waarop iedereen aankoopt, is het slechtste moment, dan betaal je te veel. Begin met een eigen smaak en cultuur te ontwikkelen. Je kunt het beste bescheiden starten om te leren. Misschien koop je eerst slechte werken, maar dat leer je wel af.”
“Geld is trouwens niet het belangrijkste. Begin bijvoorbeeld met tekeningen, die zijn goedkoper dan doeken. Dat doe ik ook. In België is het perfect mogelijk een kunstcollectie op te bouwen met bescheiden middelen, maar dan moet je je goed laten omringen. Vraag advies en ga ateliers bezoeken. Probeer te begrijpen wat leeft op de kunstscene.”
“Oké, er zijn professionals die beleggen in kunst, maar dat is een gevaarlijk spel. Als je de weg niet kent, begeef je je op glad ijs. Of je moet beschikken over grote sommen, waardoor je zelf de markt kunt bespelen. De kunstmarkt is bijzonder volatiel, zelfs als je kijkt naar de grote kunstenaars uit het verleden. Je kunt moeilijk voorspellen wie in de toekomst waardevol wordt. Sandro Boticelli, de grote renaissancekunstenaar, vonden we tot het midden van de negentiende eeuw niet erg interessant. Tegenwoordig beschouwen we hem als een genie. Smaak beweegt. Achttiende-eeuws meubilair was twintig, dertig jaar geleden peperduur, maar is nu niets waard. Het blijft mooi, maar als investering bleek het waardeloos. Dat is toch triest?”
Koop met je ogen, niet met je oren, anders koop je slecht aan
Vitrine en veiligheid
Waarom komt de Nationale Bank nu pas met haar collectie naar buiten? “Het probleem was niet zozeer dat we onze werken niet wilden tonen, maar hoe we dat op een veilige manier konden doen. De veiligheidsnormen namen de jongste jaren alleen maar toe. Bij een bank kun je niet zomaar binnen en buiten stappen. Bovendien beschikten we niet over een vitrine. Met de restauratie van onze lokettenzaal is dat euvel verholpen. Het is een schitterende ruimte waarin je ook grote werken kunt tonen. Toen Marcel Van Goethem, de medearchitect van de Citroën-garage aan het Kanaal in Brussel, de ruimte in de jaren vijftig ontwierp, moest hij in tientallen loketten voorzien. Vandaag hebben we er maar drie meer nodig. Zo kreeg ik eindelijk mijn vitrine.”
Net als de Nationale Bank beschikt de Bundesbank over een uitgebreide collectie hedendaagse kunst van artiesten uit de Duitstalige wereld. “Zij hebben wel meer milestones aangekocht, werken van grote namen die belangrijk zijn voor de Duitse kunstgeschiedenis. Denk maar aan Kiefer, Georg Baselitz en Jörg Immendorff, allemaal kunstenaars met een grote faam. Tegelijk staan onze collega’s uit Frankfurt versteld van de durf van onze collectie”, zegt Bambynek.
Ook andere centrale banken beschikken over collecties. Nederland koos ook voor hedendaagse kunst. Italië en Spanje beschikken door overnames over meer patrimonium, waaronder verzamelingen met muntstukken. In Madrid hangen ook werken van Francisco de Goya. De Nationale Bank koos ervoor samen met de Bundesbank naar buiten te treden omdat die in Frankfurt midden in een renovatie zit. “Zij moesten hun collectie verhuizen”, zegt Bambynek. “Van die gelegenheid maken wij gebruik.”
Building a dialogue. Two corporate collections of contemporary art loopt in de lokettenzaal van de Nationale Bank van België in Brussel tot 15 september.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier