Tullow Oil
2014 was een annus horribilis voor Tullow Oil, met een omzetdaling met 16% en een zwaar verlies van 1,965 miljard USD.
Ooit zat Tullow Oil al eens op ons radarscherm, maar een tijdlang was het aandeel te hoog gewaardeerd. Dat is door de scherpe val de olie- en gasprijzen helemaal anders geworden. Vandaar dat we deze exploratie- en productiemaatschappij voor olie en gas opnieuw belichten. Tullow Oil werd gestart in 1986, maar het cruciale element en eigenlijk de echte start volgens ons voor deze Britse olie- en gasspeler was de vondst van het Jubilee-veld voor de kusten van Ghana in 2007. Vandaag beschikt Tullow over 136 licenties en 63 productievelden op een oppervlakte van 330.250 vierkante kilometer, en is het actief in 22 landen, waarvan maar liefst 12 Afrikaanse landen. Tullow noemt zich dan ook de grootste onafhankelijke exploratie- en productiemaatschappij van Afrika.
Dat is een heel belangrijke troef. De totale bewezen en vermoede reserves bedragen 1,254 miljard vaten. Vorig jaar bedroeg de gemiddelde productie 75.200 vaten olie equivalent per dag (boepd), waarvan 63.400 of 84% uit Afrika, want het Jubilee-veld offshore Ghana wordt al sinds november 2010 geëxploiteerd. Daarnaast kocht Tullow al in 2000 gasactiva van BP in de Noordzee over, die voor de resterende 11.800 barrels olie-equivalent zorgen.
Voor de productie heeft Tullow goede vooruitzichten. De groep blijft op schema (helft van project in januari al afgewerkt) om tegen midden 2016 de eerste olievaten te produceren van het TEN-project (afkorting voor de Tweneboa, Enyenra, Ntomme-velden), die zich opnieuw offshore Ghana bevinden (60 kilometer voor de westkust van het West-Afrikaanse land). Als alles op schema blijft, zal Tullow hierdoor tegen eind volgend jaar boven een daggemiddelde van 100.000 barrels olie uitkomen, wat toch algemeen wordt gezien als een drempel tot een volwaardige olieproducent. Vanaf 2017 wordt de dagcapaciteit van het TEN-project alleen op 80.000 vaten geschat.
Voor het overige situeert het potentieel van de groep zich vooral in Oost-Afrika, met de ontwikkeling van beloftevolle velden in het Lake Albert Rift Basin in Oeganda en vooral het South Lokichar Rift Basin in Kenia. En toch is de koers vorig jaar ruim gehalveerd en staat die vandaag 75% onder de piek uit het voorjaar 2012. Dat is het gevolg van het annus horribilis 2014 met een omzetdaling met 16%, tot 2,21 miljard USD, en vooral een zwaar verlies van 1,965 miljard USD door waardeverminderingen en afschrijvingen op exploratiekosten en uitrusting. De nettoschuld steeg van 1,91 naar 3,10 miljard USD, wat voor een hoge schuldgraad zorgt.
Daarom reageerde het management meteen met een rist maatregelen die zo veel mogelijk cash in de vennootschap moeten houden. Zo wordt voor onbepaalde duur het dividend geschrapt, werd het investeringsbudget teruggeschroefd tot 1,9 miljard USD voor 2015, omdat men enkel nog focust op de hogere rendementen van de Afrikaanse velden (cash break-even tussen 30 en 40 USD per vat). De kosten moeten met 500 miljoen USD in drie jaar tijd naar beneden en is er een hedging van de olieprijs voor de periode 2015-2017 (34.500 barrels 2015 tegen 86 USD per vat; 25.500 barrels 2016 en 12.500 barrels 2017 tegen telkens 83 USD per vat). Tegen 6,5 keer tussen de verhouding ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) 2016 vinden we deze groeiwaarde ondergewaardeerd, gezien de verwachte stevige winstgroei in de periode 2016-2018, gezien de opstart van de productie in het TEN-project.
Conclusie
We herstarten de opvolging van Tullow Oil. Het gaat hier immers om een succesvol verhaal in olie-exploratie en -productie in Afrika, met als minpunt de schuldpositie. Een ideale overnamekandidaat, nadat de beurskapitalisatie met drie kwart is gekrompen. We verwijzen het aandeel dan ook meteen door naar de Inside Selectie. Waarmee we ook meteen aangeven dat het om een kandidaat voor de voorbeeldportefeuille gaat.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Aandelen Europa
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier