Waarom zijn de babyboomers zo gierig?

© Getty Images

Babyboomers hebben veel rijkdom vergaard, maar geven die veel minder uit dan de vorige generaties. Het mysterie is van belang voor de wereldwijde economische groei.

De babyboomers, geboren tussen 1946 en 1964, zijn de gelukkigste generatie in de geschiedenis. In het Westen zijn ze met 270 miljoen. De meesten hebben geen oorlog meegemaakt en groeiden op in een periode van sterke economische groei. Ze zijn niet allemaal rijk, maar doorgaans zijn ze welgesteld dankzij een combinatie van dalende rentetarieven, afnemende huizenbouw en sterke inkomens.

Wat zal die generatie doen met haar geld, nu ze met pensioen gaat? Die vraag is niet alleen van belang voor cruisebedrijven en golfclubs. De uitgavenkeuzes van de babyboomers zullen een enorme invloed hebben op de wereldwijde economische groei, inflatie en rentetarieven.

Babyboomers blijken gierig

De babyboomers blijken opmerkelijk gierig te zijn. Ze geven hun vermogen niet uit, maar proberen het te behouden of zelfs te vergroten. Dat wordt een probleem voor de economie in de komende jaren.

Economen hanteren een eenvoudig model voor het uitgavenpatroon van mensen gedurende de jaren. Jonge mensen geven meer uit dan hun inkomsten. Ze lenen om te investeren in onderwijs of om hun eerste huis te kopen. Op middelbare leeftijd verzamelen mensen geld voor hun pensioen. En op oudere leeftijd geven ze meer uit dan ze verdienen. Ze financieren hun levensstijl door vermogen (zoals huizen) te verkopen en hun spaargeld aan te spreken.

De levenscyclushypothese

Veel onderzoekers die uitgaan van deze ‘levenscyclushypothese’, stellen dat de rente en de inflatie zullen stijgen zodra de babyboomers met pensioen gaan. Een groeiende groep ouderen zal goederen en diensten vragen van een krimpende groep werknemers, wat zal leiden tot een hoge looninflatie.

Naarmate de babyboomers opschuiven van het vergaren van rijkdom naar het uitgeven ervan, zal de globale balans tussen besparingen en investeringen verschuiven, wat zal leiden tot hogere rentevoeten, suggereren Charles Goodhart en Manoj Pradhan, misschien wel de bekendste voorstanders van deze visie.

Spaarders, geen uitgevers

Recentelijk zijn evenwel twijfels gerezen over het idee dat de babyboomers hun geld massaal zullen uitgeven. De landen met de oudste bevolking ter wereld, Italië en Japan, kennen al jaren een lage inflatie en rente. Academici wijzen op de ‘rijkdomdecumulatiepuzzel’: het feit dat ouderen hun rijkdom langzamer uitgeven dan de levenscyclushypothese voorspelt. Een artikel uit 2019 van de economen Yoko Niimi en Charles Horioka stelt dat oude mensen in Japan jaarlijks slechts 1 tot 3 procent van hun nettovermogen uitgeven, wat betekent dat velen rijk sterven. 40 procent van de gepensioneerde ouderen blijft zelfs rijkdom vergaren.

Uit onze eigen analyse blijkt bovendien dat babyboomers gieriger zijn dan de vorige generaties. Ook de financiële markten merken dat. Beleggingsmanagers hebben indices gemaakt die de aandelenkoersen volgen van bedrijven die het goed doen als oudjes veel uitgeven. Een index van MSCI, een gegevensleverancier, omvat bedrijven die behandelingen aanbieden voor ouderdomsziekten, vrijetijdsbesteding en toerisme, en huidverzorgingsproducten tegen veroudering. In de afgelopen vijf jaar heeft de index minder goed gepresteerd dan de aandelenmarkt, met een procentpunt minder rendement op jaarbasis. Beleggers rekenen erop dat de babyboomers spaarders zijn.

Kentering

Uit huishoudgegevens van een aantal rijke landen blijkt dat oude mensen zich in het recente verleden inderdaad gedroegen zoals de economische modellen voorspellen. Halverwege de jaren negentig gaven de mensen tussen 65 en 74 jaar 10 procent meer uit dan wat ze binnenkregen. Maar sinds 2015 hebben mensen van die leeftijd ongeveer 1 procent van hun inkomen opzijgezet. Babyboomers zeggen ook vaker dan vorige generaties dat ze sparen, blijkt uit een onderzoek van de Federal Reserve.

Voor de vele mensen die zich zorgen maken dat ze uiteindelijk hun mobiliteit verliezen of dementie krijgen, lijken de risico’s van nu veel geld uit te geven te groot.

In Canada daalde de spaarquote van 65-plussers in de jaren 2000. Maar rond 2015, nadat de babyboomers met pensioen waren gegaan, stopte de daling. In Zuid-Korea is de spaarquote van 65-plussers tussen 2019 en 2023 gestegen van 26 naar 29 procent, een grotere stijging dan in andere leeftijdsgroepen. In Groot-Brittannië geven gepensioneerden een steeds kleiner deel uit van wat binnenkomt. In Australië spaarden de 65-plussers begin jaren 2000 bijna niets van hun inkomen. In 2022 was dat 14 procent. In Duitsland is de spaarquote voor gepensioneerden tussen 2017 en 2022 gestegen van 17 naar 22 procent. En in Japan stijgt de spaarquote voor ouderen explosief. Gepensioneerden zijn goed voor ongeveer 40 procent van de consumentenbestedingen in Japan. Dat is minder dan tien jaar geleden, ook al zijn ze met veel meer.

Blijven werken

Weinig babyboomers gaan kleiner wonen, wat geld zou vrijmaken voor de fijnere dingen in het leven. Misschien zullen ze ooit wel stoppen met hamsteren. Velen zijn gezonder dan hun voorgangers, waardoor ze hun pensioen hebben kunnen uitstellen en meer rijkdom hebben kunnen vergaren.

In de OESO, de club van meestal rijke landen, bereikte de arbeidsparticipatie van mensen tussen 55 en 64 jaar onlangs een record van 66 procent, tegenover 58 procent in 2011. Regeringen hebben wetgeving ingevoerd om oudere mensen aan te moedigen te werken.

Lang leven is een risico

Er kunnen ook diepere krachten in het spel zijn. Drie factoren springen in het oog: de zogenoemde erfmotieven, de coronapandemie, en de zorgen over de zorg.

Veel boomers erkennen hoe gelukkig ze zijn dat ze zo’n rijkdom hebben vergaard. Ze willen die doorgeven aan hun kinderen, van wie velen moeite hebben om een huis te kopen of schoolgeld te betalen. Uit onderzoek van Ventura en Horioka, dat focust op Europa, blijkt dat erfmotieven vaak in grote mate verklaren waarom gepensioneerden hun vermogen niet uitgeven.

Covidpandemie

Daarnaast liepen oudere mensen tijdens de pandemie grote risico’s door covid. Velen gingen toen leven als een kluizenaar, en vinden het moeilijk die gewoonte van zich af te schudden. In 2022 gaven de Amerikaanse babyboomers 18 procent minder uit aan uit voeding gaan dan in 2019. In Italië dalen de uitgaven van gepensioneerden in restaurants snel. In een bar met uitzicht op het Colosseum zie je millennials, Gen X’ers en enkele Gen Z’ers, maar waar zijn de rijke babyboomers?

In een vergrijzende wereld lijkt het dringender voor de basis te zorgen, dan te genieten van een drankje voor het Colosseum.

De laatste factor is het ‘langlevenrisico’. Veel babyboomers zullen 100 jaar en ouder worden, wat betekent dat ze een derde van hun leven met pensioen zullen zijn. Dat vormt een financiële last, vooral voor degenen die uiteindelijk 24 uur per dag medische zorg nodig zullen hebben. Volgens onderzoek van de denktank Employee Benefit Research Institute is het percentage gepensioneerden dat er alle vertrouwen in heeft dat ze ‘genoeg geld zullen hebben als ze met pensioen gaan’, in Amerika gedaald van meer dan 40 procent midden de jaren 2000 tot minder dan 30 procent nu.

Vergrijzen

Die angst verandert het gedrag. Uit een studie van de Britse denktank Institute for Fiscal Studies blijkt dat mensen hun vermogen sneller uitgeven, wanneer ze denken dat er nauwelijks kans is dat ze langdurige zorg zullen moeten betalen. Voor de vele mensen die zich zorgen maken dat ze uiteindelijk hun mobiliteit verliezen of dementie krijgen, lijken de risico’s van nu veel geld uit te geven echter te groot. Een artikel uit 2014 berekent dat 13,5 procent van de Amerikaanse rijkdom toe te schrijven is aan sparen voor medische uitgaven voor de oude dag.

Niimi en Horioka komen in Japan tot een buitengewone conclusie: veel Japanse gepensioneerden sparen niet alleen voor de kosten van hun eigen zorg, maar ook voor die van hun nog levende ouders. In een vergrijzende wereld lijkt het dringender voor de basis te zorgen, dan te genieten van een drankje voor het Colosseum.

Lees meer over:

Partner Content