Na een moeilijk 2013 staat dit jaar voor Danone in het teken van een groeiherstel.

Danone wordt al decennia geleid door de familie Riboud. Het werd gesticht door vader Antoine en wordt nu geleid door zoon Franck. De Franse voedingsgigant is uitgegroeid tot de nummer drie in Europa, na Nestlé en Unilever. Maar de jongste jaren sputtert de groeimotor bij Danone. De voorbije twaalf maanden presteerde het aandeel 25% minder goed dan de CAC40-index, en ook over drie jaar deed het aandeel het 6% minder goed dan de Franse beursindex. Minstens even significant is dat het aandeel het een stuk zwakker doet dan de Europese sectorgenoten. Op vijf jaar bedraagt de gemiddelde return slechts 11,4% voor Danone, tegenover 15,6% voor Nestlé en zelfs 19,1% voor Unilever.

Nochtans is Danone goed vertegenwoordigd in veel groeidomeinen van de Europese voedingsmarkt, waaronder segmenten die een link hebben met de tendens tot gezondere en evenwichtigere voeding en levensstijl. Danone is wereldmarktleider in verse zuivelwaren (met succesverhaal Activia), nummer twee in babyvoeding en nummer één in gezondheidsbevorderende voedingswaren (Actimel, Danacol, Fortisip). Danone is verder nummer twee in water, met 15% wereldmarktaandeel, en het bezit twee van de top-vijfwereldmerken (Evian en Volvic). Danone bekijkt echter de verkoop van de afdeling gezondheidsbevorderende voedingswaren. Volgens de Franse beurskrant Les Echos kan die verkoop 3 miljard EUR opbrengen en hebben zich al vier kandidaat-kopers gemeld, waaronder Nestlé.

2013 was een teleurstellend jaar. De omzet bedroeg 21,3 miljard EUR, waardoor de omzettoename beperkt bleef tot 2,1% (wel +4,8% als we met constante wisselkoersen rekenen en de vergelijkbare omzet nemen). Er is daarvoor wel een grote, verzachtende omstandigheid: het Fonterra-incident. Die Nieuw-Zeelandse toeleverancier van Danone meldde op 2 augustus 2013 dat er mogelijk een bacteriële infectie zat in een ingrediënt van de babyvoeding. Daardoor moest Danone in acht Aziatische landen de volledige voorraad van enkele babyvoedingsproducten uit de rekken halen. Op 29 augustus kwam het bevrijdende nieuws dat er toch niets aan de hand was. Maar er werd 370 miljoen EUR omzet gemist met een kostenimpact van 306 miljoen EUR, waarvan 201 miljoen EUR eenmalige kosten.

Door het Fonterra-incident zakte de omzet uit babyvoeding met 8,6% in de periode juli-september en was er ook in het vierde trimester nog een afname van 6,9%, tegenover 17,1% groei in het eerste en 13,5% omzettoename in het tweede kwartaal. Op jaarbasis zakte de vergelijkbare omzetgroei van 11,6% in 2012 naar 3,6% vorig jaar. Daarnaast is er de zwakte van de West-Europese yoghurtmarkt. Beide elementen verklaren de druk op de operationele (ebit-)marge. Die is het afgelopen jaar gedaald met 99 basispunten (0,99%), van 14,18 naar 13,19%, waardoor de nettowinst per aandeel 7,9% lager (-2,2% vergelijkbare omzet en constante wisselkoersen) ging, tot 2,78 EUR. Het dividend bleef ongewijzigd op 1,45 EUR per aandeel.

Conclusie

Na een moeilijk 2013 staat dit jaar in het teken van een groeiherstel. Vooral vanaf volgend jaar moet de winstgroei duidelijk herleven. Op basis van 18 keer de verwachte winst 2014 en een verhouding tussen de ondernemingswaarde(ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) van 9,5 is het aandeel niet echt goedkoop. De mogelijke verkoop van de divisie gezondheidsbevorderende voedingswaren doet de koers echter herleven.

Advies: koopwaardig

Risico: laag

Rating: 1A

Partner Content