Een derde van lockdownbeleggers is op de beurs gebleven

Voor de tweede keer sinds de pandemie heeft de financieel toezichthouder FSMA het gedrag van de Belgische kleine beleggers bestudeerd, aan de hand van 28 miljoen transacties uitgevoerd door 612.000 particulieren.

Sinds de Europese MiFIR-verordening (Markets in Financial Instruments Regulation) kan FSMA het gedrag van de Belgische populatie van beleggers bestuderen. FSMA heeft toegang tot de 28 miljoen transacties die Belgische beleggers tussen 2019 en 2023 via beursmakelaars hebben uitgevoerd. Een eerste belangrijke vaststelling is dat er veel Belgen zijn beginnen beleggen met de lockdown en ongeveer 35 procent van die mensen is sindsdien ook blijven beleggen. Mede daardoor vonden in 2023 nog altijd meer beurstransacties plaats dan voor covid toesloeg.

Amper vrouwen

Die beurstransacties van 2019-2023 omvatten een totale waarde van 122 miljard euro, waarvan 112 miljard euro in aandelen (94,5%) en 10 miljard euro in exchange traded funds of ETF’s (5,5%). Een tweede belangrijke vaststelling is dat twee op de drie transacties door mannen werd uitgevoerd vanop een individuele rekening en een kwart van de transacties vanop gemeenschappelijke rekeningen. Dat wil zeggen dat er amper vrouwen zijn die op eigen houtje beleggen (maximaal 9%).

Het valt op dat ETF’s vooral populair zijn bij de jonge beleggers, aandelen en opties vooral bij de oudere beleggers. “Het aantal actieve ETF-beleggers blijft stijgen, terwijl het aantal aandelenbeleggers sinds de covid-piek gestaag zakt”, zegt Koen Breemersch, de expert van FSMA die zich met het onderzoek bezighield. “Nieuwe beleggers beginnen vaak met een ETF als allereerste beleggingsinstrument. In 2023 waren ETF-beleggers gemiddeld tien jaar jonger dan aandelenbeleggers. Bijna een op vier particuliere beleggers kocht of verkocht het afgelopen jaar minstens één ETF.”

Alle eieren in één mand

In 2019 handelde ongeveer een op de tien actieve beleggers minstens één keer in ETF’s. In 2023 was dat bijna een op de vier. Wat risicospreiding betreft, zouden aandelenbeleggers wat beter hun best kunnen doen. Meer dan één op de drie beleggers heeft slechts in één aandeel gehandeld. Meer dan de helft van alle beleggers handelde in maximaal drie aandelen. Met een tot drie aandelen doet u nog niet aan risicospreiding. Daar staat tegenover dat een op de vijf beleggers in minstens tien aandelen investeerde. Niet alle eieren in één mand leggen, is misschien wel de belangrijkste regel voor succesvolle beleggers.

Er zijn nog verschillen tussen jonge en oudere beleggers. Oudere beleggers kiezen vaker voor Belgische aandelen en jongere beleggers kopen vaker buitenlandse aandelen (lees: Amerikaanse aandelen). Voor wat betreft transacties in opties – dit zijn een soort contracten om aandelen na verloop van tijd tegen een voorafbepaalde prijs te kopen of te verkopen – zijn de vijftigplussers goed voor 55 procent van de transacties. De Belgische optiebelegger is gemiddeld 54 jaar.

Lees ook: