Cameco verlengt productiestop in grootste mijn
De prijs van een pond uranium klom de voorbije weken voor het eerst sinds december boven 24 dollar. Toch is dit voor mijnbouwbedrijven nog altijd veel te laag om rendabel de productie te organiseren. Verschillende uraniumproducenten grijpen daarom in aan de aanbodzijde.
Het Canadese Cameco, goed voor ongeveer een zesde van de wereldproductie, is een voorloper. Al in 2016 werd beslist om de Rabbit Lake-mijn stil te leggen. Begin dit jaar besliste het management om de grootste mijn van de groep (McArthur River) in ‘care and maintenance‘ te plaatsen. Alleen de hoogstnodige onderhoudswerkzaamheden gebeuren nog, zoals het wegpompen van grondwater, maar er wordt niet meer geproduceerd. Ook de activiteiten van de verwerkingsinstallatie (Key Lake) werden opgeschort. Aanvankelijk was het de bedoeling dit tien maanden vol te houden. Maar aangezien de situatie op de uraniummarkt in de eerste jaarhelft nauwelijks verbeterde, geldt de productiestop nu voor onbepaalde tijd. McArthur River is normaal goed voor een output van 18 miljoen pond per jaar of 15 procent van de productie.
De beslissing heeft gevolgen voor het personeel. Er volgen 550 directe afvloeiingen en in het hoofdkantoor verdwijnen nog eens 150 banen. Cameco zal daarom in het derde kwartaal een herstructureringslast van 40 tot 45 miljoen dollar boeken.
Eerder besliste ook Paladin Energy zijn Langer Heinrich-mijn in Namibië in ‘care and maintenance’ te plaatsen. In Kazachstan, de grootste uraniumproducent ter wereld, gaat het allemaal iets trager. Bij het staatsbedrijf KazAtomProm spelen naast economische ook sociale motieven. Toch raken ook de leiders van de centraal-Aziatische republiek stilaan overtuigd van de noodzaak om de productie te beperken om tot prijzen te komen die voor de hele industrie leefbaar zijn. KazAtomProm verlaagde de verwachte uraniumproductie voor 2018 van 60 naar 56 miljoen pond.
Cameco boekte in het tweede kwartaal een nettoverlies van 28 miljoen dollar. Over de eerste jaarhelft was er een kleine winst van 6 miljoen dollar. De groep mikt voor 2018 op een verkoopvolume van 34 tot 35 miljoen pond. Dat zal volgend jaar afnemen naar 25 tot 27 miljoen pond. De eigenmijnproductie van de groep zal dit en volgend jaar blijven steken op iets meer dan 9 miljoen pond. De rest wordt aangevuld door de voorraden aan te spreken en uranium op de markt aan te kopen. Cameco hoopt het omslagpunt van de markt sneller te bereiken door zelf aan de vraagzijde actief te worden.
Er zijn stilaan wel lichtpunten in de uraniumindustrie. Negen Japanse kernreactoren werden weer opgestart en is er ook een privaat initiatief om fysiek uranium aan te kopen (Yellow Cake, zie Inside Beleggen B27). Eind vorig jaar besliste Cameco het dividend te verlagen van 40 naar 8 dollarcent op jaarbasis. Cameco had na de eerste jaarhelft 837 miljoen dollar in kas. Dat is 41 procent, of 245 miljoen dollar, meer dan zes maanden eerder. De toename is te danken aan de hogere operationele kasstroom. Tegenover de kaspositie staat een schuld van net geen 1,5 miljard dollar. Dit brengt de groepsschuld op netto 658 miljoen dollar. Cameco heeft daarnaast ook nog voor 838 miljoen dollar uranium in voorraad.
Conclusie
Cameco heeft de lastige maar enige juiste beslissing genomen om de productie in de grootste mijn voor onbepaalde tijd op te schorten. De voorraden en de financiële slagkracht maken het mogelijk om aan de lopende leveringscontracten te blijven voldoen en tegelijk niet met verlies te moeten produceren. Cameco is in vergelijking met sectorgenoten voldoende gewapend om het nog een tijdje uit te zingen. Tegen 1,2 keer de boekwaarde is Cameco nog altijd erg aantrekkelijk geprijsd.
Advies: koopwaardig
Risico: hoog
Rating: 1C
Koers: 11,17 dollar
Ticker: CCJ US
ISIN-code: CA13321L1085
Markt: New York Stock Exchange
Beurskapitalisatie: 4,6 miljard dollar
K/w 2017: –
Verwachte k/w 2018: 49
Koersverschil 12 maanden: +12%
Koersverschil sinds jaarbegin: +21%
Dividendrendement: 0,7%
Aandelen VS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier