Glencore is nog altijd de goedkoopste mijnbouwgigant
Glencore staat er financieel beduidend beter voor dan tijdens de vorige crisissen en kan dus tegen een stootje.
De beursprestatie van de mijngroep Glencore blijft al een hele tijd achter op die van de sectorgenoten BHP Billiton en Rio Tinto. Glencore beschikt over een mijndivisie die actief is in de ontginning van onder meer koper, kobalt, steenkool, olie, zink en nikkel. De handelsdivisie van de groep is een van de grootste ter wereld. Het achterblijven van Glencore heeft diverse redenen. De activiteiten van de groep in de Democratische Republiek Congo, Venezuela en Nigeria zijn het voorwerp van een onderzoek naar corruptie en witwasactiviteiten.
Glencore profileert zich als specialist in grondstoffen die nodig zijn voor groene energie als wind en zon, en batterijen voor elektrische voertuigen. Terwijl BHP Billiton en Rio Tinto konden genieten van hoge ijzerertsprijzen, gingen die van kobalt, steenkool, koper en zink achteruit. Vooral steenkool (-27%) en kobalt (-57%) kregen een flinke tik. Kobalt wordt als bijproduct van koper in Congo geproduceerd. De Mutanda-mijn met de grootste kobaltopbrengst ter wereld werd in 2018 gesloten wegens onvoldoende rendabel. Ook bij Katanga waren er operationele problemen, maar die zijn onder controle.
Op groepsniveau realiseerde Glencore in 2019 een aangepaste bedrijfswinst (ebitda) van 11,6 miljard dollar. Dat was 26 procent minder dan een jaar eerder, maar 10 procent boven de prognose. De industriële tak nam 9 miljard dollar voor zijn rekening (-32%) en de ebitda van de handelsdivisie bleef met 2,4 miljard dollar zo goed als ongewijzigd. Netto dook Glencore 0,4 miljard dollar in het rood door afschrijvingen op de boekwaarde van steenkoolmijnen in Colombia, olie-activa in Tsjaad en de koperactiviteiten in Afrika. Zonder die afboekingen bedroeg de winst 2,4 miljard dollar of 58 procent minder dan een jaar eerder. De cijfers van 2020 zullen afhangen van de impact van de coronamaatregelen.
Sinds 2018 keert Glencore een basisbedrag van 1 miljard dollar aan dividenden uit, aangevuld met minstens een kwart van de vrije kasstromen die de industriële divisie genereert. Vorig jaar ging het om 2,7 miljard dollar, aangevuld met 2,3 miljard dollar voor de inkoop van eigen aandelen. Het basisbedrag zal wellicht niet wijzigen, maar de kasstromen zullen dit jaar waarschijnlijk een stuk lager uitkomen. Het is bemoedigend dat in China, dat de helft van de globale grondstoffenconsumptie voor zijn rekening neemt, het ergste van de coronacrisis achter de rug lijkt te zijn.
Glencore profiteert ook aan de kostenzijde. Enerzijds door de fors gedaalde olieprijs, maar ook door de stijging van de dollar. Een groot deel van de kosten wordt afgerekend in de lokale valuta van productielanden die sterk in waarde is gedaald tegenover de Amerikaanse munt.
Door de hogere aandeelhoudersvergoedingen en enkele overnames steeg de nettoschuld vorig jaar naar 17,56 miljard dollar of 1,5 keer de ebitda. In 2015 was de groepsschuld nog bijna dubbel zo hoog. Glencore wil die in 2020 afbouwen naar 14 tot 15 miljard dollar. De geplande kapitaaluitgaven blijven nagenoeg ongewijzigd op 5 miljard dollar, maar Glencore wil dat doel bereiken door onder meer enkele niet-strategische activa te verkopen. De ambitie is de nettoschuld in verhouding tot de ebitda op 1 te brengen.
Conclusie
Glencore staat er financieel beduidend beter voor dan tijdens de vorige crisissen en kan dus tegen een stootje. We gaan ervan uit dat na de koersdaling van de voorbije maanden veel slecht nieuws al in de koers verrekend zit. Tegen 0,6 keer de boekwaarde is het aandeel al goedkoop, zelfs als we een dividendverlaging incalculeren.
Advies: koopwaardig
Risico: hoog
Rating: 1C
Koers: 129,9 pence
Ticker: GLEN.LN
Isin-code: JE00B4T3BW64
Markt: London Stock Exchange
Beurskapitalisatie: 17,8 miljard pond
K/w 2019: –
Verwachte k/w 2020: –
Koersverschil 12 maanden: -55%
Koersverschil sinds jaarbegin: -46%
Dividendrendement: 12,5%
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier