Jef Wellens
‘Niet zorgbehoevend? Geen belastingvrijstelling’
‘Sinds 1 januari geven in principe nog enkel zorgbehoevende ouderen ten laste recht op de verhoogde belastingvrijstelling. Wat wordt verkocht als een extra begrotingsuitgave, blijkt op termijn uit te draaien op een besparingsmaatregel’, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.
Sinds 2005 is het veel eenvoudiger als kind je ouders fiscaal ten laste te nemen. Het volstaat dat je samen met hen onder één dak woont, dat je mee de gezinsbeslissingen neemt en dat je ouders niet al te veel eigen bestaansmiddelen hebben. ‘Al te veel’ is een rekbaar begrip. Zijn de ouders ouder dan 65, dan telt hun pensioen tot een bedrag van ruim 27.400 euro per persoon niet mee als bestaansmiddel. Daardoor komen een boel ouders in aanmerking om ten laste te worden genomen. En wat geldt voor ouders, geldt ook voor grootouders, en zelfs voor broers en zussen van 65 jaar of ouder.
Wat levert dat financieel op? Is ma, pa, oma, opa, broer of zus ouder dan 65 jaar, fiscaal ten laste, dan wordt van het inkomen van de persoon die hen ten laste neemt een extra bedrag van 3290 euro (per persoon ten laste) van belasting vrijgesteld. Dat levert een kind dat een ouder ten laste neemt al gauw een jaarlijkse besparing op van 1420 euro. Zijn beide ouders ten laste, dan betaalt zoon of dochter ieder jaar 2840 minder belasting. Bovendien wordt de belastingvrijstelling verdubbeld als de persoon ten laste zwaar gehandicapt is.
Niet zorgbehoevend? Geen belastingvrijstelling.
Ongeveer 90.000 inwonende 65-plussers worden vandaag in de belastingbrief als persoon ten laste opgegeven, van wie 11.000 met een zware handicap. De maatregel is behoorlijk succesvol.
En ook de huidige regering lijkt er zich achter te scharen, want in het regeerakkoord lezen we: “de regering neemt maatregelen om de gezinsfiscaliteit te verlichten en beter af te stemmen op de zorg voor oudere, inwonende familieleden. De toeslag op de belastingvrije som voor (groot)ouders en broers/zussen ten laste ouder dan 65 wordt daarom verhoogd“. Intussen is dat ook gebeurd. De belastingvrijstelling voor ‘oudere ten laste’ is bij wet verhoogd van 3290 tot 4940 euro, een verhoging met ruim 50 procent. De verdubbeling van de vrijstelling bij zware handicap is wel afgeschaft.
Maar het regeerakkoord vermeldt niet dat de toepassing van de maatregel drastisch wordt ingeperkt. Wat wordt verkocht als een extra begrotingsuitgave, blijkt op termijn uit te draaien op een besparingsmaatregel. Vanaf 1 januari geven in principe nog enkel zorgbehoevende ouderen ten laste recht op de verhoogde belastingvrijstelling van 4940 euro. Zorgbehoevend betekent een vermindering van de zelfredzaamheid van minstens 9 punten. Iemand die zich niet zelfstandig kan verplaatsen, niet zelfstandig kan eten én zich niet zelfstandig kan wassen en kleden, is bijvoorbeeld zorgbehoevend. Lang niet iedere oudere ten laste is dat. De zorgbehoevendheid moet officieel worden vastgesteld, bijvoorbeeld door een arts van het ziekenfonds.
Vele belastingplichtigen zullen het fiscale voordeel verliezen dat ze mogelijk al zestien jaar genieten.
De fiscus heeft de voorwaarde van zorgbehoevendheid al in tal van fiscale dossiers gesteld. Maar zonder succes, bij gebrek aan een wettelijke basis. Is het toeval of is het op aansturen van de fiscus dat die voorwaarde nu in de wet wordt ingeschreven?
Hoewel de criteria voor ‘zware handicap’ en ‘zorgbehoevend’ niet volledig dezelfde zijn, geeft het aantal van 11.000 ouderen met een zware handicap ten laste wel een indicatie van het aantal zorgbehoevende ouderen ten laste dat vanaf dit jaar nog recht geeft op de belastingvrijstelling. En dat aantal is slechts een fractie van het totale aantal van 90.000 ouderen die vorig jaar nog ten laste zijn genomen.
Vele belastingplichtigen zullen het fiscale voordeel verliezen dat ze mogelijk al zestien jaar genieten. Dat zijn zij die een oudere ten laste hebben die niet zorgbehoevend is – zij verliezen de extra belastingvrijstelling van 3290 euro – maar ook zij die een oudere met zware handicap ten laste hebben – hun extra belastingvrijstelling valt in het beste geval terug van 6580 euro op 4940 euro. Daarom wordt voor die categorie verliezers in een overgangsregeling voorzien. Zij behouden de oude fiscale voordelen nog gedurende maximaal vier jaar, tot de aangifte van 2025, voor de personen ouder dan 65 jaar die op 1 januari 2021 ten laste waren en op voorwaarde dat ze hen in de aangifte van dit jaar als ten laste opnemen. Voor die belastingplichtigen is dat alvast de belangrijkste aangiftetip.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier