Hoewel we een verrassende wending nog niet uitsluiten, lijkt de kans op een geslaagd overnamebod van Potash Corp. op K+S eerder klein.

Sinds eind juni staat alles bij de Duitse meststoffen- en zoutproducent K+S in het teken van een mogelijke overname door het Canadese Potash Corp. Toen raakte bekend dat de Canadezen een overnamebod in cash overwegen van 7,8 miljard EUR of 41 EUR per aandeel. K+S reageerde kort nadien door te stellen dat het bod ruimschoots onvoldoende de onderliggende waarde van het bedrijf weerspiegelt. Het management verwijst vooral naar de waarde van legacy, het eerste nieuwbouwpotashproject (‘greenfield’) in de Canadese provincie Saskatchewan in meer dan veertig jaar, die tussen 11 en 21 EUR per aandeel zou bedragen. Daarnaast bieden de plannen van Potash Corp naar eigen zeggen te weinig garanties voor de bestaande zout- en meststoffenactiviteiten, vooral in Duitsland.

Na een initiële koerssprong van ruim 35%, tot net onder 40 EUR, verloor het aandeel sindsdien ruim 15%. K+S maakte in augustus bekend dat uit een navraag bij de retailaandeelhouders (30% van het kapitaal) bleek dat 84% de weigering van een eventueel overnamebod steunt. K+S verweerde zich nog explicieter door op 18 augustus een leveringscontract voor legacy van 500.000 ton potash per jaar af te sluiten met Koch Fertilizer. De bouw van legacy verloopt nog steeds volgens plan en binnen het voorziene budget van 4,1 miljard Canadese dollar (CAD) en de productie zal in de tweede helft van 2016 opstarten. In 2017 zou de mijn al positief bijdragen aan de kasstroom op basis van 1 miljoen ton productie. Vanaf 2018 zal de productie minstens 2 miljoen ton bedragen.

Intussen presenteerde K+S sterke kwartaalcijfers. De omzet steeg in het tweede trimester met 16,4%, tot 914,4 miljoen EUR, vooral dankzij een forse groei in de zoutafdeling van 30,2%, tot 374 miljoen EUR. Na 6 maanden bedraagt de omzet 2,29 miljard EUR (+16%), netjes verdeeld over de zoutafdeling (1,1 miljard EUR; +18,6%) en de meststoffenafdeling (1,1 miljard EUR; +14,5%). De sterke resultaten in de zoutafdeling waren een gecombineerd effect van 13% extra volume en hogere verkoopprijzen. De bedrijfswinst (ebit) steeg hierdoor fors, van 1,7 naar 42,6 miljoen EUR, en na zes maanden van 90,8 naar 184,5 miljoen EUR, of een ebit-marge van 16,8%, tegenover 9,8% vorig jaar. In de meststoffendafdeling daalde de ebit in het tweede kwartaal met 9,6%, tot 143,9 miljoen EUR, maar steeg recurrent (zonder eenmalige elementen) met 14%, door 30 miljoen EUR eenmalige inkomsten in 2014.

Na de eerste jaarhelft is er een toename van de ebit met 11,4%, tot 327,1 miljoen EUR, of een ebit-marge van 29,5%, tegenover 30,3% in 2014. De recurrente nettowinst steeg met 46,4%, tot 118,7 miljoen EUR, of 0,62 EUR per aandeel en na het eerste semester bedraagt de recurrente nettowinst 317 miljoen EUR, of 1,66 EUR per aandeel (+42,4%). Het management is voor beide afdelingen positief gestemd voor de tweede jaarhelft, en stelde een groepsebit op jaarbasis voorop tussen 780 en 860 miljoen EUR, tegenover 641 miljoen EUR in 2014.

Conclusie

Hoewel we een verrassende wending nog niet uitsluiten, lijkt de kans op een geslaagd overnamebod van Potash Corp. op K+S eerder klein. De koers zal in dat geval wellicht verder terugvallen, en dat kan een uitstekend koopmoment opleveren. Voorlopig wachten we de verdere evolutie af.

Advies: houden/afwachten

Risico: gemiddeld

Rating: 2B

Partner Content