An Goovaerts
De grenzen van redelijkheid
Brussel wil dus extra geld. Wallonië wil zeker niet minder geld dan nu. En ook Vlaanderen staat niet te springen om minder geld te incasseren. En de federale staat, die moet 25 miljard besparen.
Hoe al die zaken met elkaar te rijmen zijn, weet enkel preformateur Elio Di Rupo. Want hij weet dat een politiek akkoord binnen handbereik ligt als alle partijen redelijk zijn. De grenzen van de redelijkheid zijn blijkbaar financieel rekbaar.
Neem Brussel. Volgens de Franstalige onderhandelaars dringt een herfinanciering van Brussel zich op. Als hoofdstad van België en centrumstad van Europa moet het lasten dragen die andere steden of gewesten niet kennen. En daar moet extra geld tegenover staan. Bovendien kampt Brussel, zoals vele grootsteden, met hoge armoede- en werkloosheidcijfers waardoor het gemiddelde inkomen lager ligt. De vele werknemers die Brussel telt, trekken ‘s avonds weer naar huis, samen met hun loonbriefje. Waardoor Brussel relatief gezien minder geld krijgt doorgestort van de federaal geïnde personenbelasting. De multinationals die in de hoofdstad opereren, betalen er niet per se hun belastingen. En als ze dat doen, zijn ze vaak fiscaal geoptimaliseerd waardoor de inkomsten wel durven tegen te vallen.
In werkelijkheid wordt Brussel niet zo erg aan zijn lot overgelaten als de Franstalige onderhandelaars willen doen geloven. Trends berekende begin deze week dat Brussel, als stad en gewest, jaarlijks al een bonus van meer dan 700 miljoen euro int. Zo ontvangt het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest een solidariteitsbijdrage om het verschil in personenbelasting ten opzichte van Vlaanderen en Wallonië te compenseren. Vandaag is die bonus opgelopen tot 300 miljoen euro. Om investeringen mogelijk te maken die moeten bijdragen tot de internationale uitstraling van Brussel, werd het Beliris-project gelanceerd. Dat is federaal geld voor allerlei infrastructuurwerken. Of 125 miljoen euro per jaar. Artikel 64 van de Financieringswet bepaalt dan weer dat een bijzondere dotatie aan de stad Brussel wordt toegekend. Dat krediet wordt ingeschreven op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt. Het is goed voor 92 miljoen euro. Samen met nog andere compensaties krijgt Brussel, als gewest en stad, dus al een compensatie van meer dan 700 miljoen euro.
Brussel moet niet aan zijn lot overgelaten worden. Integendeel. Maar een cheque zonder garanties is te veel gevraagd. De garanties moeten niet in eerste instantie inhouden dat de andere partijen aan de tafel ook een deel van hun eisenpakket verwezenlijkt zien. Daarvoor dienen andere onderhandelingen. Wel dat het nieuwe geld goed gebruikt wordt. De noodzaak van het geld moet aangetoond worden en de hervormingsmaatregelen voor beter bestuur moeten op tafel liggen. Het is een publiek geheim dat het bestuurlijk niveau in Brussel beter kan. Door zich anders te structureren, kunnen uitgaven vermeden en efficiëntiewinsten geboekt worden.
Eind vorig jaar vertelde Luc Vanraes (Open Vld), Brussels minister van Begroting en Financiën, aan Trends dat het centraliseren van het Brusselse schuldbeheer een intrestwinst van 4 miljoen euro per jaar kan opleveren. Dat is geen onaardig bedrag. De besparing op de lonen van de meer dan 100 politici die Brussel en zijn 19 gemeenten aansturen zal het grote verschil in de kassa niet maken, maar wel de manier van besturen. Het zal de zaken enkel vereenvoudigen.
Waarin Brussel helemaal zal moeten excelleren, is in het activeren van zijn werklozen. De huidige generatie werklozen moet dringend (om)geschoold worden om de vacatures, die vaak net buiten de Brusselse gewestgrenzen liggen, te kunnen invullen. Het aanleren van het Nederlands is daarbij cruciaal. Om de toekomstige generatie beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt, is investeren in het Brusselse onderwijs onontbeerlijk. Het plan van Elio Di Rupo om de centen zo te herverdelen dat het Nederlandstalige onderwijs in Brussel minder geld krijgt, staat haaks op hoe Brussel zich voor de toekomst moet wapenen.
Wil Brussel een herfinanciering bekomen, dan moeten tal van taboes doorbroken worden. Taboes die te vaak doodgezwegen worden. Brussel staat symbool voor de verdere onderhandelingen. Willen die slagen, dan moeten er nog meer taboes sneuvelen. En niet alleen in de geest. Een ondernemer die zijn zaak start op basis van enkele beloftes, is ongeloofwaardig. En zal van niemand geld krijgen om te starten. Politici zijn de beheerders van ons aller geld. Dat ze maar eens op papier zetten wat ze ermee willen doen.
Iedereen moet een duit in de zak doen. De politici als eerste. Dat de politici beslissingen nemen in functie van de burgers en niet langer in functie van henzelf, is enkel een redelijke vraag.
Trends-hoofdredacteur An Goovaerts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier