Optimaliseer je successie door het juiste rusthuis te kiezen
De tarieven van de erfbelasting verschillen tussen de drie gewesten. Hoe kan je je successie fiscaal optimaliseren door het juiste rusthuis te kiezen?
In welk gewest erfgenamen erfbelasting betalen, hangt af van de fiscale woonplaats van de overledene. Meestal is dat de plaats waar hij is ingeschreven, maar dat is niet automatisch zo. Het belangrijkste criterium is waar de overledene tijdens zijn laatste jaren heeft gewoond.
Wie tijdelijk in een rusthuis of een woon-zorgcentrum woont, blijft in principe op zijn vroegere adres wonen. Maar wie zijn gezinswoning definitief verlaat om in een serviceflat of woon-zorgcentrum te trekken, verhuist naar een nieuwe woonplaats.
Als de erflater in de vijf jaar vóór zijn overlijden in verschillende gewesten heeft gewoond, moet de aangifte gebeuren in het gewest waar hij in die periode het langst zijn fiscale woonplaats gehad heeft.
We nemen het voorbeeld van een vrouw die woont in Jette, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Ze heeft een testament opgesteld, waardoor ze haar hele vermogen nalaat aan haar achternicht. Wanneer ze minder goed te been wordt, besluit ze naar een woon-zorgcentrum te gaan en haar huis te verkopen. Na lang twijfelen kiest ze voor een woon-zorgcentrum in Asse, in het Vlaamse Gewest, een paar kilometers verderop. Drie jaar later overlijdt ze. De nalatenschap valt onder de Vlaamse erfbelasting en niet onder de Brusselse. Daardoor wordt het grootste deel van de erfenis belast tegen 65 procent, in plaatst van tegen 80 procent in het Brusselse Gewest.
Doordat de verschillen tussen de drie gewesten steeds groter worden, wordt de laatste woonplaats van een overledene steeds belangrijker. Vaak is de Vlaamse erfbelasting voordeliger, maar dat is zeker niet altijd het geval.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier