Hoe gaan beleggers best om met de nieuwe meerwaardebelasting? ‘Transacties doen om louter fiscale redenen, is dom’

Anton van Zantbeek
Anton van Zantbeek (Rivus): "‘Wie aandelen verkoopt om elk jaar de vrijstelling van 10.000 euro te krijgen, spant het paard voor de kar’ © Rivus Advocaten
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Op 31 december zet de wetgever de teller voor alle financiële activa op nul. Als u daarna meer dan 10.000 euro meerwaarde realiseert, betaalt u 10 procent belasting bij de verkoop. Volgens fiscaal advocaat Anton van Zantbeek (Rivus) is het verleidelijk, maar niet verstandig om uw gedrag aan te passen.

De grote principes van de nieuwe meerwaardebelasting zijn sinds de zomer bekend. Het gaat om een belasting op de winsten, die u vanaf 2026 realiseert op de verkoop van financiële activa. Wat zijn financiële activa? Aandelen vallen onder dat begrip, maar ook obligaties, ETF’s, beleggingsfondsen en levensverzekeringen. Levensverzekeringen die gebruikt worden voor pensioenopbouw met een fiscaal voordeel vallen daar buiten. Beleggingsgoud en cryptoactiva zitten in het vizier. De meerwaardebelasting geldt ook voor derivaten, zoals opties, al is het nog niet helemaal duidelijk hoe de belasting daarop berekend zal worden.

Heeft u vandaag veel winst op uw beleggingsportefeuille? Dan is de nieuwe meerwaardebelasting geen reden om beleggingen de deur uit te doen. Historische winsten blijven buiten schot. Het aandeel van de chipmaker Nvidia ging de voorbije vijf jaar maal 14. Als u gelooft dat die dominante speler in AI, nog veel jus in de benen heeft, houdt u het aandeel het best gewoon bij. ‘Let your profits run’ is niet voor niks een oude beleggingswijsheid.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

“Elke beleggingsbeslissing die louter ingegeven wordt door fiscale motieven, is een potentieel slechte beslissing”, waarschuwt fiscaal advocaat Anton van Zantbeek, medeoprichter van het advocatenkantoor Rivus. Het advies om elk jaar de vrijstelling van 10.000 euro te claimen, zou Van Zantbeek dan ook in de wind slaan. “Dat is het paard achter de kar spannen.”

Van Zantbeek: “Bij elke aan- en verkoop van aandelen betalen beleggers 0,35 procent taks op beursverrichtingen (TOB) en transactiekosten. Als je een aandeel verkoopt om meerwaardebelasting te vermijden, maar het daarna weer terug moet kopen, betaal je al die taksen en kosten. Reken maar eens uit wat er dan nog overblijft van je zogenaamde winst.” Elk jaar dat u geen verkopen met een meerwaarde doet, komt er 1.000 euro bij de vrijstelling. Tot een maximum van 15.000 euro, na vijf opeenvolgende jaren zonder gerealiseerde meerwaarden.

1. Nieuwe beleggingen vanaf 2026

Voor ‘nieuwe’ beleggingen die u vanaf 2026 doet, is het vrij eenvoudig. De startwaarde is de aankoopprijs, zonder dat u daar de kosten of de taksen kunt aftrekken. Stel dat u de komende tien jaar elke maand een of meer deelbewijzen van een ETF koopt. Na tien jaar heeft u het geld nodig en verkoopt u alle deelbewijzen. Dan moet u een gewogen gemiddelde maken van de prijs die u door de jaren heen hebt betaald om de aankoopprijs te berekenen. Daarbij vermenigvuldigt u de prijs met het aantal deelbewijzen dat u tegen die prijs hebt gekocht. De wetgever hanteert een FIFO-principe: first in, first out. Dat betekent dat u ervan moet uitgaan dat de beleggingen die u het eerste kocht ook weer het eerst de deur uit gaan.

2. Oude beleggingen van voor 2026

Voor ‘oude’ beleggingen is het vrij eenvoudig. De Belgische banken en verzekeraars maken een foto van uw beleggingen op 31 december. Voor beursgenoteerde effecten zoals aandelen is het nulpunt de laatste koers in 2025. Voor bancaire fondsen en levensverzekeringen kan de laatste gepubliceerde intrinsieke waarde van 2025 als vertrekpunt voor de berekening van de meerwaarde dienen. Betaalde u in de afgelopen jaren een hogere prijs voor een aandeel dan wat het op 31 december waard is, dan kunt u die hogere aankoopprijs nog vijf jaar lang als startwaarde gebruiken. “Die overgangsregeling geldt tot eind 2030. Je zal die hogere aankoopprijs moeten bewijzen en claimen via de aangifte”, weet Van Zantbeek. Vanaf 1 januari 2031 kijkt de fiscus alleen nog naar het fotomoment op 31 december 2025.

Voor bepaalde activa zoals goud of voor beleggingen in het buitenland zult u die foto van uw vermogen zelf moeten nemen. Hoe dan ook houdt u het best bewijzen van alle transacties bij, voor het geval u ooit vragen krijgt over de herkomst van geld of voor het geval uw aankoopprijs hoger lag dan de waarde van uw belegging op 31 december 2025.

Wat de startwaarde is, ligt niet voor alle financiële activa voor de hand. Over de waardering van gouden munten of baren staat niets in de memorie van toelichting of het wetsontwerp zoals het voor het politieke zomerreces circuleerde. Niet elke goudhandelaar afficheert exact dezelfde prijzen voor gouden munten of baren. Een historiek van die prijzen is niet altijd terug te vinden. “Het belangrijkste is om een coherente lijn te trekken als belastingplichtige en dus een coherente waarderingsstrategie toe te passen voor al je beleggingen. Als jij niet aan de informatie raakt, zal de fiscus er ook niet aan geraken en zal de dienst je waardering doorgaans wel aanvaarden”, meent Van Zantbeek.

3. Wanneer wordt de meerwaardebelasting van kracht?

Het kabinet van minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) houdt vast aan de timing van 1 januari 2026. “De regering heeft nog een jaar de tijd om de wet te laten aannemen door het parlement en die te publiceren in het Staatsblad. Dat voelt heel fout, maar het is wel zo. Voor het aanslagjaar 2027, of het inkomstenjaar 2026, zijn het de wetten van toepassing op 1 januari 2027 die bepalen hoeveel belasting wij zullen betalen”, stelt Van Zantbeek. “Het is natuurlijk niet handig als je aan de banken vraagt om de tollenaar van de overheid te zijn. Zij kunnen geen belasting innen zonder dat er een wet is.”

De regering heeft daarom een tijdelijke regeling uitgedokterd, waarbij de belastingplichtigen op eigen initiatief aan de bank kunnen vragen om 10 procent in te houden op elke meerwaarde bij de verkoop. Tot nu toe werd gezegd dat belastingplichtigen bij de banken de keuze zouden krijgen tussen een opt-in of een opt-out. Bij de opt-in zouden de banken een bevrijdende belasting heffen op alle meerwaarde. “De meerwaarde ondergaat dan een belasting van 10 procent, maar je krijgt geen belastingkrediet voor de minwaarden. Als je voor het opt-insysteem gaat, vraag je aan de bank om een voorheffing van 10 procent in te houden. Alle plussen in je beleggingsportefeuille worden belast, maar voor de minnen krijg je geen krediet. Dat wil dus zeggen dat je eigenlijk veel te veel belastingen betaalt”, legt Van Zantbeek uit.

‘De enige reden om voor opt-in te kiezen, is omdat je iets te verbergen hebt’

Beleggers kunnen wel nog achteraf via de aangifte de minnen verrekenen, als ze de nodige bewijsstukken voorleggen. “Als je minder belasting wilt betalen, zul je ervoor moeten werken. Beleggers zullen een boekhouding moeten bijhouden, of je nu kiest voor opt-out of opt-in”, zegt de advocaat. De belangrijkste troef van de opt-in, de anonimiteit, zijn beleggers kwijt als ze de minwaarden willen aftrekken van de meerwaarde. “De enige reden om voor opt-in te kiezen, is omdat je iets te verbergen hebt”, vindt Van Zantbeek.

4. Op welk moment wordt de belasting geïnd?

Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de Belgische banken en brokers de meerwaardebelasting aan de bron zouden afhouden, tenzij de klanten voor de opt-out zouden kiezen. Dat wil zeggen dat u de belasting betaalt, zodra de winst op uw rekening komt. Zolang er geen wet is, kan dat niet. Wie kiest voor de opt-out, betaalt de belasting bij de afrekening van de belastingaanslag. Dat wil zeggen dat u pas eind 2027 of begin 2028 de meerwaardebelasting moet afdragen voor verkopen in 2026.

“Waarom zou je een renteloze lening aan de overheid geven door te kiezen voor de opt-in?” vraagt Van Zantbeek zich af. “En je zal bijna altijd te veel belasting betalen. Wat je te veel hebt betaald aan meerwaardebelasting, kun je dan pas twee jaar later terugkrijgen nadat je je minwaarden via de aangifte van de personenbelasting hebt aangegeven.”

5. Zet u het best minwaarde af tegen meerwaarde?

Stel dat u winst neemt op een grote positie, waarvan de meerwaarde meer dan 10.000 euro bedraagt. Het zou best kunnen dat u al jarenlang een aantal verliezers hebt zitten in uw portefeuille, waarin u niet meer gelooft, maar waarvan u het verlies nog niet hebt willen doorslikken. Is het dan een goed idee om zo’n verliezer te verkopen om uw meerwaarde van dat jaar onder de 10.000 euro te brengen? “Ik denk dat je het best beleggingsbeslissingen neemt op andere gronden dan die meerwaardebelasting van 10 procent”, zegt Anton van Zantbeek. “Als je echt je fiscale lasten wilt beheren, kun je dat wel doen.”

Van Zantbeek neemt het filosofisch op: “Ten eerste: kies nooit voor de opt-in. Ten tweede: wees blij dat je meerwaardebelasting moet betalen, want dan heb je meerwaarde. Ten derde: als het je allemaal te veel wordt, met al die verschillende belastingen, ga dan voor een wrapper – een ETF, een bancair fonds of een levensverzekering – en kapitaliseer je winsten zoveel mogelijk.”

Voor de actieve belegger in individuele aandelen heeft Van Zantbeek ook nog enkele adviezen. “Maak het u zelf niet te moeilijk. Beperk het aantal rekeningen. Beperk het aantal banken of brokers en zoek een tussenpersoon uit die u netjes de afrekening geeft van al uw meerwaarden en minwaarden van het afgelopen jaar.” De kans is groot dat de buitenlandse prijsbrekers dat niet voor u zullen doen, terwijl de Belgische banken en brokers u daarin wel zullen bijstaan.

‘Wie aandelen verkoopt om elk jaar de vrijstelling van 10.000 euro te krijgen, spant het paard voor de kar’

Vanaf 18 december is onze jaarlijkse gids Beleggen in 2026 te koop in de krantenwinkel of de supermarkt.

Partner Expertise