Jef Wellens
‘Helpen in een vaccinatiecentrum? Opgelet voor de fiscale gevolgen’
‘Opdat hij geen fiscale kater oploopt, stelt iedere medewerker van een vaccinatiecentrum zich maar beter de vraag in welk statuut hij helpt.’ Dat zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer.
Duizenden Vlamingen zijn aan de slag in de vaccinatiecentra. De meesten werken vanuit een sociaal engagement, voor sommigen is het een baan of een extra baan. Van parkeerwachter, onthaalsteward, administratieve medewerker tot verpleegkundige of arts. Een lappendeken van functies dat zich, helaas, ook vertaalt in een wirwar van fiscale statuten. Want ook al doen velen het werk belangeloos, vergoed worden de meesten wel. En dan is de fiscus nooit ver weg.
Zo zijn er de vrijwilligers, vaak gepensioneerden, die op ‘onbaatzuchtige wijze en onbezoldigd’ in de vaccinatiecentra actief zijn. Zij ondertekenden een vrijwilligersovereenkomst. Ze ontvangen geen loon, maar wel een kostenvergoeding die, als ze per werkdag niet meer bedraagt dan 35,41 euro, vrijgesteld is van belastingen. Maar die dagvergoeding van 35,41 euro kan maar voor maximaal 100 dagen worden betaald. Is de vrijwilliger langer actief, dan overschrijdt hij het jaarplafond van 3540,51 euro dat vrijwilligers dit jaar in de vaccinatiecentra mogen ‘verdienen’. Boven op dat bedrag kan de vrijwilliger wel nog verplaatsingskosten van en naar het vaccinatiecentrum belastingvrij vergoed krijgen, tot maximaal 2000 kilometer.
Blijven de vergoedingen onder die grensbedragen, dan betaalt de vrijwilliger geen belasting of sociale bijdragen. Helpt hij echter ‘te veel’ en krijgt hij meer dan het toegestane bedrag uitbetaald, dan is het volledige bedrag en niet enkel het bedrag boven de grens, belastbaar als loon. De vrijwilliger gaat dus het beste tijdig op de rem staan.
Helpen in een vaccinatiecentrum? Opgelet voor de fiscale gevolgen.
Voorts doen de vaccinatiecentra een beroep op studenten of andere werknemers, al dan niet via een uitzendkantoor. Die bezoldigde medewerkers sluiten een studentencontract of een gewone arbeidsovereenkomst en ontvangen een belastbaar loon. Voor studenten wordt het loon voor de uren die ze presteren tot eind september niet meegeteld als bestaansmiddel om te beoordelen of ze nog ten laste zijn van hun ouder(s).
Ten slotte zijn er in de vaccinatiecentra nog tal van professionele medewerkers met een medische achtergrond actief, zoals verpleegkundigen, apothekers, huis- en andere artsen. Medisch geschoold personeel werkt niet in het vrijwilligersstatuut, dat heeft de fiscus zopas nog gesteld in een rondzendbrief. Hun vergoeding – in principe 47,25 euro per uur – ligt trouwens veel hoger dan de dagvergoeding toegekend aan vrijwilligers. Voor het medisch personeel vormt de activiteit in het vaccinatiecentrum een (bij)beroep als zelfstandige. Zij ontvangen dus als beroepsinkomen belastbare baten, waarop ze ook sociale bijdragen verschuldigd zijn. De fiscus laat niet toe dat de vergoeding wordt aangegeven als een fiscaal voordeliger divers inkomen.
Opdat hij geen fiscale kater oploopt, stelt iedere medewerker van een vaccinatiecentrum zich maar beter de vraag in welk statuut hij helpt en wat er de fiscale en sociale gevolgen van zijn. Zo vragen sommige vaccinatiecentra aan hun medisch personeel om, tegen de richtlijnen in, toch te werken in het vrijwilligersstatuut. Dat kan niet de bedoeling zijn. En soms bieden gepensioneerde verpleegkundigen, die perfect als vrijwilliger het onthaal zouden kunnen verzorgen zonder verdere verplichtingen, aan om te vaccineren, waardoor ze in aanmerking komen voor een hogere vergoeding. De verpleegkundige is dan geen vrijwilliger, maar een bijverdienende gepensioneerde met fiscale verplichtingen, die zich bovendien moet aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor de betaling van zijn sociale bijdragen als zelfstandige.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier