Een burrito bestellen via internet, tickets kopen voor het festival Coachella of een botoxbehandeling boeken: het zijn vandaag niet enkel typische uitgaven van Amerikaanse consumenten, ze kunnen ook allemaal betaald worden in schijven via gespreide betaling (‘buy now, pay later’, of: BNPL).
Dat soort aankopen wordt vaak lacherig onthaald. Een lunch afbetalen in termijnen lijkt voor sommigen het toppunt van ongeremde kooplust. Anderen zien er iets dreigenders in: een manier van lenen die buiten de klassieke financiële sector om gaat, en vooral mensen met een wankele financiële positie viseert.
Toch heeft noch de spot noch de bezorgdheid de groei van de sector afgeremd. Worldpay, een internationaal betaalbedrijf, schat dat er vorig jaar wereldwijd voor 342 miljard dollar is uitgegeven via gespreide betaling, tegenover net iets meer dan 2 miljard tien jaar geleden. Ook gevestigde namen als JPMorgan Chase en PayPal hebben intussen hun intrede in die markt gemaakt, terwijl de oorspronkelijke spelers steeds meer taken overnemen die voorheen exclusief bij banken lagen. Vooral in de zakelijke kredietverlening, een weinig transparante en verouderde sector, ligt nog een enorm potentieel. Tegelijk ontstaat een nieuwe markt voor bundels van dit soort consumentenschulden, die worden verpakt als beleggingsproducten en opgekocht door vermogensbeheerders.
Jongeren trekken de kar
Het principe van aankoop of afbetaling is allesbehalve nieuw. Al in 1856 begonnen Isaac Singer en Edward Clark (de pioniers achter de Singer-naaimachine) met verkoop op afbetaling, met groot succes. De hedendaagse sector werkt nog steeds op vergelijkbare wijze. Wie een product van 100 dollar koopt, kan dat bedrag in meerdere keren terugbetalen. De aanbieder van de gespreide betaling, bijvoorbeeld Klarna uit Zweden of het Amerikaanse Affirm, schiet het volledige bedrag meteen voor aan de winkelier, en houdt in ruil een commissie van, bijvoorbeeld, 3 dollar in. Voor handelaars loont dat: klanten met toegang tot gespreide betaling geven minstens 20 procent meer uit dan wie die optie niet heeft, zonder dat de prijs zichtbaar stijgt. De consument betaalt het bedrag dan terug in vier schijven, gespreid over zes weken, doorgaans zonder rente.
Ondanks het huidige succes lijkt de sector pas aan het begin van zijn ontwikkeling te staan. Minder dan 2 procent van de Bank of America-klanten die geboren zijn vóór 1965 heeft op dit moment een lopende afbetaling via die formule. Bij millennials en generatie Z loopt dat op tot 10 procent. Naarmate jongere generaties een groter deel van de bestedingen voor hun rekening nemen, groeit ook deze markt mee. In landen waar gespreide betaling al langer ingeburgerd is, ligt het aandeel in de onlineverkoop ook aanzienlijk hoger: in Zweden verloopt meer dan een op de vijf online aankopen via deze weg, in de Verenigde Staten is dat minder dan een op de zestien. Intussen duiken er overal regionale aanbieders op: Addi in Colombia, Atome in Singapore, Tamara in Saudi-Arabië.
Banken en techspelers
De grenzen tussen klassieke bankdiensten en gespreide betaling vervagen dan ook snel. Klarna beschikt sinds 2017 over een Europese bankvergunning. Oprichter en CEO Sebastian Siemiatkowski zegt dat hij van Klarna een digitale financiële assistent wil maken, aangestuurd door artificiële intelligentie. Affirm bracht twee jaar geleden een debetkaart op de markt, waarvan het gebruik sterk is toegenomen: er zijn inmiddels bijna 2 miljoen gebruikers. Zij kunnen hun aankopen in winkels meteen volledig betalen, of kiezen voor gespreide terugbetaling. Daarmee wordt een digitale betaalwijze uit het internetverkeer ook in de fysieke wereld inzetbaar. Zowel Klarna als Affirm is intussen geïntegreerd in de digitale portemonnees van Apple en Google.
Tegelijk bewegen traditionele financiële instellingen zich in de andere richting. PayPal biedt sinds 2020 gespreide betaling aan, en profiteert daarbij van zijn nauwe relaties met handelaars. In 2024 verwerkte het bedrijf voor 33 miljard dollar aan betalingen in termijnen, en dat volume groeit jaarlijks met ongeveer 20 procent. Steeds meer banken laten hun klanten toe grote aankopen op te splitsen in kleinere betalingen. Klarna sloot bovendien samenwerkingen met internationale betalingsverwerkers, zoals Adyen, JPMorgan Payments en Stripe, waardoor de diensten van Klarna intussen beschikbaar zijn voor miljoenen handelaars wereldwijd.
Ook bedrijven kopen liever op afbetaling
Ook de zakelijke markt wordt een doelwit voor vernieuwers. Verschillende jonge technologiebedrijven proberen de verouderde markt voor leverancierskrediet open te breken, waarbij bedrijven goederen leveren aan andere bedrijven, die pas later betalen. Amerikaanse ondernemingen alleen al rapporteren voor ongeveer 4.900 miljard dollar aan uitstaande schulden aan hun leveranciers. Ter vergelijking: het totaalbedrag aan kredietkaartschulden in de VS bedraagt zo’n 1.200 miljard dollar. De sector is bovendien log en inefficiënt. Leveranciers moeten doorgaans zelf beoordelen of hun klanten kredietwaardig zijn, op basis van beperkte gegevens, en moeten vervolgens zelf achter openstaande betalingen aan.
Volgens Matthias Knecht, medeoprichter van Billie, een bedrijf dat zich toelegt op gespreide betaling tussen bedrijven, loopt de zakelijke markt ongeveer vijftien jaar achter op de consumentenmarkt. Richard Thornton, medeoprichter van Hokodo, ziet zelfs meer impact op zakelijk vlak, omdat kleine ondernemingen weinig alternatieven hebben om toegang tot krediet te krijgen. Zodra jonge bedrijven toegang krijgen tot dit soort formules, stijgt hun gemiddelde aankoopvolume met ongeveer 40 procent, zegt hij.
Toch blijven er belangrijke vragen hangen boven deze snelgroeiende sector – die zich ontwikkeld heeft in een periode zonder echte recessie. De grootste zorg: werkt gespreide betaling het risicovol lenen in de hand, bij consumenten die al op het randje leven?
Verborgen schuldenbergen?
Voor aanbieders van gespreide betaling is het cruciaal zich snel te kunnen uitbreiden zonder zelf grote schulden op de balans te moeten nemen. De gedachte aan obligaties gebaseerd op zogenoemde burrito-schulden klinkt misschien absurd, maar de schimmige markt van verhandelbare BNPL-portefeuilles floreert. Investeringsfondsen en vermogensbeheerders kopen die bundels schulden massaal op, omdat ze kortlopende, overzichtelijke activa bevatten. In oktober kocht Elliott Advisors, de Britse tak van een groot hedgefonds, de volledige Britse kredietportefeuille van Klarna, ter waarde van 39 miljard dollar. In 2023 sloot KKR, een reus in private investeringen, een akkoord met PayPal om tot 44 miljard dollar aan schulden over te nemen. Affirm bracht zelf al voor 12 miljard dollar aan effecten op de markt, gedekt door die leningen. Een insider spreekt van een stormloop op schuldpapier, waarbij de vraag naar nieuwe schuld groter is dan het aanbod.
Toch blijven er belangrijke vragen hangen boven de snelgroeiende sector, die zich ontwikkeld heeft in een periode zonder echte recessie. De grootste zorg: werkt gespreide betaling risicovol lenen in de hand, bij consumenten die al op het randje leven?
De gemiddelde gebruiker van deze formules heeft duidelijk een lager inkomen dan de klassieke kredietkaarthouder. En er zijn signalen die tot nadenken stemmen. Zo stegen de kredietverliezen bij Klarna in het eerste kwartaal van dit jaar met 17 procent ten opzichte van een jaar eerder. Volgens de Amerikaanse centrale bank is het aandeel gebruikers dat minstens één keer te laat terugbetaalde, gestegen van 15 procent in 2021 tot 24 procent in 2024.
Toch liggen de wanbetalingspercentages nog altijd beduidend lager dan bij andere consumentenkredieten. De Amerikaanse toezichthouder CFPB stelde vast dat het gemiddelde wanbetalingspercentage tussen 2019 en 2022 rond 2 procent lag bij gespreide betalingen, tegenover 10 procent voor kredietkaarten bij vergelijkbare leners. Hoewel Klarna meer verliezen boekt, groeit tegelijk het aantal uitstaande leningen. De totale wanbetalingsgraad van het bedrijf ligt onder het marktgemiddelde.
Kredietdata
Is het mogelijk dat er intussen toch een stille schuldenberg ontstaat, buiten het gezichtsveld van banken en toezichthouders? Sommige kredietverstrekkers maken zich zorgen over ‘leningen stapelen’: het afsluiten van meerdere leningen tegelijk bij verschillende aanbieders. Dat kan leiden tot een vicieuze cirkel, waarbij nieuwe leningen worden aangegaan om oude af te lossen. Toch stelt ander onderzoek van de CFPB enigszins gerust: indicatoren van financiële stress, zoals het blijven openstaan van kredietkaardschulden of extra kosten, nemen niet toe na gebruik van BNPL. Ook blijken gebruikers van gespreide betaling in de achttien maanden na hun eerste aankoop niet vaker elders geld te lenen.
In juni kondigde FICO, de belangrijkste kredietscoreleverancier in de VS, aan dat het voortaan ook scores zal berekenen op basis van betalingsgedrag bij BNPL. Julie May, een van de topfiguren bij FICO, verwijst naar een opvallende bevinding uit een studie die een jaar liep, met data van Affirm: bij de meest frequente gebruikers bleef de kredietscore stabiel of verbeterde ze zelfs, zodra BNPL-gegevens werden meegeteld. Onderzoek in Scandinavië komt tot gelijkaardige conclusies. Christine Laudenbach van de Goethe-universiteit in Frankfurt onderzocht met collega’s één miljoen kredietaanvragen bij een anonieme Noord-Europese bank die BNPL-gegevens gebruikt. Klanten met een bewezen goede terugbetalingsgeschiedenis via BNPL, konden er lenen tegen een rentevoet die gemiddeld 1,4 procentpunt lager lag dan hun officiële kredietscore normaal zou toelaten.
Het definitieve oordeel over gespreide betaling zal pas vallen tijdens een echte economische neergang. Maar hoewel veel gebruikers jong zijn en nog weinig ervaring hebben met lenen, zijn er duidelijke redenen tot optimisme. Deze nieuwe financieringsvorm lijkt veiliger en nuttiger dan critici beweren, en wint snel aan terrein.