Jan Tuerlinckx
‘Wanbetalers belastingen vervolgen wordt steeds moeilijker’
“De bestraffing van belastingplichtigen die hun betalingsverplichtingen niet nakomen, blijkt hoe langer hoe lastiger”, schrijft Jan Tuerlinckx, advocaat bij Tuerlinckx Fiscale Advocaten.
Dat heeft veel oorzaken. Een ervan is dat wie niet bereid is belastingen te betalen en een geldstraf krijgt, nog meer moet betalen. Het mag niet verwonderen dat hij dan evenmin bereid is over de brug te komen. Daarnaast worden boetes al snel zo zwaar dat ze eigenlijk een strafrechtelijke sanctie zijn, met alle complicaties van dien.
Overheden worstelen met die beperkingen en gaan op zoek naar een moderne manier om ermee om te gaan. Die is gestoeld op de meest klassieke benadering van wat belastingen zijn. Doorgaans wordt fiscaliteit beschouwd als een lastige verplichting die op basis van een democratisch bestel eenzijdig wordt opgelegd door de overheid. Maar de realiteit is dat er wel degelijk een wederzijdse relatie is: de burger betaalt, de overheid int en gebruikt die middelen in het belang van de burger. Ze investeert zowel in het collectieve belang als in middelen die de burgers bijkomende vrijheden verschaffen.
De overheid kan haar pact met een burger die belastingen weigert te betalen, opschorten vanwege contractbreuk
De overgang van het feodale stelsel naar het staatsstelsel kwam tot stand door het pact tussen de burger en de overheid te institutionaliseren. De burger draagt bevoegdheden over, aanvaardt het gezag van de overheid en betaalt belastingen. De overheid investeert en kent rechten toe. Die zijn talrijk. Daartoe behoren onder meer het recht op deelname aan het politieke bestel, burgerrechten en de vrijheid van verplaatsingen. Filosofen noemen dat pact wederkerig, waarbij elke partij rechten en plichten heeft. Door de verregaande institutionalisering zijn de contouren van het pact tussen de burger en de overheid vervaagd. Maar de realiteit blijft dat de relatie tussen de burger en de overheid een contract is.
In een contractuele relatie ontstaat een ontsporing zodra een van de partijen haar verplichtingen niet meer nakomt. Het mag niet verwonderen dat in zo’n geval ook de andere partij zich niet meer gebonden acht. Acht u dat moeilijk toepasselijk op het pact tussen de burger en de overheid? De praktijk toont aan dat verschillende landen het proberen. Daarbij is het impliciete uitgangspunt dat een overheid haar pact met een burger die belastingen weigert te betalen, opschort vanwege contractbreuk.
Nederland deinst er niet voor terug een ernstige inbreuk te plegen op de bewegingsvrijheid van onwillige belastingplichtigen. Bij wegcontroles worden ze van de weg geplukt en krijgen ze een ultieme kans om de openstaande belasting alsnog te voldoen. Doen ze dat niet, dan wordt hun voertuig in beslag genomen. De Verenigde Staten gaan nog een stap verder. Een onwillige Amerikaanse belastingplichtige dreigt sinds kort zijn paspoort en dus ook zijn bewegingsvrijheid te verliezen. Maar ook in België werden al ballonnetjes opgelaten, bijvoorbeeld dat grote fraudeurs hun burgerrechten worden ontnomen.
Zonder twijfel kan een belastingplichtige in nog veel andere rechten worden geraakt. De vrees bestaat dat zich een tijdperk aandient waarin alternatieve bestraffing wordt uitgetest. Dat moet dan ook juridisch tegen het licht worden gehouden. Aangezien de rechten waarop wordt beknibbeld zo essentieel zijn, kan die toetsing alleen door de hoogste rechtscolleges gebeuren. En zoals bekend is het aanschuiven bij die instellingen. Dat zal dus enige tijd in beslag nemen. Maar de onwillige belastingbetaler is gewaarschuwd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier