Vijf alternatieven voor een bedrijfswagen
De bedrijfswagen komt hoe langer hoe meer onder vuur te liggen. Volgens het Federaal Planbureau kost het systeem ons 905 miljoen euro per jaar. De dienstverlener SD Worx schuift vijf alternatieven naar voren.
Uit de studie van het Planbureau blijkt dat de files alleen al ons 628 miljoen euro per jaar kosten. Minister van Economie Kris Peeters grijpt de studie aan om versneld een mobiliteitsbudget in te voeren. Dat is volgens SD Worx maar een van de alternatieven die zowel financieel als ecologisch interessant zijn voor werknemer én werkgever.
1. Het mobiliteitsbudget
Een mobiliteitsbudget laat de werknemer vrij het vervoersmiddel kiezen om naar zijn werk te gaan. Dat kan met de fiets, openbaar vervoer, een Cambio- of bedrijfswagen. “Een werknemer met bijvoorbeeld een bedrijfswagen en een duur parkeerabonnement, kan die in het mobiliteitsbudget vervangen door een treinabonnement, een abonnement op autodelen en een leasefiets”, verduidelijkt SD Worx in een persbericht. Net zoals Peeters, benadrukt de dienstverlener dat het niet bedoeling is de bedrijfswagen volledig buitenspel te zetten.
2. De fiets
Uit cijfers van SD Worx blijkt dat 80 procent van de werknemers woont binnen de tien kilometer van het werk, of dicht bij een station. “De fiets is daarom vaak een perfect alternatief: groener, sneller en je vindt altijd een parkeerplaats”, aldus SD Worx.
Een bedrijf heeft twee opties om een fiets aan te prijzen bij zijn personeel. Het kan werken met een fietsvergoeding. De werknemers krijgen dan een extraatje, vrij van RSZ en belastingen, bovenop hun loon. Dat kan oplopen tot 0,22 euro per kilometer.
Of ondernemers kunnen de bedrijfswagen vervangen door een bedrijfsfiets. De kosten voor een bedrijfsfiets zijn voor 120 procent fiscaal aftrekbaar, inclusief de inrichting van fietsenstallingen en kosten voor onderhoud en herstelling. Die kosten moeten weliswaar allemaal verbonden zijn met het woon-werkverkeer.
3. Het sociaal abonnement
Werkgevers kunnen met een sociaal abonnement hun werknemers motiveren om met het openbaar vervoer naar het werk te komen. De werkgever moet geen RSZ of belastingen betalen op het voordeel. Al hangt daar wel een voorwaarde aan vast: de werknemer mag zijn werkelijke beroepskosten niet aftrekken in zijn personenbelasting. Voor wie met de trein naar het werk komt, bedraagt de tussenkomst gemiddeld 75 procent.
De werkgever kan nog een stapje verder gaan en een ‘verhoogd sociaal abonnement’ aanbieden. In zo’n geval trekt de werkgever de vergoeding voor het openbaar vervoer verder omhoog. Zo krijgen de werknemers iets extra uitbetaald zonder zware loonlasten. Of de werkgever past het abonnement aan van tweede naar eerste klas.
Ten slotte kan de werkgever, via de derdebetalersregeling, ervoor zorgen dat de werknemer gratis met de trein rijdt. De werkgever betaalt dan minstens 80 procent van de prijs van het abonnement, de overheid past maximaal 20 procent bij.
4. Railease-abonnement
Met een Railease-abonnement combineert een werknemer de vrijheid van een bedrijfswagen en het gemak van de trein of ander openbaar vervoer. Hij draait wel zelf op voor de kosten. In samenspraak met de NMBS kan hij kiezen voor twintig, veertig of zestig reisdagen. Die tickets zijn wel uitsluitend bestemd voor het woon-werkverkeer. De voordelen zijn legio: het abonnement is 100 procent fiscaal aftrekbaar, de bedrijfswagen legt minder kilometers af.
Luister waarom een bedrijfswagen én een treinabonnement een oplossing kunnen zijn.. #hidghttps://t.co/2Y5McpnOfY
— SD Worx België (@SDWorxBelgie) 24 februari 2016
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
5. Groenere bedrijfswagen
Zolang bedrijfswagens fiscaal aantrekkelijk blijven, zijn ze niet weg te denken. Dus pleit SD Worx voor groenere modellen. Vooral in de elektrische wagens zit potentieel, klinkt het. Die wagens geen CO2-uitstoot, en de forfaitaire CO2-werkgeversbijdrage bedraagt slechts 25,55 euro per maand. Bij andere wagens wordt de CO2-bijdrage berekend op basis van de uitstoot. Bovendien is een elektrische wagen voor 120 procent fiscaal aftrekbaar. De elektriciteit om de wagen op te laden, is dan weer voor 75 procent fiscaal aftrekbaar.
Al is er wel een keerzijde aan de medaille: de cataloguswaarde van elektrische wagens is vaak nog relatief hoog, wat voor de werknemer een hoger voordeel van alle aard kan betekenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier