Karel Anthonissen
‘De wereld is niet per se verdorven omdat er zo veel fiscale fraudeurs zijn’
‘Ik heb niet voortdurend een streng moreel oordeel over belastingfraude. Dat zou te veel stress geven.’ Dat zegt Karel Anthonissen, gewestelijk directeur BBI.
“Geef de keizer wat des keizers is.” De keizer was een bezettingsmacht, de tollenaar werd gehaat en de smokkelaar kreeg sympathie. Dat je de belasting maar beter betaalt, moest dus niet als een categorische imperatief worden begrepen, maar veeleer als een wijze raad: laten we maar zorgen dat we geen problemen krijgen. Andere dingen zijn belangrijker. Ik heb ook niet voortdurend een streng moreel oordeel over belastingfraude. Dat zou te veel stress geven.
Een politieagent kan ook honderden fout geparkeerde auto’s voorbijlopen zonder morele bezwaren. Hij weet heel goed dat maar enkelen zich te goeder trouw hebben vergist en dat de meesten het risico van een boete hebben verkozen. Maar we zien dat niet als onethisch gedrag, behalve die ene die op een gehandicaptenplaats staat.
De wereld is niet per se verdorven omdat er zo veel fiscale fraudeurs zijn
Uit een proefschrift van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat er een verband is tussen criminogeen gedrag in het persoonlijke leven en in het zakelijke leven. Wie een beetje te snel rijdt, zal dus misschien ook een beetje frauderen. Snelheidsduivels, agressieve bumperklevers en ergerlijke pechstrookinhalers maken meer kans bij de agressieve fraudeurs te worden gevonden. Sommige belastinginspecteurs zouden zo’n gedrag als een signaal voor fraudedetectie willen gebruiken. Maar de wereld is niet per se verdorven omdat er zo veel verkeersovertreders en fiscale fraudeurs zijn.
Of u bij de lichte of de zware categorie hoort, als u een boete krijgt, begin dan niet te zeuren. Dat geeft ook stress. Afdingen op de boete is nog wat anders. Op vakantie in het nog communistische Joegoslavië hadden twee milicia’s ons aan de kant gezet voor licht overdreven snelheid. Trots demonstreerden ze hun splinternieuwe radartoestel op een naderende Duitser, die ook aan de kant moest. Ik zag dat ze boetebonnetjes van 500, 200 en 100 dinar hadden. Met wat kennis van het Servo-Kroatisch en door te wijzen naar het kleinste bonnetje, is het gelukt af te dingen naar de laagste boete. De politie vond het wel grappig.
Ik heb ook niet voortdurend een streng moreel oordeel over belastingfraude. Dat zou te veel stress geven
In het dossier van de scheepskredieten, dat aansleepte van 1991 tot 2010, heb ik voor het eerst gezien hoe het Belgische systeem werkt. De keizer die de wetten maakt en de belastingen int, voelde zich niet gebonden door zijn eigen regels. Ernstige regels, zoals het verbod op valsheid in geschrifte, moesten wijken voor de openbare macht. De magistraat die dat door de vingers zag, maakte de meeste kans op promotie.
Er is op dat gebied niet zo veel veranderd sinds de Romeinen. Toch is er een groeiende groep mensen die de fraude niet meer aanvaardt. Ook de kleine smokkelaars vinden de grote smokkelaars niet langer sympathiek. Dat ondervond de Belgische eurocommissaris toen hij dacht het voortouw te moeten nemen in een protest tegen de regering-Di Rupo. Die wilde fiscaal de puntjes op de i zetten en stuitte daarmee vooral bij de Vlaamse middenstand op verzet.
Gelukkig staat geschreven dat een ambtenaar getrouw moet zijn aan de koning en aan de wetten van het Belgische volk. Als het beleid en de wet met elkaar in strijd zijn – anders gezegd: als het beleid corrupt is – is het niet eenvoudig voor de wet te kiezen, maar het is ethisch verantwoord.
De meeste collega’s bij Financiën zijn niet erg opgezet met het regime waarvoor ze werken
De meeste collega’s bij Financiën zijn niet erg opgezet met het regime waarvoor ze werken, een regime dat velen zwaar treft en anderen ongemoeid laat. Zij vinden hun motivatie uit het feit dat de mensen niet aan de keizer moeten geven wat des keizers is, maar bijdragen aan een maatschappelijk weefsel. Dat wordt nu eenmaal door die keizer beheerd, ook als dat geen goede keizer is.
Zo zie ik ook de bijdrage op verborgen vermogens. Wij hebben altijd gepleit voor een bijdrage tussen 25 en 40 procent. Dat is niet het excessieve tarief waarin het systeem voorziet en waaraan mensen die de belasting lange tijd hebben ontdoken, zijn ontsnapt. Anderzijds is het vanuit ethisch standpunt ongelukkig als de staat tienduizenden met hun ‘verjaarde kapitalen’ laat wegkomen zonder bijdrage of met een bijna symbolische regularisatie. De witwaswet zegt dat het volledige onrechtmatige voordeel moet worden afgegeven. Hier trekken wet, ethiek en redelijkheid aan hetzelfde zeel. Dat is niet overal in de fiscaliteit het geval.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier