Spaarders en beleggers betalen recordbedrag aan belastingen
De belastinginkomsten uit sparen en beleggen bereikten in 2024 een recordhoogte van 8,5 miljard euro, een stijging van 2,4 miljard euro of 39 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van de federale overheidsdienst Financiën, waarover De Tijd en L’Echo vrijdag berichten. De forse stijging is vooral toe te schrijven aan de roerende voorheffing, de effectentaks en de beurstaks.
Vooral de roerende voorheffing, die geheven wordt op dividenden en rente-inkomsten, leverde veel meer op. In totaal bracht deze belasting 7,6 miljard euro op, een stijging van 41 procent. Dit is deels te verklaren door de stijgende marktrente en een wijziging in het spaargedrag van gezinnen. De rente op termijnrekeningen en obligaties ligt immers hoger dan die op klassieke spaarproducten.
Obligaties
Sinds eind 2022 is het spaargeld op spaarboekjes en zichtrekeningen met 27 miljard euro gedaald, blijkt uit cijfers van de Nationale Bank. De gemiddelde spaarrente bedroeg in november 1,03 procent, terwijl zichtrekeningen doorgaans nauwelijks iets opbrachten. Tegelijkertijd groeiden de tegoeden op termijnrekeningen met 53 miljard euro, aangetrokken door rentes tot 2,7 procent voor looptijden tot een jaar.
Naast termijnrekeningen trokken ook obligaties extra investeringen aan. Gezinnen belegden de afgelopen twee jaar zo’n 20 miljard euro extra in deze effecten. Dit zorgde voor een hogere belastingopbrengst uit dividenden. Daarnaast steeg de opbrengst van de effectentaks met 20 procent naar 462 miljoen euro, terwijl de beurstaks met 31 procent steeg naar 414 miljoen euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier