De checklist voor jonge beleggers
Hoe vroeger je start met beleggen, hoe beter. Maar heb je als twintiger of dertiger wel geld om te beleggen?
Vooraleer je start met te investeren in beleggingsfondsen of aandelen heb je best je financiële huishouden op orde. Pas als de onderstaande checklist is overlopen kan je met zekerheid zeggen dat je geld hebt om te beleggen.
Check #1: noodfonds van 8 maanden
Zorg er eerst en vooral voor dat je geld opzij hebt staan op een spaarrekening waarmee je acht maanden je uitgaven kan dekken. Dit zou voldoende moeten zijn om een periode van werkloosheid of ziekte te overbruggen. Indien de spaarpot aangesproken moet worden, vul die dan zo snel mogelijk weer aan (stop desnoods met beleggen tot de reserve weer is aangevuld). Acht maanden is een richtlijn, je kan ook meer in het noodfonds steken indien dat je beter doet slapen.
Check #2: schulden
Het noodfonds heeft voorrang, maar eens dat is opgebouwd kan je je concentreren op het vervroegd afbetalen van schulden. Zeker consumentenschulden (kredietkaarten, autoleningen, …) waar een hoge interestvoet op wordt aangerekend. Betaal ze af vooraleer je geld begint te investeren.
Voor zij die een hypotheek hebben lopen kan het interessant zijn om die deels af te betalen. Zeker als de maandelijkse aflossing zwaar doorweegt (financieel en/of geestelijk). Het fiscale voordeel dat ertegenover staat is beperkt en weegt niet op tegen de totale interestlast. Hoewel de bank je een wederbeleggingsvergoeding zal aanrekenen (drie maanden interest op het stuk kapitaal dat je wil aflossen), betekent het wel dat je maandelijks minder zal aflossen. Je kan je bank om een simulatie vragen die je een idee geeft hoeveel minder je zal aflossen. Dit is extra ruimte om te beleggen.
Check #3: grote projecten in de komende 5 jaar
Ben je van plan om een huis te kopen de komende jaren? Dan staat je geld best op een gewone spaarrekening. Hetzelfde geldt voor geplande renovaties of andere grote uitgaven. Op heel korte termijn (minder dan 5 jaar) is de kans op beursverliezen immers groot.
Het voordeel van een vroege start
Jonge beleggers hebben een enorm voordeel tegenover oudere beleggers, en dat is tijd. Tijd is een voordeel omwille van de samengestelde interest, de interest op interest. Duizend euro op een spaarrekening die 2% rendeert, brengt het eerste jaar 20 euro rente op. Het tweede jaar is dat 20,40 euro, het derde jaar 20,81 euro, enzovoort. Hoe langer samengestelde interest kan spelen, hoe groter het effect ervan wordt.
Stel: twee vrienden, Nele en Jan. Nele zet vanaf haar 30ste 250 euro per maand opzij dat ze belegt in een fonds. Indien haar beleggingsfonds erin slaagt om een jaarlijks gemiddeld rendement van 4% te halen, dan heeft Nele op haar 65ste een kapitaal opgebouwd van 233.000 euro. Jan daarentegen denkt pas vanaf zijn 45ste aan zijn pensioen. Om aan hetzelfde eindkapitaal te raken als Nele zal hij maandelijks meer dan 600 euro opzij moeten zetten. In totaal zal Jan de helft meer moeten sparen (153.000 euro) dan Nele (108.000 euro) om aan hetzelfde eindkapitaal te raken.
Stel dat Nele elk jaar wat meer opzij kan zetten, omdat haar loon stijgt naarmate haar carrière vordert. Ze verhoogt elk jaar het maandelijks gespaard bedrag met 25 euro (dus in jaar 1 spaart ze 250 euro per maand, het jaar erop 275 euro, enzovoort). Dan zal Nele op haar 65ste, met een gemiddeld jaarlijks rendement van 4%, een kapitaal hebben van maar liefst 545.000 euro. Een aardige spaarpot waarmee ze haar wettelijk pensioen kan aanvullen.
Een bijkomend voordeel is dat jonge beleggers vanzelf hun investeringen zullen spreiden in de tijd (omdat het kapitaal moet opgebouwd worden via sparen). Zo wordt de kans kleiner dat al het geld op een marktpiek wordt geïnvesteerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier