Daan Killemaes
De Belgen sparen zich twee keer arm
Via de banken is 90 miljard euro Belgisch spaargeld naar het buitenland versluisd, zegt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.
Wereldwijd bestaat er maar één financieel product dat wordt gebruikt op lange termijn, toch bijna even liquide is als cash, een overheidsgarantie heeft én een fiscaal voordeel biedt. Dat is het Belgische spaarboekje. Het is een anomalie met heel schadelijke gevolgen voor het algemeen belang, zoals de expertgroep die nadenkt over de toekomst van de financiële sector in dit land, vorige week nog eens onderstreepte. Het bijbehorende advies om het fiscale gunstregime voor spaarboekjes – de eerste 1880 euro intresten zijn vrijgesteld van roerende voorheffing – af te schaffen, botste opnieuw op protest. Voor de doorsnee-Belg is het spaarboekje de laatste fiscale vrijhaven om zijn zuurverdiende pensioencenten veilig voor anker te leggen. Mijn spaargeld is mijn pensioengeld, en daar blijf je af, redeneert de man in de straat. De fiscale piraten van de politiek hebben de boodschap begrepen en varen er in een brede boog omheen.
Slecht voor de economie
Maar wat is het probleem met onze spaarboekverslaving? De toevloed van spaargeld leidt tot een schadelijke verschraling van het financiële systeem. De banken bieden nauwelijks nog andere spaarproducten op lange termijn aan, zoals kasbons, en financieren ook minder investeringen op lange termijn. Dat is slecht voor de economie en slecht voor de klant. In dat iele financiële landschap hebben vooral de kmo’s – de ruggengraat voor onze economie – weinig alternatieven om zich te financieren: het is bij de bank, of het is op de kin kloppen. Enkel grote bedrijven kunnen rechtstreeks een beroep doen op de financiële markten. De banken zijn de voorbije jaren weliswaar krediet blijven verschaffen aan de ondernemingen, maar door de beperkte toegang tot alternatieve financieringsbronnen raken vooral bedrijven en projecten met een hoger risicoprofiel – zoals startende ondernemingen en bedrijven met expansieplannen – moeilijk aan fondsen, terwijl net die de broodnodige economische groei moeten dragen.
De overheid neemt veel initiatieven om die leemte op te vullen, maar enige stroomlijning om orde in de chaos te brengen is op zijn plaats. De meest voor de hand liggende maatregel om de financieringsmogelijkheden te verbreden, de afschaffing van het fiscaal voordeel van het spaarboekje, blijft onbespreekbaar. Terwijl de centrale bankiers het vaak destructieve risicogedrag op de financiële markten aanmoedigen, ontmoedigen de Belgische politici de constructieve risicobereidheid in de echte economie. De Belgen sparen zich dus twee keer arm. Ten eerste is de spaarrente vaak lager dan de inflatie, en smelt de koopkracht van het kapitaal langzaam weg, en ten tweede kost onze monotone spaarcultuur ons groei.
Via de banken is 90 miljard euro Belgisch spaargeld naar het buitenland versluisd
Concurrentie in het buitenland wordt gefinancierd
Het buitenland wrijft zich in de handen bij onze irrationele voorkeur voor het spaarboekje. De expertgroep schat dat buitenlandse banken ongeveer 90 miljard euro Belgisch spaargeld naar het buitenland hebben versluisd. We subsidiëren dus een beleid dat de groei en de concurrentie in het buitenland financiert. Bovendien bestaat de kans dat buitenlandse banken dubieuze schema’s opzetten om de goedgelovige spaarder een hoger rendement zonder extra risico’s voor te spiegelen. En waarom zou de spaarder niet goedgelovig zijn, in het besef dat de overheid borg staat voor 100.000 euro? Kortom, veel voordelen van het spaarboekje zijn voor het buitenland, de risico’s zijn voor de Belgische overheid.
De bijzonder lage rente op spaarboekjes geeft de overheid een unieke kans om die anomalie recht te zetten, zonder de spaarders veel pijn te doen. Bovendien bestaat er een elegante oplossing die al meermaals op de politieke tafel lag: pas de fiscale vrijstelling toe op de eerste 1880 euro aan roerende inkomsten, ongeacht het financiële instrument. Voor wie enkel het spaarboekje gebruikt, verandert er niets, maar de ongezonde fiscale discriminatie wordt wel weggewerkt.
Ook de grootbanken krijgen voor het eerst oren naar dat voorstel. De banken halen maar liefst 70 procent van hun winst uit hun rentemarge, maar die zit in een dalende lijn, onder meer doordat de banken de rente op spaarboekjes niet nog meer kunnen verlagen. Negatieve rentes zijn in deze marktomstandigheden logisch, maar ze zijn wettelijk niet mogelijk en commercieel onverdedigbaar.
Monotone spaarcultuur
Er zit ook weinig beterschap in de kredietvolumes. De vraag naar langetermijnkredieten blijft op een vrij laag pitje branden, terwijl de kredietverliezen in deze tijd van lage groei ook structureel hoger liggen. De banken krijgen het dus bijzonder moeilijk om hun rendabiliteit te verdedigen, die al gedaald is tot 10 procent op het eigen vermogen. De banken kunnen verder besparen op hun kosten, maar hebben ook behoefte aan extra commissie-inkomsten, wat enkel mogelijk is met een meer dynamische kapitaalmarkt. En dus bij een afbouw van de monotone spaarcultuur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier