Michel Maus: ‘De fiscale concurrentie tussen de gewesten woedt volop’

Michel Maus © Belga
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Eerst kondigt de Waalse regering in wording lagere belastingen op vastgoedtransacties en erfenissen aan. Daarna komt de Vlaamse evenknie met soortgelijke plannen op de proppen. Toeval? Fiscaal expert Michel Maus denkt van niet.

De volgende Vlaamse regering wil de registratierechten voor de aankoop van een eerste woning laten zakken van 3 naar 2 procent. Daarnaast hebben de coalitiepartners de intentie om te sleutelen aan de tarieven van de erf- en schenkbelasting. Vooral de tarieven voor kleine erfenissen zouden naar beneden moeten. De concrete uitwerking van een hervorming van de erf- en schenkbelasting zal tijdens de legislatuur moeten gebeuren.

“De Vlaamse regering is altijd de drijvende kracht geweest achter de concurrentiestrijd tussen de gewesten door als eerste de tarieven te verlagen in de erfbelasting, door de gezinswoning vrij te stellen van erfbelasting als partners van elkaar erven. De andere gewesten hebben dat overgenomen. Ook de vriendenerfenis bestond eerst in Vlaanderen en bestaat nu ook in het Brussels Gewest.”

Uit de onderhandelingen voor de vorming van de nieuwe Waalse regering was eerder al uitgelekt dat de registratierechten bij de aankoop van een enige en eigen woning drastisch zouden dalen van 12,5 naar 3 procent vanaf 2025. In ruil gaat de vrijstelling van registratierechten of het abattement van 20.000 euro voor de enige eigen woning op de schop.

Wallonië volgt daarmee duidelijk het voorbeeld van Vlaanderen, dat de registratierechten eerder al – in verschillende stappen – heeft verlaagd van 10 naar 3 procent, sinds 1 januari 2022, ter compensatie van de afgeschafte Vlaamse woonbonus die de lasten van hypothecaire leningen verlichtte.

Kettingreactie

Reageert Vlaanderen nu op zijn beurt op de aangekondigde verlaging van de registratierechten in Wallonië? Vlaanderen is tot nu altijd de aandrijver geweest van de fiscale concurrentie. Michel Maus, fiscaal advocaat en professor aan de VUB, denkt dat Vlaanderen liever niet door Wallonië voorbijgestoken wordt in die race to the bottom. “De beslissing om de registratierechten te verlagen zal toch minstens voor een deel ingegeven zijn door wat aan de overkant van de taalgrens gebeurt.”

Ook voor de successierechten kijken de gewesten duidelijk naar elkaar. Wallonië zou die tarieven veel minder snel laten oplopen, zodat het laagste tarief voor erfgenamen in rechte lijn hetzelfde blijft: 3 procent op bedragen tot en met 12.500 euro, maar het hoogste tarief halveert van 30 naar 15 procent op het deel van de erfenis boven 500.000 euro. Die verlaging kan pas ingaan vanaf 2028, want de procedure om die bevoegdheid van de federale overheid over te nemen moet aan Franstalige kant nog worden opgestart en neemt wat tijd in beslag. Voor andere erfgenamen zouden de laagste tarieven ook dalen.

Vlaanderen int al sinds 1 januari 2015 zelf de erf- en schenkbelasting en voerde in september 2018 een vrij grote hervorming van de tarieven door. In 2021 kwamen er nog wat wijzigingen en werd onder meer de vriendenerfenis ingevoerd en het duolegaat afgevoerd. Het is duidelijk Vlaanderen dat het eerst actie ondernam, maar het ziet ernaar uit dat we nu een opeenvolging van acties en reacties of een kettingreactie krijgen.

Zoveel mogelijk inwoners lokken

Michel Maus: “Sinds de herverdeling van de fiscale bevoegdheden in 2014, met de zesde staatshervorming, stond het in de sterren geschreven dat er een concurrentiestrijd zou losbarsten tussen de gewesten. De gewesten proberen nieuwe inwoners te lokken met de fiscale wortel. Een lagere erf- of schenkbelasting of lagere registratierechten voor transacties in onroerende goederen gelden enkel voor de inwoners.”

Mensen zullen niet snel van gewest verkassen enkel en alleen omwille van de belastingen, is de ervaring van Michel Maus. Maar oudere mensen van wie de kinderen uit huis zijn en die toch al overwegen te verhuizen naar een kleiner appartement of een assistentiewoning, laten zich mogelijk wel lokken door het fiscale verhaal van het ene of het andere gewest. “Vooral voor de grotere vermogens kunnen belastingtarieven belangrijk zijn. 2 of 3 procent registratierechten maken op de aankoop van een appartement van 1 miljoen euro een verschil van 10.000 euro belasting.”

De gewesten hebben er belang bij om zo veel mogelijk inwoners te lokken, omdat ze inkomsten puren uit elke inwoner. “Per inwoner krijgen de gewesten de gewestelijke aanvullende personenbelasting of opcentiemen. Die belasting wordt federaal geïnd, samen met de personenbelasting voor de federale staat en de aanvullende personenbelasting (APB) voor de gemeenten. Voorlopig zijn er weinig verschillen in de tarieven die de gewesten aanrekenen. Het Vlaams en het Waals Gewest rekenen 33,257 procent aan en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hanteert voor 2024 een tarief van 32,590 procent.”

Lees meer over:

Partner Content