De regering-De Wever blaast de fiscale regularisatie nieuw leven in. Sinds 2023 was er geen procedure meer om zwart geld naar België terug te halen, waardoor vermogen vaak vastzat en de fiscus naast belastingen greep. Maar de nieuwe regeling is niet zonder weerhaken. “Het probleem stelt zich vooral bij mensen die een vermogen gekregen hebben via een schenking of erfenis”, zegt Dave van Moppes, medeoprichter van Tuerlinckx Tax Lawyers.
“Toen de vorige regeling werd afgeschaft, wisten we dat veel dossiers zouden blokkeren, zeker voor tegoeden in het buitenland”, stelt Van Moppes. “Belgische banken behoren in Europa tot de strengste, waardoor vermogen zonder sluitend bewijs niet meer naar hier kan. Het is dan ook positief dat de regering dat probleem erkent. Anders blijft dat geld gewoon vastzitten, tot voordeel van buitenlandse banken of verzekeraars, maar niet van de erfgenamen of de Belgische staat.”
Maar?
VAN MOPPES. “De nieuwe fiscale regularisatie lijkt in grote lijnen sterk op de vorige regeling, al zijn er wel enkele nieuwigheden.
“Wat vooral opvalt, is dat de problemen zich minder stellen bij wie zelf fiscale fouten heeft gemaakt, maar vooral bij mensen die een vermogen geërfd of geschonken kregen. Kinderen, maar ook neven of nichten, geven dat vermogen netjes aan in de nalatenschap en betalen erfbelasting. Toch vragen banken daarna vaak alsnog om te bewijzen waar dat geld oorspronkelijk vandaan komt.
“Dat is in de praktijk vaak onmogelijk. Banken bewaren gegevens doorgaans maar tien jaar. Als het gaat om geld dat in de jaren tachtig of negentig werd opgebouwd, bestaat daar meestal geen documentatie meer van. Soms duikt er nog een doos met papieren op, maar dat is uitzonderlijk. Meestal zijn documenten verloren gegaan of nooit bewaard.
“Bovendien was het vroeger perfect wettelijk om met cash te werken. Contante betalingen waren de norm. Maar als dat geld destijds bijvoorbeeld naar Luxemburg werd gebracht en op een rekening werd gezet, is dat vandaag nauwelijks nog te bewijzen. Openingsdocumenten uit die tijd bestaan vaak niet meer.”
Toch niet te goeder trouw
Er lag even een voorstel op tafel om erfgenamen die te goeder trouw hadden gehandeld, een lager boetetarief toe te kennen bij de regularisatie van een geërfd vermogen. Maar de regering besliste uiteindelijk om dat niet door te voeren. In de regeling gelden voor iedereen dezelfde tarieven: 30 procent op niet-verjaarde inkomsten en 45 procent op verjaard kapitaal. Ook erfgenamen die hun vermogen correct hebben aangegeven, maar geen sluitend bewijs meer kunnen leveren over de oorsprong ervan, vallen daaronder.
Wat vindt u van die tarieven?
VAN MOPPES. “Een boete van 45 procent is zwaar, zeker voor erfgenamen te goeder trouw. Zij hebben dat vermogen netjes aangegeven in de nalatenschap en daar erfbelasting op betaald. Toch zullen ze, als ze het geld willen repatriëren en geen sluitende documenten kunnen voorleggen, nog eens 45 procent moeten betalen. Dat komt bovenop de erfbelasting, wat in sommige gevallen tot een bijzonder hoge totale belastingdruk leidt.
“Dat maakt de regeling weinig aantrekkelijk. Ik vrees dat veel erfgenamen in die situatie het geld gewoon in het buitenland laten staan, of op zoek gaan naar een buitenlandse bank die minder streng is.
“Een oplossing zou zijn dat de Vlaamse Belastingdienst toestaat om die regularisatieheffing als passief in de nalatenschap op te nemen. Zo wordt de erfbelasting niet berekend op het volledige vermogen, maar op het saldo na aftrek van die heffing. Dat zou de regeling toch een stuk rechtvaardiger maken.”
