De centrale banken zullen de opmars van de rente zo veel en zo lang mogelijk proberen te stuiten
Het komende beleggingsdecennium zou weleens van hele andere orde kunnen zijn dan de voorbije tien jaar.
Vorige week moest de Europese Centrale Bank (ECB) tonen hoe verontrust ze is over de stijgende lange rente. De ECB besliste te reageren en haar obligatie-aankopen (in het kader van PEPP) te versnellen. Deze week kijken de financiële markten reikhalzend uit naar de reactie van de Federal Reserve op de opgelopen lange rente in de Verenigde Staten.
Vrijdag sloot de tienjarige Amerikaanse rente ruim boven 1,60 procent. Ze komt van 0,60 procent vorig jaar. De Amerikaanse centrale bank kan die beweging niet negeren. De inflatie – gemeten met de consumentenprijzen – blijft nog aan de lage kant, maar de producentenprijzen zijn, onder meer door oplopende grondstoffenprijzen, wel al opgelopen. Daardoor mogen we in het tweede kwartaal ook stijgende inflatiecijfers verwachten.
Grijpt Fed-voorzitter Jerome Powell in, zoals de ECB dat heeft gedaan door tijdelijk weer meer obligaties op te kopen? Of blijft de houding laconiek en luidt de boodschap dat we niet bang hoeven te zijn voor een galopperende inflatie, omdat de gestegen rente een uiting is van verbeterde groeivooruitzichten voor de Amerikaanse economie. Het Fed-besluit krijgen we woensdagavond.
De resultatentrein is razendsnel voorbijgeraasd. Vorige week werd een flinke afknapper. De teleurstellende jaarcijfers van bpost leidden vorig weekend tot het ontslag van topman Jean-Paul Van Avermaet. Deze week wordt het een pak kalmer, al zijn de cijfers van Oxurion, Sequana Medical en BMW op donderdag nog wel vermeldenswaardig. Vrijdag krijgen we nog het cijfermateriaal van Exmar en vooral Sofina.
Rotatie is een blijver
In de marktenzalen veroorzaakt de stijgende rente door de toegenomen inflatieverwachtingen zenuwachtigheid. De inflatieverwachtingen zijn tot boven 2 procent gestegen. Dat is het hoogste peil in vijf jaar.
We zijn ervan overtuigd dat we de komende jaren een geleidelijke comeback van de inflatie en van stijgende rentes zullen zien. De dieptepunten liggen achter ons. De centrale banken zullen de opmars van de rente zo veel en zolang mogelijk proberen te stuiten.
Andere voorkeuren
Voor beleggers heeft dat alles belangrijke consequenties. Het komende beleggingsdecennium zou weleens van hele andere orde kunnen zijn dan de voorbije tien jaar. Voor obligaties denken we dat na vier decennia een einde is gekomen aan de stierenmarkt en we begonnen zijn aan een hardnekkige berenmarkt met oplopende rentevoeten. De bodemrentes liggen meer dan waarschijnlijk voor decennia achter ons. Zoals gezegd, zal die evolutie geleidelijk aan gebeuren, omdat de centrale bankiers zullen proberen die klim zo lang mogelijk zo beperkt mogelijk te houden.
Value is back
Met aandelen zitten we wellicht nog enkele jaren goed, zolang de stijgende rente geen echte bedreiging vormt en de aandelenkoersen nog steun ondervinden van betere bedrijfsresultaten. Maar ook daar is de voorkeur gekeerd. Waar beleggers een decennium lang groei boven waarde verkozen, of tech boven klassiek, is het tij volgens ons volop aan het keren.
De dominantie van de techgiganten ten opzichte van het marktgemiddelde is voorbij. Kijk maar naar de returns: sinds begin 2021 klopt de klassieke Dow Jones-index de techbeurs Nasdaq al met 4 procent. Al tien weken lang stroomt geld naar de valuetrackers, in totaal al 100 miljard dollar. Een stijgende rente is op termijn ook geen goed nieuws voor vastgoedaandelen. Nu de rente gekeerd is, verwachten we niet dat die aandelen blijven uitblinken, zoals ze de voorbije vijf tot tien jaar hebben gedaan.
Grondstoffendecennium
Als de topprestaties van obligaties, aandelen en vastgoed geleidelijk aan achter ons komen te liggen, zou het weleens kunnen dat de volgende tien jaar het decennium van de grondstoffen (inclusief edelmetalen) worden. Die profiteren traditioneel wel van een oplopende inflatie.
Het afgelopen decennium was gruwelijk voor grondstoffen, vergeleken met aandelen. De Standard&Poor’s 500-indexscoorde 280 procent beter dan de CRB Commodity-index. Maar sinds november en zeker sinds begin 2021 zien we een ander beeld. De grondstoffenindex (+32%) scoort sinds begin november beter dan de bekende aandelenindex (+19%). In 2021 was dat respectievelijk +14 en +3,5 procent. De afgelopen tien jaar stonden de monetaire stimuli van de centrale banken centraal. De komende jaren is die plek weggelegd voor vooral fiscale stimuli van de regeringen, die onder meer grote infrastructuurwerken zullen uitvoeren. De rotatie is de voorbije maanden begonnen en ze zal doorzetten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier