Vrije Tribune
‘De ECB doet wat de lidstaten niet durven: een belasting heffen op spaargeld’
De Europese Centrale Bank leek zich vorige week op haar eigen manier voor te bereiden op enkele moeilijke verkiezingen in de (zuidelijke) lidstaten van de eurozone.
Het zijn immers die landen die het meest gebaat zijn bij het inflatiecircus van de ECB, zij zien de rente op hun staatsschuld (en indirect ook hun staatsschuld zelf) omlaag gaan.
Achter de façade van grotendeels misleidende bewoordingen als ‘de economie moet worden gestimuleerd’ en ‘nu moet de overheid investeren’ schuilt een onaangename realiteit: de bevolking verarmt, ten voordele van de overheid. De ‘bazooka’ van Mario Draghi verlaagt niet alleen de waarde van ons spaargeld, ook de rente erop daalt. Met elk nieuw eurobiljet dat wordt gedrukt, wordt de totale geldhoeveelheid groter. En wanneer daar geen hogere productie tegenover staat, gebieden de basiswetten van de monetaire economie ons dat de waarde van de euro omlaag gaat.
Dat deze maatregel de koopkracht zou verhogen, is één van de meest flagrante misvattingen. Integendeel, Niet alleen gaat de waarde van de munt omlaag bij kunstmatige geldcreatie, maar producten worden (logischerwijs) ook duurder. De index, die dit jaar toch zal worden overgeslagen, is hier slechts het placebo voor een aandoening die de overheid zelf heeft veroorzaakt.
Veronderstellen dat deze ingreep overheden ertoe zal aanzetten om structurele hervormingen door te voeren, is vrij lachwekkend
Al wat verhoogt, is de investeringskracht van een technocratische elite die, zoals de Oostenrijkse econoom Friedrich von Hayek het ooit formuleerde, de pretentie van kennis heeft over de manier waarop het geld het best wordt besteed. Op briljante investeringen of uitmuntend ondernemerschap valt de overheid echter zelden te betrappen, om het nog vrij rooskleurig te verwoorden.
Veronderstellen dat deze ingreep overheden ertoe zal aanzetten om structurele hervormingen door te voeren, zoals de ECB-voorzitter tijdens zijn persconferentie vermeldde, is vrij lachwekkend. Als één bepaalde actie de incentive voor hervormingen net wegneemt (of op z’n minst tempert), is het wel monetaire expansie, die de goede leerlingen straft en de slechte beloont.
Hoewel er al lang over wordt gepraat, valt het tijdstip van deze ingreep moeilijk los te denken van de verkiezingen in Griekenland. Het lijkt er op dat de ECB, met een interne devaluatie door geldcreatie (exact wat Griekenland ook zou doen als het nog een eigen munt had) een vruchteloze poging heeft ondernomen om de communisten af te stoppen.
Het gevaar voor de eurozone van de overwinning van Syriza mag immers niet worden onderschat. Partijleider en toekomstig premier Alexis Tsipras heeft al duidelijk gemaakt dat hij wil onderhandelen met de trojka over een schuldherschikking en een langzamer besparingstempo. Als de sterkere eurolanden daar weigeren op in te gaan en Tsipras ook het been stijf houdt, lijkt het einde verhaal voor Griekenland in de eurozone. Het gevaar voor een domino-effect is weliswaar kleiner dan enkele jaren geleden, maar valt niet volledig uit te sluiten. Het vermoeden van een politiek geïnspireerde daad van de ECB is dus op z’n minst aanwezig.
Het zou trouwens ook naïef zijn om te veronderstellen dat, indien deze maatregel haar gewenste effect niet bereikt, de ECB ooit iets anders zal proberen dan de geldpersen op volle toeren te laten draaien. En ofwel zullen de technocraten in Frankfurt zich op de borst kloppen wanneer dat ooit (tijdelijk en grotendeels door toeval) een soort van positief effect met zich meebrengt, ofwel zal één van de sterkere eurolanden uiteindelijk beslissen dat het genoeg is geweest. In beide gevallen kan de muntunie, bijna anderhalf decennium na de fysieke invoering van de euro, moeilijk als een groot succes worden omschreven. (LVSV)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier