Vrouwelijke ondernemers schatten toekomstige omzet beter in
“Als vrouwen een pitch geven, schuif ik de omzet die ze voor het komende jaar verwachten één of twee jaar verder in de tijd. Als mannelijke ondernemers een pitch geven, schuif ik die omzet drie jaar verder.” Het is een uitspraak die een van de weinige vrouwelijke business angels in ons land zich een tijdje geleden liet ontvallen. Cijfers uit een onderzoek van Veroniek Collewaert, professor ondernemerschap aan de Vlerick Business School, lijken haar gelijk te geven.
Veroniek Collewaert doet onderzoek naar de dynamiek tussen investeerders en ondernemers. We vroegen haar waarom vrouwelijke ondernemers zo weinig durfkapitaal ophalen. “Je kunt niet naast de cijfers kijken. Er zijn weinig vrouwen die durfkapitaal ophalen. Die cijfers kunnen door verschillende zaken aangedreven worden. Er spelen duidelijk vooroordelen. Het klopt dat investeerders sneller geneigd zijn te investeren in ondernemers in wie ze iets van zichzelf herkennen. Bij de investeerders zijn vrouwen een minderheid in de wereld van het durfkapitaal.”
We hebben allemaal onbewuste vooroordelen
Zowel mannelijke als vrouwelijke investeerders stellen aan vrouwelijke ondernemers andere vragen dan aan mannelijke ondernemers. “Zo duwen ze vrouwelijke ondernemers in een andere richting, waardoor die minder succesvol lijken en minder kans krijgen om uit te blinken. Investeerders moeten zich daarvan bewust zijn, als ze die vooroordelen willen uitschakelen. Ze kunnen zich bijvoorbeeld houden aan een standaardlijstje met vragen”, meent Veroniek Collewaert. “Zodra je mensen ruimte geeft om eigen vragen te stellen, sluipen de vooroordelen erin. Bij investeringen, maar ook bij rekruteringen, zullen de vragen misschien net iets minder scherp of agressief zijn. We hebben allemaal onbewuste vooroordelen.”
Slechts 10 à 15% van de bedrijven met hoge groeiambities heeft een vrouw in de kern
Er zijn ook minder vrouwelijke ondernemers in wie durfkapitalisten kunnen investeren. “Die nuance moet je maken, als je het probleem wilt oplossen”, vindt Collewaert. “Enkel bedrijven met hoge groeiambities komen in aanmerking voor durfkapitaal. Slechts 10 à 15 procent van die bedrijven heeft een vrouw in de kern van het bedrijf. Het zou goed zijn als we dat zouden kunnen verdubbelen tot pakweg 30 procent.” Het gaat om conclusies uit een rondvraag bij 800 à 900 ondernemingen die Vlerick al sinds 2015 voor Deloitte uitvoert.
Lees ook:
Slechts 1,6 procent van de Nederlandse start-ups die in de periode van 2010 tot 2018 geld kregen van durfkapitaalfondsen, stond onder leiding van een vrouw. Bij 6,8 procent van de startende bedrijven waarin durfkapitaalfondsen hadden geïnvesteerd, stond een gemengd team aan de leiding. Tot die vaststelling kwamen wetenschapper Eva de Mol en internetondernemer Janneke Niessen.
Veroniek Collewaert merkt in Vlerick-opleidingen dat zelfs ambitieuze vrouwen die managementopleidingen volgen, er soms onterecht van uitgaan dat de absolute top niet binnen hun bereik is. Rolmodellen kunnen daar het verschil maken. “Als ik bijvoorbeeld Leslie Cottenje van Hello Customer als spreker uitnodig, dan merk je dat die vrouwen er plots wel over beginnen na te denken of ze CEO van een middelgrote onderneming kunnen worden.”
Zijn vrouwen minder ambitieus, of zijn ze realistischer?
Veroniek Collewaert neemt er een onderzoek bij, uitgevoerd bij zo’n honderd ondernemingen die durfkapitaal ophaalden. “Ik heb de verwachtingen van de ondernemers vergeleken met de resultaten. In het staal zat geen enkele vrouwelijke CEO. Maar een managementteam met alleen maar mannen overschatte de verwachte omzet voor het komende jaar met 20 procent. Als er een of meerdere vrouwen in het team zaten, dan zakt die zelfoverschatting naar 8 procent”, stelt ze vast. Het ziet er dus naar uit dat vrouwen realistischer zijn. Al mogen ze misschien een beetje aangemoedigd worden om meer ambitieuze doelstellingen te durven uitspreken.
Veroniek Collewaert noemde het steekspel tussen investeerders en ondernemers in een paper the sandwich game. Ze speelde voor de term leentjebuur bij een van de ondernemers uit haar onderzoek, die het woord gebruikte om te omschrijven hoe hij zich geprangd voelde. “Investeerders vragen altijd naar de verwachtingen van de ondernemers. Als ondernemers de lat te laag leggen, dan zijn ze niet ambitieus genoeg. Als ze hun doelstellingen niet halen, dan zijn ze niet competent. Daar moeten ondernemers tussen zien te manoeuvreren. We weten uit een ander onderzoek dat mannen doorgaans beter zijn in dat steekspel. De mannen doen het frequenter, ze zijn agressiever, ze zullen zichzelf meer in de kijker zetten, terwijl vrouwen het team erbij betrekken en minder aan zelfbediening doen.”
Warm, emotioneel, relationeel taalgebruik werkt wel heel goed bij crowdfunding
Daar komt ook bij dat investeerders bepaalde eigenschappen, zoals dominantie, zelfvertrouwen, optimisme, kennis en vaardigheden met het succes van ondernemers in verband brengen. “Het is niet bewezen dat dominante en extraverte mensen betere leiders en ondernemers zijn. Investeren is een menselijk proces. Investeerders denken dat ze rationeel handelen, maar dat is niet zo”, stelt Collewaert. Ze heeft ook positief nieuws. “Een van mijn collega’s heeft onderzoek gedaan naar crowdfunding. Dat is het ophalen van kleine bedragen bij een grote groep kleinere investeerders. Warm, emotioneel, relationeel taalgebruik werkt daar net wel heel goed, om een gemeenschap van investeerders op te bouwen. Vrouwen en minderheden die minder toegang hebben tot durfkapitaal, moeten niet wanhopen. Er zijn nog andere manieren om kapitaal op te halen.”
Het bewust worden van de vooroordelen is een eerste, noodzakelijke stap. Het standaardiseren van vragenlijsten is een mogelijke tweede stap om te remediëren. Sommige investeerders proberen de cijfers van ondernemingen op papier te beoordelen voor ze de oprichters ontmoeten om de subjectiviteit uit de beoordeling te halen. Andere investeerders verminderen de omzetverwachtingen van mannelijke ondernemers meer dan die van vrouwelijke ondernemers, om een realistisch toekomstbeeld te schetsen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier