Fiscus houdt vast aan werkwijze bij vergissing in belastingaangifte
De federale overheidsdienst Financiën houdt vast aan zijn huidige werkwijze om een belastingverhoging toe te passen bij fouten in de belastingaangifte. Dat bevestigt woordvoerder Francis Adyns maandag.
In een column voor Trends haalde hoogleraar fiscaal recht Michel Maus (VUB) maandag fors uit naar de fiscus en de manier waarop die niet aangegeven inkomsten vanaf 2.500 euro bestraft met een belastingverhoging van minimaal 10 procent. Hij stelt op basis van een arrest van het Grondwettelijk Hof van november dat het sanctiebeleid verkeerd wordt toepast – een eerste fout zou niet de facto mogen worden bestraft – en dat ‘duizenden belastingplichtigen de afgelopen jaren ten onrechte zijn beboet’.
De FOD Financiën zegt in een reactie dat het arrest van het Grondwettelijk Hof juist bevestigt wat in de wet is opgenomen: dat bij “ontstentenis van kwade trouw” kan worden afgezien van een belastingverhoging bij een eerste vergissing. Het komt toe aan de belastingplichtige om de goede trouw aan te tonen, benadrukt Adyns, en die krijgt daar ook een maand lang de kans toe na een bericht van wijziging van de aangifte of een vraag om inlichtingen. “Dit is een feitenkwestie die de administratie individueel beoordeelt.”
In november kreeg ontslagnemend minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) al een schriftelijke vraag van partijgenoot Steven Matheï over de kwestie. “Het Grondwettelijk Hof erkent uitdrukkelijk dat in geval van een eerste vergissing bij goede trouw in principe geen belastingverhoging van 10 procent toegepast moet worden. Het Hof bevestigt daarmee in feite de bedoeling van de wetgever”, antwoordde hij toen. Hij uitte zich niet over de manier waarop de goede trouw zou moeten worden bepaald.
Wie een belastingverhoging kreeg als gevolg van een fout, kan binnen een jaar bezwaar aantekenen en daarbij alsnog bewijzen te goeder trouw aandragen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier