Na discussie over loon van bpost-topman: wat is de ideale loonspanning?
Voor Jonas Van der Slycken is het duidelijk: meer loonspanning, of het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen, brengt meer sociale spanning mee. De jonge econoom schreef een boek, waarin hij een lans breekt voor een minder materiële invulling van het begrip economie.
De voorbije week was veel te doen rond het loonplafond bij bpost. Om Chris Peeters te overhalen de overstap te maken van Elia naar bpost, moest dat plafond sneuvelen. Chris Peeters zal hetzelfde basissalaris krijgen als zijn voorganger Dirk Tirez: 585.000 euro bruto per jaar, maar dan geïndexeerd. Daarnaast krijgt hij een ‘verwelkomingspremie’ van naar verluidt 250.000 euro en uitzicht op twee bonussen bij het behalen van bepaalde doelstellingen op respectievelijk één en drie jaar, die beide kunnen oplopen tot de helft van zijn loon.
Redelijkheid
Op die manier is het loonplafond naar de prullenmand verwezen, waarmee de Belgische regering in 2013 opnieuw ‘redelijkheid’ wilde brengen in de verloning van de toplui van overheidsbedrijven. Toenmalig minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille (PS) wees erop dat het plafond van 500.000 euro voor het basisloon, aangevuld met een variabele vergoeding van maximaal 150.000 euro nog steeds vijftien keer het mediaanloon van een medewerker bij bpost was. Een postbode verdient vandaag 2.000 à 3.000 euro bruto per maand.
“Is er een ideale inkomensverhouding, die weergeeft hoeveel keer meer grootverdieners mogen incasseren dan de laagste inkomens?” vraagt Jonas Van der Slycken zich af in zijn boek Genoeg voor iedereen. Hij citeert een studie waarin aan 55.000 mensen uit 40 landen werd gevraagd hoeveel ze dachten dat de topman van een bedrijf en een ongeschoolde werknemer van hetzelfde bedrijf verdienden. Daarna kregen ze de vraag hoeveel beiden idealiter zouden verdienen. “De ingeschatte loonratio’s tussen de CEO’s en de ongeschoolde werknemers schommelden van 3,7 in Denemarken tot 41,7 in Zuid-Korea, terwijl de ideale loonspanning fluctueerde van 2 in Denemarken tot 20 in Taiwan.” De ideale loonspanning over alle landen heen bedroeg volgens de studie 4,6.
Mensen wensen, meer loongelijkheid
De studie illustreert volgens Van der Slycken dat er appetijt is voor minder loonongelijkheid over landen en bevolkingsgroepen heen. “Mensen wensen meer loongelijkheid, ongeacht hun nationaliteit, leeftijd, opleidingsniveau, sociaaleconomische status, politieke affiliatie en opinie over ongelijkheid. In tegenstelling tot wat je zou denken, is meer inkomensgelijkheid niet enkel een voorkeur bij burgers in de armere lagen van de bevolking of aan de linkerkant van het politieke spectrum, maar een verlangen dat onder de hele wereldbevolking leeft.”
De belangrijkste boodschap zit al vervat in de term ‘loonspanning’, meent Van der Slycken. “De verhouding tussen de hoogste en de laagste lonen heet de loonspanning. De boodschap achter die term is eenvoudig: hoe groter de loonspanning, hoe groter de sociale spanningen.”
Lees hier het volledige interview met Jonas Van der Slycken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier