Seadrill
Er is nog een lange weg te gaan, maar Seadrill rekent erop dat het totale marktaanbod tegen eind 2018 per saldo stabiel zal blijven. Intussen
De sector van de verhuurders van olieboorinstallaties trotseert nu al ruim een jaar zwaar stormweer. Vorig najaar werd duidelijk dat 2015 zeer lastig zou worden. Na de rapportering van de jaarresultaten verschoof de consensus naar een zeer uitdagend 2016, en intussen wordt met steeds meer argwaan richting 2017 gekeken. Een fameuze tegenvaller voor de Noorse wereldtopper Seadrill. Het bedrijf groeide fors in de periode 2009 tot 2014, met een uitbreiding van de vloot van 31 naar 53 platforms, maar mikte ook voor de komende jaren volop op expansie. Eind 2014 had Seadrill 16 platforms in aanbouw, waarvan er 12 in 2015 zouden worden opgeleverd, maar slechts twee platforms hadden een verhuurcontract. Een heel lastige situatie, net op het moment dat steeds meer platforms zonder werk vallen na het vervallen van het contract.
De Noren maakten dan ook noodgedwongen werk van het heronderhandelen van de opleveringstermijnen. Uiteindelijk werd het contract voor de West Mira wegens laattijdige oplevering geannuleerd, en zullen er, na de oplevering in juni van de West Carina (met contract tot juni 2018 met Petrobras), dit jaar nog maximaal twee platforms worden opgeleverd. De opleveringen van de overige zijn voorlopig al opgeschoven naar 2016 (acht) en 2017 (vier), en verdere aanpassingen loeren om de hoek.
In het eerste semester van 2015 daalde het orderboek van de Seadrill Group – inclusief de deelnemingen in North Atlantic Drilling (70,4%), Seadrill Partners (46,6%), Sevan Drilling (50,1%) en Seamex (50%) – van 17,2 miljard USD naar 14 miljard USD. Het orderboek nam het voorbije trimester per saldo met 300 miljoen USD toe, dankzij het verlengen van een aantal lopende contracten, in ruil voor het toestaan van korting op het verhuurtarief van het bestaande contract. De topman liet verstaan dat dezelfde tactiek wellicht nog bij andere contracten zal worden toegepast. Goed nieuws is dat het overaanbod niet alleen wordt ingeperkt door het opschuiven van de opleveringstermijnen van de nieuwe platforms, maar ook door het toenemend aantal verschrotingen van oudere installaties.
Er is nog een lange weg te gaan, maar Seadrill rekent erop dat het totale marktaanbod tegen eind 2018 per saldo stabiel zal blijven. Intussen kon Seadrill voor het tweede opeenvolgende kwartaal beter dan verwachte resultaten presenteren. De nettowinst bedroeg in het tweede kwartaal 379 miljoen USD, of 0,77 USD per aandeel tegenover 0,59 USD per aandeel verwacht. De kostenbesparingen worden verder opgedreven, van 250 miljoen USD vorig jaar naar 500 miljoen USD dit jaar. De nettoschuld daalde sinds eind 2014 met 1,5 miljard USD, tot 10,3 miljard USD. De bankconvenanten werden ook heronderhandeld waardoor het bedrijf zichzelf meer tijd kocht om de forse dip te overbruggen. Eerder dit jaar sneuvelde ook al het royale dividend.
Conclusie
Het is alle hens aan dek voor Seadrill. De huidige waardering van 3,8 keer de verwachte winst 2016, 0,3 keer de boekwaarde en een ondernemingswaarde van 6,5 keer de verwachte bedrijfskasstroom voor 2016, verrekent evenwel een langdurige crisisperiode. We verhogen wel het risicoprofiel, gezien de onzekerheden over het nieuwbouwprogramma en de schuldpositie.
Advies: koopwaardig
Risico: hoog
Rating: 1C
Aandelen Europa
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier