De nieuwe wapens van de fiscus
De fiscus vorderde in 2017 voor meer dan 2 miljard euro boetes en bijkomende belastingen. Dat is het gevolg van de internationale gegevensuitwisseling en gerichte controles. Naast zwarte inkomsten, worden voortaan ook zwarte kapitalen aangepakt.
De vorderingen van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) zijn flink gestegen: van 970 miljoen in 2015 naar 1719 miljoen in 2016 en 2125 miljoen vorig jaar. Dat zijn de bedragen van de bijkomende belastingen en de boetes die aan belastingplichtigen zijn opgelegd na een herziening van de belastingaanslag. “2017 wordt een recordjaar”, meldt het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). Vorig jaar zijn 1352 dossiers geopend, een stijging van 28 procent. Het aantal bankonderzoeken bedraagt 535 (401 in 2016) en het centrale contactpunt is 202 keer geraadpleegd (187 keer in 2016).
Het is niet omdat de BBI 2,1 miljard vordert, dat dat geld ook naar de staatskas vloeit
Het is niet omdat de BBI 2,1 miljard vordert, dat dat geld ook naar de staatskas vloeit. “Het is intellectuele fraude te stellen dat die administratie de overheid zoveel heeft opgebracht”, benadrukt fiscaal advocaat Thierry Litannie (Litannie, Haulotte, Watelet & Associés). “Er is een verschil tussen vorderen en innen. Je moet bijvoorbeeld ook rekening houden met de succesvolle betwistingen van belastingplichtigen en met bedrijven die failliet gaan.”
Vorige week bleek dat meer dan de helft van het totale gevorderde bedrag samenhing met één dossier. Als dat niet geïnd kan worden, is van een record geen sprake meer. Van al het belastinggeld dat in de afgelopen jaren is gevorderd, kwam maar een fractie in de schatkist terecht: in 2015 werd 254 miljoen euro betaald (toch al ruim een vierde), in 2016 was dat 308 miljoen en in 2017 voorlopig 285 miljoen.
Gegevensuitwisseling en regularisatie
Het ziet er niet naar uit dat het aantal vorderingen zal afnemen. De BBI krijgt meer personeel. Aan het begin van deze legislatuur was nochtans beslist het personeelsbestand bij iedere administratie jaarlijks met 2 procent te verminderen. In 2015 was dat zelfs 4 procent. Die inkrimping kwam boven op de vergrijzing en het vertrek van ervaren personeel, waardoor volgens minister Van Overtveldt te veel druk op de organisatie en de activiteiten van de BBI kwam.
Op 1 januari telde de BBI 634 personeelsleden, maar over een jaar zullen het er naar verwachting 670 zijn. “De uitbreiding is noodzakelijk om te vermijden dat de BBI een bejaardenhuis wordt”, stelt Karel Anthonissen, officieel nog altijd gewestdirecteur van de BBI Gent, hoewel die functie niet meer bestaat. “De versterking is een normale aanpassing.”
‘Bankiers worden de poortwachters van de zwarte kapitalen die naar België worden gerepatrieerd’ – Dave van Moppes, Tuerlinckx Advocaten
Voorts krijgt de fiscus aanzienlijk meer gegevens te verwerken. “Dat komt vooral door de invoering van de mechanismen voor internationale gegevensuitwisseling”, vermeldt Francis Desterbeck, eerste advocaat-generaal bij het parket van Gent. Die komen binnenkort op kruissnelheid. “Het mechanisme van de automatische uitwisseling van gegevens is uiteraard niet vrijblijvend. Parallel met de invoering ervan werd midden 2016 een tweede permanente regularisatieronde van kracht. Die maakt, allicht niet toevallig, ook de regularisatie van ‘verjaarde kapitalen’ mogelijk.”
Dave van Moppes van het in fiscaliteit gespecialiseerde Tuerlinckx Advocaten wijst erop dat banken soms aan de oorsprong liggen van een fiscale regularisatie. “Bankiers worden de poortwachters van de zwarte kapitalen die naar België worden gerepatrieerd”, klinkt het. “Hun klanten moeten echt wel uitleggen wat de bron is van het kapitaal dat ze op een rekening willen zetten. Indien er een vermoeden van illegaliteit is, zal de bank dat weigeren. Dan volgt dikwijls een geforceerde ‘spontane’ aangifte bij de fiscus.”
Ook kapitaal regulariseren
Er geldt een fiscale verjaringstermijn van zeven jaar voor de directe belastingen en van tien jaar voor de successierechten. “Tijdens vorige regularisatierondes redeneerden fiscalisten dat de regularisatie van de verdoken roerende inkomsten van die zwarte sommen voldoende was om het hele bedrag fiscaal te zuiveren”, zegt Anthonissen. “De vroegere ministers van Financiën Didier Reynders en Koen Geens, maar ook staatssecretaris voor de Strijd tegen Fraude John Crombez volgden die argumentatie. Ik noemde dat toen gratis witwassen, en dat hoorde men niet graag.”
Van Overtveldt verandert van koers. De minister liet al verstaan dat de BBI voortaan wel zal vragen dat ook het kapitaal wordt geregulariseerd. Dat kan dit jaar tegen een tarief van 38 procent. Anthonissen: “Ik ben tevreden. Het is nu afwachten hoe Justitie zal reageren als ze informatie krijgt van de BBI over zwarte kapitalen.”
‘De BBI kan de fiscaal fraudeurs vragen hun kapitaal te regulariseren en het is aangewezen dat ook te doen’ – Francis Desterbeck, eerste advocaat-generaal bij het parket van Gent
“De BBI kan de fiscaal fraudeurs vragen hun kapitaal te regulariseren en het is aangewezen dat ook te doen”, oordeelt Desterbeck. “Het verbergen van de opbrengst van misdrijven is een strafrechtelijke inbreuk: witwassen. Na regularisatie zal het parket niet vervolgen. Wie een slechte fiscaal raadgever heeft, gaat niet op de suggestie van de BBI in en kan uiteindelijk voor de strafrechter komen. Ook wie een regularisatie eindeloos laat aanslepen, komt bij het parket terecht. De onderzoeken komen op kruissnelheid. Bij erg koppige fraudeurs kan dat leiden tot de verbeurdverklaring van het hele zwarte fortuin, al kan het parket clement zijn. Als erfgenamen bijvoorbeeld een rekening uit Zwitserland erven, die nonkel Fons voor de fiscus heeft verzwegen, kunnen we tot een minnelijke schikking komen.”
Veel belastingplichtigen kunnen echter niet meer bewijzen waar hun kapitaal vandaan komt. “Dat wil niet zeggen dat de herkomst ervan frauduleus is”, stipt Litannie aan. “Als de belastingplichtige, noch de fiscale administratie, noch het parket over de minste aanwijzing beschikt dat de herkomst van het kapitaal frauduleus zou zijn, wordt het moeilijk een zaak te beginnen tegen de belastingplichtige.”
“Uiteraard kan de belastingplichtige geen negatief bewijs leveren over de niet-onrechtmatigheid van de gelden”, redeneert Desterbeck. “Het Europees Hof van de Rechten van de Mens erkent echter dat het openbaar ministerie bepaalde omstandigheden zo mag interpreteren, dat het ervan uit mag gaan dat het over illegale gelden gaat. Als een dossier van hier tot Tokio vermoedens van fraude opwerpt, is de bestrijding ervan geen omkering van de bewijslast, maar een redelijk strafbeleid.”
Angst zaaien
Van Moppes wijst er echter op dat de parketten de stroom aan informatie niet zullen kunnen behandelen. “Het parket doet aan cherrypicking en pakt enkel grote witwasdossiers aan, als voorbeeld voor de kleine fraudeurs”, weet hij. “Ook is er een groot verschil tussen noord en zuid. Vooral Vlaamse parketten schieten in actie bij witwasdossiers van fiscale fraude-opbrengsten.”
De Waals-Brabantse advocaat Litannie spreekt nochtans van “een schrikbewind”. “De uitspraken van de minister en de vragen om inlichtingen van de BBI aan bepaalde belastingplichtigen zijn bedoeld om angst te zaaien. Het is de bedoeling dat de belastingplichtigen bereid zijn tegen een tarief van 38 procent kapitalen te regulariseren waarvan niemand de herkomst kan vaststellen, of die nu geoorloofd is of frauduleus.”
‘De centrale administratie duwt de belastingcontroleur zo in zijn rol van ambetanterik’ – Karel Anthonissen, BBI
“Stel dat iemand een fortuin van een half miljoen erft van iemand die zelfstandige was in de jaren zestig tot tachtig”, relativeert van Moppes. “Het parket, noch de fiscus zal dan eisen dat bewezen wordt dat de bron fiscaal correct is, want dat is schier onmogelijk. Als plots enkele miljoenen opduiken, gaan wel de alarmbellen rinkelen. De erfgenaam bouwt dan maar beter een geloofwaardig dossier op.”
“Ik erken dat de gewone fiscaal ambtenaren worden gedwongen soms te streng te zijn door de centrale input van de administratie”, aldus Anthonissen (zie kader Gerichte operaties), “maar de term schrikbewind gebruiken als de BBI en de fiscus regelrechte fraude aanpakken, is erg overdreven. Uiteindelijk gaat het om kapitalen die bij de vorige regularisatierondes bewust onder de radar zijn gehouden. De fiscus geeft nu weer een redelijke kans daar een einde aan te maken. Wie dat niet doet, moet dan maar de gevolgen dragen.”
“Het strafrechtelijk onderzoek is een stok achter de deur”, redeneert ook Desterbeck. “Het gaat over de geloofwaardigheid van het systeem. Die gelden komen dan op een legale manier in de Belgische economie terecht. En dat is een goede zaak.”
Gerichte operaties
De administratie is veel doelgerichtiger dan vroeger in de aanpak van constructies die worden opgezet om minder belasting te betalen. “De administratie heeft een diepgaande interne reorganisatie doorgemaakt in 2015 en 2016, wat tot flink wat wanorde leidde”, aldus fiscaal advocaat Thierry Litannie. “Vanaf het einde van 2016 en het begin van 2017 is het aantal controles echter toegenomen. En die grote operaties gaan in 2018 door.”
Karel Anthonissen van de BBI merkt op dat de fiscus de voorbije tien jaar volledig anders tewerkgaat. “Vroeger beheerde elke fiscaal controleur van de algemene administratie vrij autonoom zijn dossiers”, herinnert hij. “Er werd meestal op een redelijke manier gepraat met de belastingplichtige. Nu wordt de controle gecentraliseerd, dikwijls op basis van digitale informatie. Er is weinig ruimte voor interpretatie.”
De gerichte operaties van Brussel viseren sectoren of specifieke constructies, zoals auteursrechten. Die vallen onder een gunstige fiscale regeling met een belastingtarief tussen 7,5 en 15 procent over de eerste 60.000 euro aan verworven inkomsten. Die inkomsten moeten wel voortvloeien uit de overdracht of de concessie van auteursrechten. De inkomsten van een schrijver die een roman uitgeeft in eigen beheer zijn dus geen auteursrechten.
Ook de horeca ondergaat een golf van controles. De fiscus herziet soms omzetten die hij te laag acht en waakt erover dat de zwarte dozen die op de kasregisters zijn aangesloten om fraude uit te sluiten, goed geïnstalleerd zijn.
Daarnaast viseert de fiscus ook de beheersvergoedingen. “Hij aanvaardt niet dat exploitatievennootschappen managementfacturen aftrekken als beroepskosten, als die gestuurd worden door vennootschappen die zelf de exploitatievennootschappen leiden of beheren”, weet fiscalist Pierre-François Coppens. “De belastingplichtige moet de omvang van de managementprestaties aantonen en bewijzen dat ze echt geleverd zijn. Zo niet, verwerpt de controleur de aftrek door de vennootschap. “De fiscus deelt veel boetes uit voor de laattijdige indiening van de klantenlijsten in het kader van de btw”, signaleert Coppens nog. “Wie meer dan drie maanden te laat is, betaalt snel 2500 euro. De belastingplichtige die een vermindering van zijn boete vraagt, krijgt bij de gewestelijke directie en de rechters voortaan nul op het rekest.”
Anthonissen: “De controleurs worden robots, die richtlijnen krijgen van Moskou en geen soepelheid kunnen hanteren in hun beleid. Dat zorgt voor heel wat problemen bij kleine inbreuken. De tijd is voorbij dat de controleur liet blijken voor een keer geen of een kleine boete te eisen, op voorwaarde dat het volgend jaar niet weer gebeurde. De centrale administratie duwt de belastingcontroleur zo in zijn rol van ambetanterik.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier