Technip
We blijven Technip als superieure kwaliteit in de oliedienstensector beschouwen. Maar het management verwacht de komende twaalf à achttien maanden nog geen verbetering van de marktomstandigheden.
Technip beheerste eind 2014 nog het financiële nieuws met een bod van 1,47 miljard EUR op sectorgenoot CGG. Dat werd later weer ingetrokken. Het was een reactie op het bod van Halliburton op Baker Hughes. Technip wilde duidelijk uitgroeien tot de Europese consolidator in de sector. Begin de zomer 2015 zat Technip weer even vooraan in het financiële nieuws. De koers kreeg een dreun na de aankondiging van een nieuw herstructureringsplan, waarmee de groep zich schrap zette voor een langdurige, mindere periode voor de oliedienstenindustrie. Maar liefst 6000 banen werden geschrapt (16% van personeel) en 650 miljoen EUR herstructureringskosten werden ten laste genomen. Tegen 2017 wil de groep voor 830 miljoen EUR structureel kosten besparen.
Nochtans is Technip een toonaangevende speler met belangrijke troefkaarten. Een eerste troefkaart is het brede activiteitenterrein. Technip heeft een Offshore/Onshore-afdeling, waarvan het eerste slaat op de installatie van boorplatforms op zee, en het tweede hoofdzakelijk op LNG en schaliegas. Maar daarnaast is er de afdeling Subsea, die betrekking heeft op flexibele pijpleidingen. Bijna alle nationale en internationale olie- en gasreuzen behoren tot het klantenbestand van het Franse oliedienstenbedrijf, waaronder Exxon Mobil, Total, BP en Petrobras.
De tweede troefkaart is de wereldwijde aanwezigheid. Technip is al decennialang actief op alle continenten. De jaarresultaten over 2015 waren bovendien erg solide en leverden dan ook een positieve koersreactie op. De groepsomzet bedroeg 12,2 miljard EUR (gespreid over 6,3 miljard Offshore/Onshore en 5,9 miljard Subsea), een toename met 14% tegenover 2014. De aangepaste bedrijfswinst (ebit) herstelde spectaculair met bijna 20% (van 825 naar 987 miljoen EUR) of een toename van de ebit-marge van 7,7 naar 8,1% op groepsniveau, met 3,4% voor Offshore/Onshore en 19,0% voor Subsea.
Geruststellend is dat het orderboek hoog blijft, met 17,0 miljard EUR, al staan we wel een stuk onder het niveau van een jaar geleden (20,9 miljard EUR eind 2014). Dat stevige orderboek laat de oliedienstengroep nog toe om het dividend voor boekjaar 2015 te handhaven op 2 EUR bruto per aandeel, terwijl de meeste waarnemers met een dividendverlaging rekening hadden gehouden.
Naar aanleiding van de jaarcijfers 2015 werden de perspectieven voor dit jaar voor beide afdelingen aangepast voor Subsea naar een omzet tussen 4,7 en 5,0 miljard EUR en voor Offshore/Onshore naar tussen 5,7 en 6 miljard EUR. Maar het margeverschil blijft groot, met 13 à 14% verwachte ebit-marge voor Subsea en slechts een marge tussen 4 à 5% voor Offshore/Onshore. Tegen ruim 10 keer de verwachte winst voor 2016 en minder dan 4 keer de verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) is het aandeel erg goedkoop. In het bijzonder voor Offshore/Onshore blijft het wel werken in moeilijke marktomstandigheden.
Conclusie
We blijven Technip als superieure kwaliteit in de oliedienstensector beschouwen. Maar het management verwacht de komende twaalf tot achttien maanden nog geen verbetering van de marktomstandigheden. Een portefeuillekandidaat, zodra de olieprijs duidelijk is uitgebodemd. Er is wel een beleggingshorizon van enkele jaren voor nodig.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Aandelen Europa
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier