Lastige belastingvragen van onze lezers: lees de antwoorden van fiscale experts

© Belga
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De meeste belastingplichtigen hebben nog twee weken, tot 15 juli, de tijd om hun belastingaangifte door te sturen naar de FOD Financiën. De voorbije weken kregen we tal van lezersvragen binnen over de aangifte in de personenbelasting. We maakten een selectie en vroegen aan fiscale experts een reactie.

Cindy vraagt zich af waarom ze nog een belastingaangifte zou moeten invullen en belastingen zou moeten betalen, terwijl ze leeft van een invaliditeitsuitkering.

Michel Maus, advocaat en hoogleraar fiscaal recht aan de VUB: “Heeft de belastingplichtige alleen een invaliditeitsuitkering of zijn er nog andere inkomsten zoals huurinkomsten, dividenden van aandelen of meerwaarden? Daar hangt alles van af.” De fiscus heeft niet automatisch een volledig zicht op al die mogelijke inkomstenbronnen. Sommige inkomsten moeten de belastingplichtigen zelf in de aangifte melden. Omgekeerd moeten sommige belastingverminderingen of vrijstellingen via de aangifte geclaimd worden.

Zowel de arbeidsongeschiktheidsuitkering als de invaliditeitsuitkering (na één jaar arbeidsongeschiktheid) is een vervangingsinkomen, dat de mensen zelf moeten vermelden op hun belastingaangifte. De uitkering wordt belast net zoals loon, maar er geldt een belastingvermindering. Michel Maus voegt nog toe: “Als er kinderen ten laste zijn, dan wordt de belastingvrije som bovendien verhoogd. Dat is het deel van het inkomen waarop geen belasting moet worden betaald.”

Van de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt al bedrijfsvoorheffing ingehouden bij de betaling, van de invaliditeitsuitkering niet. Maar dat betekent niet dat die laatste belastingvrij is.

Van de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt al bedrijfsvoorheffing ingehouden bij de betaling, van de invaliditeitsuitkering niet. Maar dat betekent niet dat die laatste belastingvrij is. De afrekening gebeurt bij de belastingaanslag van het volgende jaar. Wie niet voor onaangename verrassingen wil komen te staan, kan voorafbetalingen doen.

Abdel krijgt een code 1585 te zien in zijn belastingaangifte, met daarachter het bedrag 125.000 euro. Hij snapt er niks van.

Jef Wellens, fiscaal expert van Wolters Kluwer, komt uiteindelijk met de oplossing. “De code 1585 is een van de interne codes die de fiscus gebruikt voor de correcte berekening van de bijzondere energiebijdrage. De code komt niet voor in het aangifteformulier.” In 2022 en 2023 ontvingen de meeste inwoners van België premies voor gas en/of elektriciteit, als overheidssteun tijdens de energiecrisis. “Als hun inkomen van 2022 te hoog is, moeten belastingplichtigen een deel van die premie via de belastingafrekening terugbetalen, in de vorm van een ‘bijzondere bijdrage energie’. Voor een koppel ligt de inkomensgrens op 125.000 euro, voor een alleenstaande op 62.000 euro. Als referentie neemt de fiscus de inkomsten van 2022, ook nog voor de energiepremies toegekend in 2023. Daarom worden de inkomens van 2022 (interne codes 1586 en 1587), samen met de toe te passen inkomensgrens (interne code 1585) overgedragen naar de huidige aangifte die over 2023 gaat, zodat het bedrag van de eventueel terug te betalen energiepremie van 2023 kan worden berekend. Voor Abdel en zijn partner geldt blijkbaar de inkomensgrens van 125.000 euro.”

Freddy heeft samen met zijn vrouw drie spaarrekeningen. De intresten op die spaarrekeningen komen boven het plafond van 1.020 euro uit. Hij vraagt zich af hoe hij het surplus boven het spaarplafond moet aangeven.

Anton van Zantbeek begint met de opmerking dat het plafond voor de belastingvrije intresten in het inkomstenjaar 2023, aangiftejaar 2024 niet op 1.020 euro maar op 980 euro lag. De belastingplichtige heeft het spaarplafond voor het inkomstenjaar 2024, aangiftejaar 2025 in zijn hoofd. Fiscale grensbedragen zoals het intrestenplafond worden in principe elk jaar geïndexeerd, behalve als de federale regering beslist dat er in een bepaald jaar of zelfs verschillende jaren op rij geen budgettaire ruimte is voor een aanpassing van de plafonds aan de inflatie, zoals het geval was voor de meeste vrijstellingen en verminderingen in de periode 2020 tot en met 2023.

Als al uw spaarrekeningen bij dezelfde bank zitten, dan is de kans groot dat de bank de roerende voorheffing van 15 procent op de intrest boven op 980 euro al heeft afgehouden. In het andere geval moet u dat aangeven.

“De belastingvrijstelling voor intresten op een spaarrekening tot 980 euro per jaar geldt per persoon. Voor een gehuwd koppel ligt het gezamenlijke plafond op 1.960 euro”, stelt Anton van Zantbeek. In dit geval moeten Freddy en zijn vrouw dus enkel intresten aangeven boven 1.960 euro. Als alle spaarrekeningen bij dezelfde bank zitten, dan is de kans groot dat de bank de roerende voorheffing van 15 procent op het surplus al heeft afgehouden. Als de spaarrekeningen bij verschillende banken zitten en geen enkele bank roerende voorheffing heeft ingehouden, dan moet u het gedeelte van de inkomsten boven 980 euro – of boven 1.960 euro voor een koppel – invullen in de belastingaangifte achter de codes 1151 of 2151. Vergeet ook niet dat de intresten op spaarrekeningen van minderjarige kinderen meegeteld moeten worden bij de intresten van de ouders.

Joris heeft via zijn werkgever aandelenopties gekregen. Hij heeft echter ontslag genomen vooraleer hij die kon ‘cashen’. Hij merkt dat er voor ongeveer 20.000 euro aan nooit ontvangen inkomsten op zijn belastingaangifte vooraf ingevuld zijn, waardoor zijn belastbaar inkomen kunstmatig omhoog wordt gedreven en dus ook de gemiddelde aanslagvoet, waartegen zijn vervroegd vakantiegeld – ook een gevolg van het ontslag – is belast.

Gunther Valkenborg van MVVP is gespecialiseerd in aandelenoptieplannen. Hij legt uit dat er in zo’n plan clausules staan over ontslag. “Er bestaat zoiets als een goede en een slechte vertrekker. Als je zelf beslist om te vertrekken, ben je doorgaans het laatste. Vertrek je op een moment dat de opties nog niet zijn uitgeoefend, dan ben je alles kwijt, inclusief de belastingen die je al hebt betaald bij de toekenning van de opties. Er zijn uitzonderingen mogelijk, wanneer het bedrijf beslist om een versnelde uitoefening van de opties toe te laten.”

Laurent woont sinds 2022 wettelijk samen met zijn partner in Wallonië. Zijn partner heeft een hypotheeklening op een appartement in Vlaanderen en samen hebben ze een hypotheeklening lopen in Wallonië. Ze dienen dit jaar voor het eerst samen een aangifte in. Hij vraagt zich af of ze beide hypotheekleningen kunnen invullen in de aangifte en, als dat niet kan, wil hij graag weten welke de meest interessante is om aan te geven.

Voor Jef Wellens is meteen duidelijk wat er moet gebeuren. “Het koppel woont op 1 januari 2024 in Wallonië. Dat betekent dat het Waals Gewest fiscaal bevoegd is, en dat er een Waalse aangifte moet gebeuren. Ik ga ervan uit dat de gezamenlijke lening voor de eigen gezinswoning in Wallonië na 2015 is gesloten. Dat betekent dat de lening recht geeft op de Waalse Cheque Habitat of wooncheque. Het moet dan wel om de eigen, zelf betrokken woning gaan en die woning moet ook de enige woning zijn. Laurent lijkt aan die voorwaarde te voldoen. Zijn partner voldoet er niet aan, want die is nog eigenaar van een appartement in Vlaanderen. De partner heeft daarom geen recht op de Waalse cheque habitat, noch op enig ander Waals fiscaal voordeel voor de lening voor de eigen woning.”

Jef Wellens wijst op een uitzondering op de regel. “Woningen die geërfd of geschonken zijn in mede-eigendom, vruchtgebruik of naakte eigendom, tellen niet mee voor de beoordeling van het ‘enig’ karakter van de woning.”

Voor de lening voor het appartement in Vlaanderen heeft de partner van Laurent mogelijk wel recht op de federale belastingvermindering langetermijnsparen voor de kapitaalaflossingen. De intresten geven recht op de federale intrestaftrek. Jef Wellens: “We hebben het dan over code 1358/2358 van aangiftevak IX voor de kapitaalaflossingen en code 1146/2146 voor de intresten. Het kadastraal inkomen (KI) van het appartement in Vlaanderen moet worden aangegeven in vak III. Ik ga er vanuit dat de lening gesloten is na 2013, maar vóór 2024. Zo niet gelden er andere regels”. Maar beide partners kunnen in de aangifte de specifieke voordelen vragen waarop ze recht hebben: Laurent de Waalse wooncheque, zijn partner de federale voordelen.

De fiscale expert van Wolters Kluwer voegt er nog een disclaimer aan toe. “Mijn antwoord geldt enkel als er geen verhuis plaatsvond in 2023, als de woning in Wallonië gedurende heel 2023 de eigen woning was en het appartement in Vlaanderen heel 2023 niet eigen – en dus een tweede verblijf – was”.

Kevin is sinds kort benoemd in het lager onderwijs. Hij stort elk jaar het maximum voor pensioensparen en heeft dienstencheques gekocht die recht geven op een belastingvermindering. Hij vraagt zich af waarom hij belastingen moet bijbetalen en zijn vriend die in de privésector werk elk jaar terugtrekt.

Volgens Michel Maus heeft dit meestal te maken met de bedrijfsvoorheffing. “Iedere keer dat een werkgever loon uitbetaalt, wordt daar belasting op ingehouden, de bedrijfsvoorheffing. De berekening daarvan hangt af van verschillende factoren, zoals de omvang van het inkomen en de gezinssituatie. Als er nog belasting moet worden bijbetaald, is dat meestal omdat er onvoldoende bedrijfsvoorheffing werd ingehouden.”

Of belastingplichtigen iets terugkrijgen of nog moeten bijbetalen op het moment dat de aanslag gevestigd wordt, zegt niet veel over de totale belasting op het loon. Het zegt vooral iets over de inschatting van de verschuldigde belasting.

Geert heeft de intresten op spaarrekeningen boven het vrijgestelde bedrag ingevuld op zijn belastingbrief. Hij vraagt zich af of hij de omzettingsrente die hij normaal invult in de rubriek 1218/2218 mag aftrekken van die spaarintresten. Hij heeft een schadevergoeding gekregen van een verzekeringsmaatschappij en dat geld op een spaarboekje gezet. Hij meent dat hij twee keer belastingen betaalt op dezelfde intresten.

Wanneer een verzekeringsmaatschappij een kapitaal uitkeert, bijvoorbeeld het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ), dan moeten de belastingplichtigen in sommige gevallen nog tien of dertien jaar lang belastingen betalen op een fictieve rente of omzettingsrente op dat kapitaal. Het percentage van de fictieve rente hangt af van uw leeftijd op het moment van de uitkering. Voor het VAPZ bedraagt het percentage bijvoorbeeld 3,5 procent op uw 60ste, 4 procent op uw 61ste en 62ste, 4,5 procent op uw 63ste en 64ste en 5 procent vanaf uw 65ste. U moet die fictieve rente ofwel dertien jaar lang invullen op de aangifte, of nog tien als u wacht met de uitkering tot uw 65ste.

We begrijpen de redenering van Geert. Hij betaalt belasting op een fictieve rente én op de werkelijke rente. Volgens Michel Maus zal hij de fiscus er helaas niet van kunnen overtuigen dat hij twee keer belasting betaalt op dezelfde rente. “Het gaat over twee verschillende zaken”, vindt de professor. “De belasting op de omzettingsrente is één zaak, maar de belasting op de opbrengst van de verkregen schadevergoeding is een andere zaak. Er is dan ook niet echt sprake van een dubbele belasting, wel van twee belastingen op twee verschillende types van inkomen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content