De hogere olieproductie en de nog altijd mooie marges in de petrochemie helpen Total de lagere olieprijzen te overbruggen. Het is daarin een van de beste bedrijven in zijn sector.

Het eerste kwartaal van 2016 was een uitermate geschikte periode om de winstgevendheid van de olieproducenten te testen. De olieprijs zakte weg tot gemiddeld 33,9 dollar (USD) per vat. Dat is 37% lager dan in dezelfde periode vorig jaar. De daling van de aangepaste nettowinst met 37% in het eerste kwartaal bij Total liegt er niet om, maar in vergelijking met andere westerse oliebedrijven bleef de rendabiliteit nog het best overeind. Die grote spelers mogen er ook een kaars voor branden dat de winstmarges in de petrochemie hoge toppen scheren, waardoor geïntegreerde groepen als Total de klap van de lagere olieprijzen enigszins kunnen temperen. Die marges in de petrochemie koersen intussen 25% onder hun piekniveau van vorig jaar, maar zouden toch op peil moeten blijven.

In de ontginningsactiviteit zag Total zijn bedrijfswinst (ebit) met maar liefst 91% dalen, tot amper 142 miljoen EUR in het eerste kwartaal. Dankzij enkele fiscale meevallers daalde de nettowinst slechts met 63%. Total kon erger voorkomen door de productie op te drijven met 4%. De strategie van Total van de voorbije jaren om fors in de exploratie te investeren, vertaalt zich nu in hogere productieniveaus. Op die manier zijn echter veel miljarden dollars gevloeid naar projecten waarvan de rendabiliteit door de lager olieprijs ondermaats is. Het recente herstel van de olieprijs komt Total dus bijzonder goed uit. Het investeringsbudget werd echter fors teruggeschroefd. Jaarlijks zal nog 18 tot 19 miljard USD geïnvesteerd worden, tegenover ruim 25 miljard EUR de voorgaande jaren. Dat moet de kasstromen beschermen.

Die kasstromen zijn van essentieel belang om op termijn het dividend op het huidige peil te handhaven. Een prioriteit voor de aandeelhouders en dus ook voor het management. Vorig jaar volstonden de kasstroom uit de bedrijfsactiviteit (20 miljard USD) niet om zowel de netto-investeringen (20,5 miljard dollar) als het dividend (2,8 miljard USD) te financieren. Ook het eerste kwartaal van 2016 vertoonde een ongezonde kasstroom. Operationeel kwam er slechts 1,9 miljard USD in het laatje, maar ging er 3,9 miljard USD naar nieuwe investeringen. Daartegenover staat dat Total over een pak cashreserves beschikt en dat de balans solide is. Het dividend komt dus niet meteen in het gedrang, maar op termijn moet de olieprijs zich verder herstellen om met een gerust gemoed de dividendcoupon te knippen.

Om op termijn minder afhankelijk te worden van de grillen van de olieprijs, investeert Total in een nieuwe divisie rond aardgas, duurzame energie en elektriciteit. Total wil daarin binnen twintig jaar een topspeler zijn en een dichte band opbouwen met de klant, die ook zelf steeds meer energieproducent wordt. Daarvoor nam Total onlangs de Belgische energiehandelaar Lampiris over en eerder ook voor 950 miljoen EUR Saft Groupe, een producent van batterijen voor industrieel gebruik.


Conclusie

De hogere productie en de nog altijd mooie marges in de petrochemie helpen Total om als een van de beste bedrijven in de sector de lagere olieprijzen te overbruggen. De waardering is interessant met een koers-winstverhouding van 16 voor dit jaar en het brutodividendrendement van 5,5%. Op termijn is een verder herstel van de olieprijs wel een must om de aandeelhouders voldoende te kunnen vergoeden.

Advies: koopwaardig

Risico: laag

Rating: 1A

Partner Content