Anton Van Zantbeek
‘Voor wie de privacy van zijn familiale vermogen wil beschermen, volstaat wat gemorrel in de marge niet’
‘Er moet radicaal worden ingegrepen door een eind te maken aan de maatschap.’ Dat zegt Anton van Zantbeek, advocaat van Rivus en professor aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven.
De burgerlijke maatschap wordt door ondernemers en vermogenden gebruikt als controle-instrument voor hun vermogensplanning. Via de maatschap kunnen ouders gerust zijn dat hun kinderen met het geschonken vermogen geen gekke dingen doen. Het vermogen wordt verpakt. De kinderen krijgen daardoor niet meteen geld of aandelen van het familiebedrijf. Later – of na het overlijden van de ouders – kunnen ze de verpakking openen en het vermogen alleen beheren.
De maatschap staat niet enkel open voor de happy few. Voor veel zelfstandigen, vrije beroepers en beleggers is het de ideale overgang naar de volgende generatie. De techniek is niet enkel laagdrempelig, maar ook discreet. De maatschap hoeft niet te worden aangegeven bij de fiscus. Ze is onbekend in de Kruispuntbank van Ondernemingen, ze hoeft geen jaarrekeningen te publiceren, ze heeft geen btw-nummer en ze kan onderhands worden opgericht. Kortom: het is een ideale oplossing om op een discrete, veilige, graduele en rechtszekere manier een vermogen aan de kinderen over te maken. Tenminste, dat was allemaal tot voor kort het geval.
Voor wie de privacy van zijn familiale vermogen wil beschermen, volstaat wat gemorrel in de marge niet.
Door wijzigingen in de economische en de financiële wetgeving is de maatschap in enkele maanden van de hemel in de hel beland. Door de hervorming van het ondernemingsrecht wordt de maatschap plots als een onderneming beschouwd. Dat heeft tot gevolg dat ze moet worden gemeld aan het Kruispuntbank van Ondernemingen en dat ze valt onder de boekhoudwetgeving. Daardoor verdwijnt de discretie als sneeuw voor de zon. Dat wordt nog op de spits gedreven door het zogenoemde UBO-register, dat vanaf 31 maart in werking treedt. Daarin moet met naam en toenaam worden gepubliceerd wie achter de maatschap schuilgaat.
Die informatie is binnenkort publiek toegankelijk. Iedereen die daar zin in heeft, kan vrolijk gaan rondneuzen en zijn nieuwsgierigheid botvieren: geïnteresseerde vrienden en familieleden, buren, de fiscus, cafévrienden, journalisten, criminelen. Door de kwalificatie als onderneming wordt ook een fiscaal risico toegevoegd. Het zou weleens kunnen dat een overijverige controleur de maatschap in de professionele sfeer brengt. Dat heeft belastingtarieven tot 50 procent en hoge socialezekerheidsbijdragen tot gevolg. Niet echt een fijn vooruitzicht.
Om al die redenen schieten velen in een kramp. Sommigen zeggen dat het wel zal koelen zonder blazen. Anderen stellen allerhande lightingrepen voor, bijvoorbeeld proberen de financiële voyeurs om de tuin te leiden via naams- en adreswijzigingen. Maar die zijn pleisters op een houten been. Voor wie de privacy van zijn familiale vermogen wil beschermen, volstaat wat gemorrel in de marge niet. Er moet radicaal worden ingegrepen door een eind te maken aan de maatschap. Dat gebeurt het beste zonder dralen. U hebt nog maar een paar weken de tijd. Na 31 maart belandt u in een register dat nooit vergeet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier