Jelle Goossens
‘Nutri- en Eco-Score beïnvloeden consument, maar vooral supermarkten moeten ermee aan de slag’
Er is aan mij geen grote funshopper verloren gegaan. Toen de regering aankondigde dat een winkelbezoek voortaan maximaal 30 minuten mocht duren, ging de draagwijdte van dat drama aan mij voorbij.
Millennials aan het woord
Gaat de nieuwe generatie anders met geld om dan babyboomers? We laten de jongelui graag zelf aan het woord.
Deze week vertelt Jelle Goossens hoe de lockdown hem aandacht deed besteden aan alle labels op producten in de supermarkten.
Mijn enige winkelvermaak zit in het observeren van gezinnen die slagzij maken onder de conflicten die eigen zijn aan de context. Van niet ingewilligde wensen (‘ik krijg nooit niks!’) tot de rolverdeling bij het besturen van de winkelkar (‘ikke doen!’). Gelukkig biedt het snoepgoed aan de kassa telkens kans op verzoening. Als opvoedkundige stroming is het suikerpopulisme onovertroffen.
Helaas, ook deze vreugde maakte corona illegaal: alleen winkelen werd een plicht. Verveling drijft een mens tot het uiterste. Ik begon zowaar de Nutri-Scores te vergelijken. De Nutri-Score is een label dat van A tot E aangeeft hoe gezond een product is. Het is geen verplichting, maar de Belgische supermarkten voerden het systeem bijna veralgemeend in. Delhaize maakte het zelfs tot centrale pijler van zijn bedrijfsstrategie, met een app die je gidst naar goed scorende producten en je kortingen laat sprokkelen door gezonder te kopen.
Perfectie blijkt niet mijn ding. Mijn gemiddelde winkelkar haalt hooguit een C. Ik troost mij met de gedachte dat ik misschien eerder een milieubewuste dan een gezonde consument ben. Het antwoord laat zich kennen, want in april lanceerde Colruyt de Eco-Score.
Net als de Nutri-Score geeft de Eco-Score de milieuprestaties van een product weer met een letter van A tot E. In deze fase laat de score zich enkel onthullen via de app. Ik bekoelde mijn pionierschap op de gerookte zalm van het huismerk. Verdict: Nutri-Score D, Eco-Score E. Donker(schaam)rood.
En toch vind ik beide scores een goede ontwikkeling. Ze maken het complexe begrip ‘duurzaamheid’ bevattelijk. Bovendien hebben ze het potentieel om universeel te worden. Test-Aankoop pleit al voor de Europese invoering van de Nutri-Score. Ook de Eco-Score krijgt navolging. Lidl kondigde aan ermee te beginnen in Duitsland.
Er is ook kritiek. Wie enkel Nutri-Score A-rijstwafels eet, heeft nog geen evenwichtig eetpatroon. Maar de eerste onderzoeken wijzen in dezelfde richting: eenvoudige labels als de Nutri- en de Eco-Score beïnvloeden de keuze van de consument, wat supermarkten en voedingsbedrijven op hun beurt de prikkel geeft om producten te verbeteren.
Te veel labels
De cruciale vraag is: wat is het doel op lange termijn? Rust alle verantwoordelijkheid op de consument om juist te kiezen? Volgens dezelfde onderzoeken doen te veel labels meer kwaad dan goed, omdat ze de consument verwarren.
Daarom moet vooral de supermarkt aan de slag met die scores, om gezond en ecologisch kopen makkelijker te maken. Bijvoorbeeld door het aandeel van slecht scorende producten af te bouwen. Of door samen met leveranciers te werken aan de structurele verbetering van de receptuur en de ecologische impact.
Ooit verdwijnt corona naar de achtergrond en boeten mijn knuffelcontacten Nutri- en Eco-Score onvermijdelijk aan aandacht in. De enige fun in shoppen die een supermarkt mij dan kan bezorgen, is: zorgeloos goed kopen.
Jelle Goossens is communications officer bij Rikolto, maar schrijft in eigen naam.
Millennials aan het woord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier