Hoe snel en correct antwoorden op een bericht van wijziging van de fiscus?
Als de fiscus niet akkoord gaat met uw aangifte, stuurt hij een zogenoemd bericht van wijziging. U hebt een maand tijd om daarop te reageren. Hoe wordt die maand berekend? Mag u een e-mail sturen? En wat is de sanctie als u te laat bent?
Als u een geldige aangifte deed en die tijdig hebt ingediend, dan mag de fiscus uw aangifte alleen wijzigen met een ‘bericht van wijziging’. Daarin moet de administratie motiveren waarom ze vindt dat er een bijkomende aanslag nodig is.
De spelregels
Wie een bericht van wijziging krijgt, heeft een maand tijd om zijn opmerkingen aan de fiscus kenbaar te maken. De termijn begint te lopen vanaf de derde werkdag volgend op de dag van verzending van het bericht van wijziging. Als de fiscus zijn bericht van wijziging op vrijdag 2 februari verstuurt, dan is de derde werkdag erna dinsdag 6 februari. De antwoordtermijn eindigt dan op 6 maart. Let op: dan moet de fiscus het antwoord ontvangen hebben. Wie pas op 6 maart per brief antwoordt, is te laat. De fiscus aanvaardt dat u per e-mail antwoordt.
Komt uw antwoord niet tijdig bij de fiscus, dan zal de fiscus een aanslag van ambtswege vestigen. De berekening gebeurt dan op basis van de elementen die de fiscus kent of vermoedt. De bewijslast wordt dan omgedraaid: als u merkt dat bepaalde zaken niet correct zijn, is het aan u om dat te bewijzen.
Wie een goede reden heeft, bijvoorbeeld ziekte of overmacht, kan uitstel krijgen.
Gemotiveerd antwoord
In uw antwoord moet u motiveren waarom u niet akkoord bent met het voorstel van de fiscus. Dat kan kort en bondig, maar ook uitgebreid. Als de controleur uw argumenten naast zich neerlegt, dan moet hij u daarover schriftelijk (eventueel via e-mail) informeren alvorens hij de bijkomende aanslag mag vestigen. Uw controleur moet bovendien wachten tot uw antwoordtermijn van een maand verlopen is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier