Belgische pensioenlast is absoluut onhoudbaar (en overheid doet er bijna niets aan)
In geen enkel land zijn gepensioneerden meer afhankelijk van de staat dan in België. Bovendien neemt de overheid amper maatregelen om de problematiek aan te pakken. Dat blijkt uit OESO-cijfers.
Uit bovenstaande cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat de afhankelijkheid van de staat voor pensioenen het grootst is in Europa, met België en Finland als uitschieters. In die twee landen zijn 65-plussers voor hun pensioeninkomen voor meer dan 80 procent afhankelijk van de staat. Het OESO-gemiddelde bedraagt net geen 60 procent. In de 32 andere OESO-landen vallen mensen meer terug op werk en eigen kapitaal (zoals spaargeld en pensioensparen) om hun oude dag te bekostigen. Opvallend is de situatie in Chili, waar gepensioneerden voor minder dan 10 procent van hun inkomen afhankelijk zijn van de staat. Dat komt omdat het overgrote deel van de pensioensector er geprivatiseerd is.
Voor- en nadelen
‘Dat pensioeninkomen in België grotendeels van de overheid komt, is een logisch gevolg van het omslagstelsel waarmee de pensioenen gefinancierd worden,’ verduidelijkt Daan Killemaes, hoofdredacteur ad interim van Trends. ‘Het betekent dat de wettelijke pensioenen van vandaag gefinancierd worden met de sociale bedragen en belastingen op de inkomens van vandaag. De werkende generaties betalen voor de generaties met pensioen, in de wetenschap dat zij op hun beurt op de bijdragen van de volgende generaties kunnen rekenen. Nederland bijvoorbeeld teert meer op een kapitalisatiesysteem, waarbij de pensioenen voor een groot stuk gefinancierd worden met spaargeld dat iedereen in de loop van zijn loopbaan opzij zet en belegt.’
Beide systemen hebben voor- en nadelen. Killemaes: ‘In het Nederlandse kapitalisatiesysteem is het pensioeninkomen heel gevoelig voor de koersschommelingen op de financiële markten. Een zware beurscorrectie of een financiële crisis zoals die van 2008-2009 duwt de Nederlandse economie dan nog dieper in de put. Het Belgische omslagstelsel is stabieler, maar is veel kwetsbaarder voor de vergrijzing. De steeds hogere pensioenfactuur wordt, zeker op lagere termijn, op de schouders van een dalend aantal werkenden geschoven.’
Onhoudbaar en onbetaalbaar
Eerdere studies tonen aan dat de belastingdruk op de werkende bevolking met 20 procent moet stijgen om de vergrijzingskosten op te vangen. ‘Gegeven de al hoge fiscale druk in België, wordt het omslagstelsel onhoudbaar en onbetaalbaar,’ aldus Killemaes.
‘België moet daarom dringend meer mensen aan de slag houden, vooral in de leeftijdscategorie tussen 50 en 65 jaar. Dat impliceert een ernstig generatiepact, dat veel drastischer de bakens verzet dan de milde pogingen van de voorbije jaren. Naast het omslagstelsel moet België ook parallel een kapitalisatiesysteem uitbouwen, dat mensen aanmoedigt om ook zelf het wettelijk pensioeninkomen, dat in België trouwens relatief laag is, aan te vullen. België heeft al een vorm van kapitalisatie via het pensioensparen, maar die is nog te weinig veralgemeend.’
Amper maatregelen
Nog volgens de OESO heeft bijna geen enkel land de voorbije jaren zo weinig inspanningen gedaan als België om de pensioenproblematiek aan te pakken. In een onderzoek van 2009 tot 2013 over 7 mogelijke maatregelen heeft ons land op 6 van de 7 mogelijkheden helemaal niets gedaan. Er zouden enkel inspanningen geleverd zijn om mensen terug aan het werk te krijgen.
Van de 35 onderzochte landen scoort enkel IJsland even slecht als België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier