Gratis bestaat niet op de pakjesmarkt: wie betaalt de prijs van kosteloze leveringen?

© Getty Images
Roeland Byl redacteur bij Trends

De onlinehandel is gefixeerd op gratis leveringen. Onderbetaalde bezorgers worden op die manier een bijproduct van de harde concurrentieslag tussen de pakjesleveranciers.

Gratis is altijd een luchtspiegeling. Iemand betaalt uiteindelijk de rekening. In de e-commmerce lijken de consumenten daar nochtans weinig rekening mee te houden. Zij willen dat hun pakjes zonder meerkosten aan huis worden geleverd. Dat zet druk op het zakelijke model van de post- en pakjesbedrijven die de onlineaankopen tot aan uw deur brengen.

De recente invallen van de sociale inspectie bij PostNL, GLS en DPD verduidelijken hoe die concurrentiestrijd uiteindelijk gevolgen heeft voor het personeel. Marktleider bpost is als overheidsbedrijf gebonden aan beperkingen in het beheerscontract, maar de uitdagers op de markt zetten zelfstandige pakjesbezorgers in om de loonkosten beheersbaar te houden. Blijkbaar leidt dat her en der tot excessen.

Weinig transparantie

Als producten worden aangeprezen met gratis levering, zitten de transportkosten meestal gewoon verrekend in de prijs. Soms wordt er wel een prijs voor het leveren vermeld, maar die heeft weinig te maken met de reële kostprijs.

Maar hoeveel kost het om een pakje af te leveren? Door voor het hele segment van de pakket- en expreszendingen de omzet door het volume te delen, berekende de marktregulator BIPT dat in 2020 het gemiddelde tarief per pakje slechts 5,5 euro bedroeg, over alle operatoren, formaten en bestemmingen heen. Die berekening maakt geen onderscheid tussen de enkelstuktarieven voor de kleine gebruiker en de bulktarieven voor de grote professionele klanten. In dat laatste segment gelden aanzienlijke hoeveelheidskortingen.

Gratis bestaat niet op de pakjesmarkt: wie betaalt de prijs van kosteloze leveringen?

De pakjesleveranciers vertellen liever niet hoe ze hun prijs bepalen. Ze zien competitieve tarieven als een onderdeel in de concurrentiestrijd om meer marktaandeel. Veel transparantie over de kosten van de logistieke diensten in de e-commerce is er daarom niet. Als op een website al leveringskosten aan een eindconsument worden vermeld, wijken die vaak af van de onderhandelde leveringskosten die de pakketleveranciers aan de e-retailers aanrekenen. Een KPMG-rapport uit 2017 stelt vast: “Hoewel pakketleveranciers de tarieven transparant vinden, blijkt dat aan de vraagzijde niet zo te zijn. Dat creëert een verkeerde perceptie bij de eindconsument over de leveringskosten.”

De pakjesleveranciers vertellen liever niet hoe ze hun prijs bepalen.

Dat gebrek aan transparantie is opmerkelijk, want hoewel de pakketleveranciers zich op het eerste gezicht proberen te differentiëren met snelle leveringen en zondagse service, blijkt volgens het KPMG-rapport vooral dat voor de eindklant het tarief de doorslag geeft.

Hoewel het BIPT geen zicht heeft op de bulktarieven in de e-commerce, valt uit de tariefvergelijker die de regulator bijhoudt, wel op te maken dat de prijsverschillen kunnen oplopen (zie grafiek). Het tarief voor een courante zending van 2 kilogram binnen Europa schommelt tussen 5,6 en 32 euro. Al zegt dat weinig over de onderhandelde tarieven in het business-to-businesssegment. Factoren die dat beïnvloeden zijn: het volume dat een e-retailer via een pakketbezorger verstuurt, de afmetingen, het gewicht en de economische waarde van een pakket. Internationale zendingen en expresszendingen kosten doorgaans meer, net zoals een pakket waar bij de levering meerdere bezorgers nodig zijn.

Marktconcentratie

Eind oktober publiceerde het BIPT cijfers over hoe de Belgische post- en pakjesmarkt onder invloed van de pandemie evolueert. Daaruit blijkt een versnelling van de omschakeling naar pakjesbedeling. In 2010 was de brievenpost nog goed voor ongeveer 74 procent. In het pandemiejaar 2020 was dat nog amper 38 procent. Het pakjessegment daarentegen verdrievoudigde in tien jaar tot 62 procent van de postmarkt.

De markt als geheel blijft groeien en behelst al ruim 3 miljard. In 2020 lag die groei ook ongeveer vier keer hoger dan een jaar eerder. Met dank aan de opvallende vooruitgang van de e-commerce, concludeert het BIPT. Zo is tussen 2010 en 2020 het aantal jaarlijks verzonden pakketten gestegen van 72 miljoen stuks in 2010 tot 336 miljoen in 2020. Het jongste jaar toont zelfs een recordstijging van 44,5 procent tussen 2019 en 2020. Concreet is het aantal verzonden pakjes per inwoner in tien jaar tijd ruim verviervoudigd tot 29,2 pakjes per jaar, wat neerkomt op een pakje of expreszending om de 12,5 dagen.

De postale markt in België telt een tiental spelers, maar blijft sterk geconcentreerd. Het afgelopen decennium zag bpost zijn dominantie wel terugvallen van een marktaandeel van 70 naar ruim 50 procent. De vier voornaamste aanbieders (bpost, UPS, DPD en DHL Express) hebben in omzet 81,6 procent van de postale markt in handen. Als je enkel het segment van pakjes- en expresszendingen neemt, heeft bpost het grootste marktaandeel, zowel in omzet als in volume. Op basis van omzet hebben bpost, UPS en DPD samen circa 60 procent marktaandeel. DHL Express, PostNL, GLS hebben elk meer dan 5 procent. De overige operatoren hebben een marktaandeel van minder dan 5 procent.

In volume is het beeld anders. Bpost heeft met meer dan 35 procent het grootste marktaandeel, maar wordt gevolgd door DPD, PostNL en UPS, elk met meer dan 10 procent marktaandeel. GLS verstuurt 5 tot 10 procent van de pakjes en de overige spelers blijven onder 5 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content