Door haar eenvoud is een schenking met last steeds populairder. Stel dat de ouders 100.000 euro aan hun zoon schenken, met de last maandelijks 250 euro aan hen (de schenkers) te betalen. Maar wat als de zoon overlijdt? Moeten de kleinkinderen dan verder betalen?
Een schenking met last is heel populair. Men schenkt dan immers al een stuk van zijn vermogen weg, maar krijgt toch maandelijks of jaarlijks een rente zodat men zeker niets tekort komt.
De ouders schenken bijvoorbeeld 100.000 euro aan hun zoon, maar met de last dat de zoon elk jaar 3000 euro of maandelijks 250 euro aan hen (de schenkers) betaalt. Hierdoor kunnen ze hun zoon financieel steunen bij het opstarten van een zaak en zijn ze er zeker van dat ze zelf later niets te kort zullen komen. Ze blijven immers elke maand 250 euro krijgen om hun pensioen aan te vullen.
Wat bij vroegtijdig overlijden?
Stel dat de zoon in ons voorbeeld sterft vóór de ouders. Wat gebeurt er dan? Dan zal de last in principe blijven verder lopen en zullen de erfgenamen (kleinkinderen) de last verder moeten betalen. Om dit te vermijden, wordt er in de schenkingsakte of in het bewijsdocument van de bankgift vaak een ‘beding van terugkeer’ bij vroegtijdig overlijden van de begiftigde vermeld. De schenking (of wat in de plaats kwam) keert dan belastingvrij terug naar de ouders en de last houdt op te bestaan.
Last in tijd beperken
Je kan ook in de schenkingsakte of in het bewijsdocument bepalen dat de last gewoon stopt bij het overlijden van de begiftigde (zoon). Dat is bijvoorbeeld aan te raden als het zogenaamde beding van terugkeer slechts speelt als de begunstigde én zijn afstammelingen overleden zijn.
