Monique Goyens (consumentenorganisatie BEUC): ‘Sommige bedrijven moeten dringend in eigen boezem tasten’
De inflatie raakt de mensen in hun portefeuille. Dat merkt ook Monique Goyens, die de Europese consumentenorganisatie BEUC leidt. Ze trekt aan de alarmbel en pleit voor een kordaat consumentenbeleid, om de koopkracht beter te beschermen.
Al bijna twintig jaar buigt de Belgische Monique Goyens zich over Europese consumentenzaken. In België is ze een nobele onbekende, maar in Europese kringen is ze een van de machtigste lobbyisten. Ze staat sinds 2007 aan het hoofd van de Europese consumentenorganisatie BEUC en vertegenwoordigt daarmee de belangen van bijna 450 miljoen Europese consumenten. “Onze leden in de lidstaten, zoals Test-Aankoop in België, moeten bekend zijn bij de consument. BEUC richt zich vooral tot de Europese beleidsmakers. In dat opzicht is het niet zo gek dat mensen mij of onze organisatie niet kennen”, zegt Goyens.
Met de stijgende inflatie heeft zich sinds vorig jaar over heel Europa een koopkrachtcrisis uitgerold, die bijna alle mensen in de geldbeugel raakt. De crisis is een samenloop van ontwikkelingen op het gebied van energie, voedingsprijzen, wonen en prijzenpraktijken van bedrijven, allemaal thema’s die in het beleidsvizier van BEUC liggen. De consumentenorganisatie trekt al meer dan een jaar aan de alarmbel, om de impact van de koopkrachtcrisis voor de mensen snel draaglijker te maken. De bedrijven en de beleidsmakers hebben daar een belangrijke rol in te spelen.
Ziet u momenteel veel oneerlijke prijzenpraktijken van bedrijven?
MONIQUE GOYENS. “Zeker in bepaalde sectoren, zoals banken, voeding en energie. Algemeen profiteren heel veel sectoren van die hogere prijzen. De voedselprijzen zijn nog altijd heel hoog, ook al zijn de eraan verbonden energiekosten sterk gezakt. De banken hebben de rentes op hun kredieten verhoogd, maar niet die op de deposito’s. Waar gaat dat verschil naartoe? De energiesector heeft ook zijn deel van de winsten gehad, al wordt die sector nu nauwer in de gaten gehouden en heb je de overwinstbelasting, die dat intoomt. Ik denk dat sommige bedrijven en sectoren dringend in eigen boezem moeten tasten, en proberen deel van de oplossing te zijn in plaats van het probleem.”
Consumenten krijgen nog veel te veel bevooroordeelde of vervuilde boodschappen en advies
Wat kunnen beleidsmakers doen?
GOYENS. “Er moeten veel meer marktwaakhonden komen, die de prijsontwikkelingen in de gaten houden en het belang van de consumenten voor ogen hebben. Er is te weinig toezicht. Bedrijven hebben hun prijzen in het afgelopen jaar enorm kunnen optrekken, maar intussen dalen de kosten wel. Men moet erop toezien dat de zaken eerlijk blijven verlopen. Toezichthouders moeten meer van zich laten horen, zodat de bedrijven ook weten dat ze in de gaten gehouden worden. Daarnaast moet het mededingingsbeleid tanden krijgen.”
In welk opzicht?
GOYENS. “Je mededingingsbeleid is maar zo goed als het aantal mensen dat je hebt om het uit te voeren en te handhaven. Kijk naar de Digital Markets Act, die de macht van digitale spelers reguleert. Dat is voorlopig een papieren tijger. Er zijn 150 mensen om het Europese mededingingsbeleid uit te voeren. Je hebt er 2.500 nodig om dat goed te doen. Wij vragen bijvoorbeeld al langer een onderzoek naar mogelijk oneerlijke praktijken van voedingsgiganten als Nestlé, Mondelez en Unilever, maar er zijn te weinig mensen om dat te doen. Hetzelfde geldt voor de kosten voor het laden van elektrische auto’s. Er is geen transparantie over de prijzen en er is te weinig concurrentie. Dat strookt niet met de visie om het wagenpark via elektrisch rijden te verduurzamen.”
Om elektrisch rijden als voorbeeld te nemen. Verduurzamen kost heel veel geld. Dat raakt de consument toch ook?
GOYENS. “Ten eerste is consumentenbeleid iets van lange adem. Het is een marathon, geen sprint. Neem bijvoorbeeld de beslissing om in de EU vanaf 2035 geen auto’s met verbrandingsmotor meer te verkopen. Dat is de juiste beslissing. Nu al zijn elektrische wagens de goedkoopste, als je alle kosten voor verbruik en onderhoud meetelt. De aankoopkosten liggen hoger, maar alle kosten daarna zijn veel lager. Het is ook goed beleid om alle bedrijfswagens verplicht elektrisch te maken, want over vier jaar komen die op de tweedehandsmarkt. Daar varen de consumenten wel bij.”
Naast transport zijn woningen en hun verwarming een belangrijke energievreter. Welke oplossingen bestaan daarvoor?
GOYENS. “Warmtepompen zijn de beste oplossing voor zowel het milieu als de koopkracht. Alleen zien we in het Europese beleid rond de energieprestatie van gebouwen een enorme lobby van de gasindustrie om verwarmingsketels op waterstof te promoten. De gaslobby wil daarmee haar gevestigde belangen verdedigen, maar waterstof is duur, gevaarlijker en minder efficiënt dan elektriciteit en bovendien niet altijd duurzaam. De lobby bespeelt het Europees Parlement en de lidstaten met de standaardargumenten dat ze met waterstof de industrie en banen zullen redden. Waterstof heeft zijn nut in andere sectoren, maar voor de verwarming van huizen zijn er veel betere alternatieven.”
Wat moet gebeuren om woningen op een betaalbare manier te verduurzamen?
GOYENS. (wijst op een kartonnen folder die tot een huis gevouwd kan worden) “Dit is een van onze informatiebrochures daarover. Wetgevers zijn als kinderen, met zoiets houd je beter hun aandacht vast (lacht). Aan de ene kant staan de problemen, aan de andere de oplossingen. Een eerste punt is advies. Mensen moeten duidelijk, onafhankelijk en niet-commercieel advies krijgen over renoveren. De energieloketten en -huizen in Vlaanderen zijn daar een goed voorbeeld van. Die hebben niets te verkopen en begeleiden de mensen op een onbevangen manier. Consumenten krijgen nog veel te veel bevooroordeelde of vervuilde boodschappen en advies.”
Toezichthouders moeten meer van zich laten horen, zodat de bedrijven ook weten dat ze in de gaten gehouden worden
Wat is nog nodig?
GOYENS. “Eenduidigheid rond energieprestatiemetingen. Als je drie experts dezelfde woning laat beoordelen, riskeer je drie verschillende energieprestatiecertificaten te krijgen. We moeten ook strenger zijn op de energieprestatie van gebouwen, door bijvoorbeeld geen huurindexering toe te laten als een bepaalde drempel niet gehaald wordt. 70 procent van het Europese woningpark loopt achter op wat nodig is om koolstofneutraal te worden.”
Denkt u niet dat heel mensen daarvan wegkijken vanwege de kosten?
GOYENS. “Niet alleen vanwege de kosten, ze zijn ook bang de verkeerde beslissing te nemen. Aan een verkeerde verwarmingsinstallatie hang je twintig jaar vast. Voor de financiering daarvan moeten er creatievere oplossingen komen, zoals aantrekkelijke leningen voor duurzame renovatie, of pay-as-you-save-oplossingen. Mijn huurbaas weigerde eerst zonnepanelen op ons dak te leggen, totdat ik zei dat hij dan de huur zou mogen verhogen. Die hogere huurkosten heb ik er intussen al uit dankzij de energiebesparing.”
Is informatie een belangrijk wapen in die lobby om consumenten de beschermen?
GOYENS. “Heel belangrijk. Er wordt heel veel nepnieuws verspreid over consumentenzaken. Bijvoorbeeld het argument van voedselzekerheid waar de landbouworganisaties altijd mee schermen. Voor de oorlog in Oekraïne is er in Europa nooit een probleem van voedselzekerheid geweest. Maar de landbouwlobby gebruikt het wel om delen van de Green Deal uit te stellen of af te wateren. Copa-Cogeca, de grootste Europese landbouwvereniging, is de enige partij waarmee ik het heb opgegeven om mee proberen te praten. Die is enorm behoudsgezind.”
Worden verkeerde feiten meer dan vroeger gebruikt om bepaalde belangen te verdedigen?
GOYENS. “Ik denk niet zozeer dat het meer gebeurt, maar het heeft een groter bereik dan vroeger door de socialemediaplatformen en hoe media ermee omgaan. Het wordt zeer polariserend gebracht. Lobby’s van het bedrijfsleven spelen ook heel erg in op de angst van mensen.”
Maar bijvoorbeeld rond de verduurzaming, daar zijn de hogere kosten toch een legitiem tegenargument?
GOYENS. “De vergroening en verduurzaming zal geld kosten, maar niets doen zal nog meer kosten. Dus dat vergt slim en moedig beleid. En mensen moeten de juiste informatie en prikkels krijgen om die transitie snel genoeg mee te maken, want we hebben geen vijftig jaar meer.”
450 miljoen
consumenten vertegenwoordigt de Europese consumentenorganisatie BEUC.
70 procent
van het Europese woningpark loopt achter op wat nodig is om koolstofneutraal te worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier