Wat kan je doen als je niet akkoord gaat met de fiscus?
Veel belastingplichtigen hebben hun fiscale aanslag met betrekking tot inkomstenjaar 2013 reeds ontvangen of zullen deze binnenkort in de brievenbus krijgen. Wat kan je doen als je niet akkoord gaat met de berekening door de fiscus?
Fiscale afrekeningen, de zogenaamde aanslagbiljetten in de personenbelasting, vallen steeds vlugger in de brievenbus of worden via elektronische weg opgestuurd. Dit komt grotendeels omdat steeds meer mensen Tax-on-web – de elektronische aangifte – gebruiken. Zeker als je geld moet terugkrijgen van de fiscus, is dit goed nieuws.
Je doet er sowieso goed aan om het aanslagbiljet na te kijken of te laten verifiëren door je fiscaal raadsman – fiscalist, boekhouder, accountant,… en eventueel een bezwaarschrift in te dienen.
Telefoontje kan volstaan
Ben je niet akkoord met de fiscale afrekening van je inkomsten (het zogenaamde aanslagbiljet), dan moet je in principe een bezwaarschrift indienen bij de fiscus. Een dergelijk bezwaarschrift is niet altijd per se nodig om gelijk te krijgen in een discussie met de fiscus.
Gaat het immers om zogenaamde materiële vergissingen, dan kan je eveneens opteren voor de procedure van de ‘negatieve inkohiering’ waarbij de fiscale controleur de fout zelf rechtzet zonder dat je een bezwaarschrift moet indienen. Een eenvoudig telefoontje of brief naar de fiscus is dan voldoende. Materiële vergissingen zijn eenvoudige schrijffouten, rekenfouten of andere vergissingen uit onoplettendheid waarover geen discussie mogelijk is, ongeacht of die fouten te wijten zijn aan de belastingplichtige of de fiscus.
Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin er rekening werd gehouden met een onjuist aantal personen ten laste of waarin een onjuist bedrag aan interesten van een woonkrediet werd afgetrokken.
Gaat het echter om een betwisting met de fiscus die verder gaat dan een eenvoudige vergissing, dan kan deze enkel worden recht gezet door een bezwaarschrift in te dienen.
Toch bezwaar indienen
Stel, je aanslagbiljet door de fiscus werd verzonden op 17 februari 2015. Vanaf deze verzendingsdatum begint de bezwaartermijn van 6 maanden te lopen. Deze 6 maanden beginnen te lopen vanaf de derde werkdag, volgend op de datum van verzending zoals vermeld op je aanslagbiljet.
Is de vervaldag een zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag, dan krijg je tijd tot de eerstvolgende werkdag. In ons voorbeeld heb je dus tijd tot 17 augustus 2015 om een bezwaarschrift in te dienen bij de gewestelijke directeur ‘in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd’.
Je vindt zijn naam en adres terug op het aanslagbiljet. Doe dit bij voorkeur bij aangetekend schrijven omdat je op die manier een bewijs hebt. Enkel in geval van overmacht kan de termijn van 6 maanden worden verlengd.
Er is geen wettelijke termijn voorzien waarbinnen de gewestelijke directeur een uitspraak moet doen over het door jou ingediende bezwaarschrift. Toch moet je niet bij de pakken blijven zitten. Als de gewestelijke directeur geen beslissing heeft genomen binnen de 6 maanden na ontvangst van je bezwaarschrift, dan kan je het fiscale geschil voor de rechter brengen en een vordering inleiden bij de fiscale kamer van de rechtbank van eerste aanleg.
Model bezwaarschrift
Hier vind je een model van bezwaarschrift zodat het onmiddellijk duidelijk wordt aan welke inhoudelijke voorwaarden een geldig bezwaar moet voldoen. In ons model dien je niet alleen bezwaar in tegen een aanslag, maar vraag je eveneens het onbetwiste gedeelte van de belasting te bepalen zodat je uitstel krijgt van het deel van de belasting dat je aanvecht met het bezwaarschrift.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier