Schrappen samenwonenden nu best hun beding van aanwas?
Heel wat samenwoners hebben een gezinswoning gekocht met een zogenaamde beding van aanwas. Maar is het fiscaal gezien niet beter om dit te schrappen nu de gezinswoning in de 3 gewesten is vrijgesteld?
Een beding van aanwas
Samenwoners die een woning kochten deden dit in het verleden vaak met een zogenaamd beding van aanwas om de langstlevende partner te beschermen en woonzekerheid te geven. Als één van de partners dan overlijdt, dan krijgt de langstlevende partner de woning in volle eigendom via dat beding van aanwas.
Maar deze techniek heeft een fiscale kostprijs. Want de langstlevende partner moet dan immers 10 procent registratierechten betalen in Vlaanderen (12,5 % in de andere gewesten) op het stuk van de overleden partner, dus in principe op 50 procent van de waarde van de woning.
Minder interessant
Voor wie wettelijk samenwoont of (ondertussen) gehuwd is, is deze techniek doorgaans niet meer interessant. In de 3 gewesten geldt er ondertussen immers een (volledige) vrijstelling van erfbelasting op het aandeel dat de langstlevende partner erft van de gezinswoning. Veel goedkoper dus dan bij een beding van aanwas waar je 10 procent (12,5%) moet betalen op de helft van de woning.
Bovendien erf de langstlevende partner bij wettelijk samenwonende automatisch het vruchtgebruik op de woning zodat hij of zij woonzekerheid heeft. Bij gehuwden is dat minstens ook zo, maar dat hangt onder andere af van het huwelijkscontract. Via een testament kan men uiteraard ook meer geven als men dat wil.
Beding van aanwas best schrappen?
Voor wie wettelijk samenwoont of gaat trouwen heeft een beding van aanwas dus doorgaans geen zin. Je laat dan best dat beding van aanwas schrappen bij je notaris, zodat je later de 10 procent (12,5%) registratierechten vermijdt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier