Jef Wellens
‘Het aangiftevak voor hypothecaire leningen is ‘out of control’
De nieuwe belastingbrief wordt nog eens ingewikkelder. “Weinigen kunnen er nog alle finesses van doorgronden. De gewone belastingbetaler niet en zijn bankier al evenmin”, schrijft Jef wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.
Vorig jaar kreeg de fiscus het ‘Heerlijk Helder’-label van het Radio 1-programma Hautekiet. Dat was een erkenning voor zijn inspanning om het aanslagbiljet (het formulier met de belastingafrekening) begrijpelijker te maken. Dat smaakt naar meer, moet de fiscus hebben gedacht, want ook de nieuwe belastingaangifte, die deze week officieel werd voorgesteld, is taalkundig aangepakt. Termen als ‘overeenkomstig’, ‘ter gelegenheid van’ of ‘met uitzondering van’ zijn niet langer terug te vinden in de nieuwe belastingbrief, maar werden heerlijk helder vervangen door ‘volgens’, ‘bij’ en ‘behalve’.
Het opsmukken van het taalgebruik van de belastingbrief kan de onhoudbare complexiteit niet verdoezelen”
Helaas kan die opsmuk het fundamentele probleem, de onhoudbare complexiteit van onze personenbelasting, niet verdoezelen. Het probleem is niet zozeer het recordaantal van 810 codes die de aangifte dit jaar telt. Tax-on-web pikt er, gelukkig voor velen, de relevante codes uit en kauwt doorgaans ook de juiste bedragen voor. Het probleem is dat Tax-on-web dat nu net niet doet voor de aangifte van hypothecaire leningen, terwijl net die de belastingbetaler ieder jaar opnieuw de meeste hoofdbrekens bezorgen. Hebt u een lening lopen, dan stelt de nieuwe belastingbrief uw gezond verstand wel erg op de proef door u vanaf dit jaar op te zadelen met het ultieme enigma. Zo kunt u de intresten van uw lening aangeven in een rubriek ‘leningen die (in principe) vóór 2005 zijn gesloten’ of in een rubriek ‘andere leningen’. Al mag die ‘in principe’ verontrusten, bij deze opdeling – vóór of niet vóór 2005 – kunt u zich wellicht nog iets voorstellen. So far so good.
Maar kiest u voor optie één _ lening (in principe) vóór 2005 gesloten _ dan moet u meteen daarop een tweede keuze maken tussen ‘leningen gesloten in 2015’ of ‘vóór 2015’. Jawel, u leest het goed, uw lening gesloten vóór 2005 kan dus ook in 2015 gesloten zijn. Qua heerlijk helder, kan dat tellen.
Niet dat de fiscus het noorden kwijt is. Dit is gewoon het gevolg van de ingewikkelde woonfiscaliteit na de zesde staatshervorming. Die verplicht de gewesten voor leningen gesloten vanaf 2015 een andere belastingvermindering te verlenen dan voordien (vandaar het onderscheid tussen leningen vóór en in 2015), terwijl ze ook nog toelaat dat die recente leningen de oude fiscale voordelen krijgen zoals die golden vóór 2005, vóór de invoering van de woonbonus. Met de ongelukkige formulering ‘leningen gesloten in 2015 die (in principe) vóór 2005 zijn gesloten’, bedoelt de fiscus eigenlijk: u kiest voor uw nieuwe lening van 2015 nog voor het oude fiscale stelsel van vóór 2005 en voor zover uw gewest dat nog toelaat.
Al evenmin heerlijk helder is de kaaimantaks, of liever, wat die gaat opleveren”
Een dergelijk cryptisch taalgebruik is symptomatisch voor het hele aangiftevak waar woonleningen worden aangegeven. Terwijl twee jaar geleden nog één pagina met 53 codes volstond voor dat vak, zijn er dat nu drie met 131 codes. En met de recente invoering van alweer nieuwe stelsels, zoals de geïntegreerde woonbonus in Vlaanderen en de wooncheque in Wallonië, komt daar in de aangifte van volgend jaar gegarandeerd een vierde pagina bij om het onderscheid te kunnen blijven maken tussen alle gewestelijke en federale stelsels. Anders gezegd, dit aangiftevak is out of control. Weinigen kunnen er nog alle finesses van doorgronden. De gewone belastingbetaler niet en zijn bankier al evenmin. Tot zelfs de belastingambtenaar die al eens _ ik wik mijn woorden _ een in de aangifte terecht geclaimd belastingvoordeel voor een lening, onterecht beperkt of schrapt. En dat is pijnlijk.
Al evenmin heerlijk helder is de kaaimantaks, of liever, wat die gaat opleveren. De nieuwe aangifte maakt geen onderscheid tussen de inkomsten verkregen door een juridische constructie zoals een trust of stichting, die vanaf dit jaar verplicht aan te geven zijn, en de andere inkomsten. Beide soorten inkomsten staan in dezelfde aangifterubrieken. Op basis van de aangifte kan de opbrengst van de kaaimantaks dus onmogelijk worden gemeten. Om dat mogelijk te maken, had de aangifte meer dan 1000 codes moeten bevatten. Dat is wellicht nu nog een brug te ver, maar het zit er over enkele jaren onvermijdelijk toch aan te komen. Daar staat onze ‘geregionaliseerde federale personenbelasting’ wel garant voor.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier