Beurzen in de ban van conflict over Oekraïne: ‘Zeer moeilijk voor beleggers om te anticiperen’
Het is lang geleden dat we op het Europese continent te maken kregen met een oorlogsdreiging. In het verleden bleken de bijbehorende beurscorrecties vaak een koopkans, maar de combinatie met een energiecrisis maakt van Oekraïne potentieel een bommetje.
“Je moet aandelen kopen als de kanonnen bulderen”, luidt een oude beurswijsheid. Toen de Russen in maart 2014 de Krim annexeerden, duurde de correctie op de Europese beurzen ongeveer zes handelsdagen. De EuroStoxx50 speelde 4,4 procent kwijt door het conflict. Eind maart 2014 stond de index weer hoger dan voor de Russisch-Oekraïense oorlog.
Zulke dreigingen vormden wel vaker kansen voor beleggers, leert de geschiedenis. “Voor financiële markten blijft de schade meestal beperkt”, zegt Luc Aben, hoofdeconoom van Van Lanschot Kempen. “Al is het zeer moeilijk voor een belegger om te anticiperen. Het effect op de economie en de markten hangt af van de schaal en duur van een conflict.”
De aandelenstrategen van Deutsche Bank verzamelden 28 geopolitieke incidenten, van de annexatie van Tsjecho-Slowakije door Duitsland in maart 1939 tot de Amerikaanse luchtaanval op een luchtmachtbasis van het Syrische leger in april 2017. “Typisch was er een val van ongeveer drie weken tot de Amerikaanse beurzen hun bodem bereikten en duurde het nog eens drie weken voor de S&P500-index weer hersteld was”, zegt Jim Reid, hoofdstrateeg van Deutsche Bank.
Olie- of gaskraan
Bij veertien van die incidenten verloor de S&P500 minder dan 6 procent. Op de wereldoorlogen na tekenden de financiële markten de sterkste terugval op bij het gewapend conflict tussen Israël en een coalitie van Arabische landen in oktober 1973. De S&P500 verloor in 27 handelsdagen ruim 17 procent. Een jaar later stond de Amerikaanse beurs nog altijd op een verlies van 28 procent, maar dat had ook te maken met de olieboycot van de Arabische landen tegen de Verenigde Staten en enkele West-Europese landen die Israël gesteund hadden.
Net zoals de Arabische landen van 1973 tot 1974 de oliekraan dichtdraaiden, bestaat vandaag het risico dat Rusland de gaskraan dichtdraait. “Mocht de gasbevoorrading 10 procent lager gaan, dan ligt de economische schade volgens de Europese Centrale Bank rond 0,7 procent van het bruto binnenlands product. Een onderschatting, omdat er geen rekening werd gehouden met prijseffecten. Wellicht gaat de economische schade eerder richting 1 procent”, stelt Luc Aben.
“Vervelend, maar niet dramatisch”, vindt hij. “1 procent is ongeveer de gemiddelde kwartaalgroei die we in 2022 verwachten.” De economie zou dus ‘slechts’ een kwartaal stilstaan, tenminste als de energieproblemen niet lang aanslepen. Jim Reid wijst er ook nog op dat doorgaans de onderliggende economische context de trend op de beurzen dicteert op iets langere termijn, ook bij conflicten. “Veel hangt af van het momentum voor het conflict”, meent Reid. Het momentum zat al niet zo goed in 2022, met centrale bankiers die een einde dreigden te maken aan het tijdperk van gratis geld en vooral groeiaandelen die in de uitverkoop stonden.
Op 11 februari waarschuwden de Verenigde Staten dat Rusland Oekraïne zou binnenvallen. Sindsdien steeg de goudprijs met 4 procent, de olieprijs met 6 procent. De rente op Duitse (maar ook Belgische) overheidsobligaties viel weer terug. Het is duidelijk waar beleggers dekking zoeken. De waarde van de bitcoin daarentegen viel met 13 procent terug, sinds het menens werd aan de Oekraïense grens. In oorlogstijd geniet het echte goud de voorkeur op het virtuele goud.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier