De ideale belastinghervorming (volgens vijf topfiscalisten)

BELASTING- HERVORMING “Er gebeurt werkelijk niets om de fiscaliteit te vereenvoudigen.” © Getty Images
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

De fiscale hervorming zou een orgelpunt van de federale regering worden. Terwijl de regeringspartijen erover blijven bikkelen, vroeg Trends aan zijn fiscale columnisten waar het werkelijk naartoe moet met de personenbelasting.

De hervorming van de personenbelasting moest een van de grote werven van de federale regering-De Croo worden. De politieke onderhandelingen die er tot nu over zijn gevoerd, doen echter vermoeden dat het enkel bij wat opsmukwerk zal blijven. Trends vroeg zijn fiscale experts om de huidige personenbelasting tegen het licht te houden en een nieuwe personenbelasting uit te tekenen.

1. Belast ook kapitaalinkomsten progressief

“De progressiviteit van de belastingschalen is een fundament van het huidige systeem”, zegt Jef Wellens, fiscaal expert bij Wolters Kluwer. “Het vertrekt van het principe dat de belastingtarieven toenemen naarmate het inkomen stijgt, waardoor de breedste schouders de zwaarste lasten dragen. Hoe sterk die progressiviteit moet zijn en of het hoogste belastingtarief van 50 procent al moet gelden voor een jaarinkomen van 46.440 euro, zoals nu het geval is, daar valt over te discussiëren.”

“Bij de invoering van de inkomstenbelasting door de wet van 29 oktober 1919 gold het basisprincipe van de fiscale herverdeling”, bevestigt Michel Maus, professor fiscaal recht aan de VUB. “Het beginsel dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moesten dragen, werd fiscaal vertaald in de progressieve tariefstructuur van de personenbelasting. Bij de volgende grote fiscale hervorming door de wet van 20 november 1962 werd het principe van de globalisering van de inkomsten ingevoerd. Daarmee werd de facto het fiscale neutraliteitsbeginsel als fundament in de inkomstenbelasting ingebed, waarbij inkomsten ongeacht hun bron op dezelfde manier worden belast.”

“De basisfilosofie was dus goed, maar in de loop der jaren is ze uitgegroeid tot een gedrocht. De logica is eruit verdwenen”, gaat Maus verder. “Het toptarief van 50 procent in de personenbelasting geldt al vanaf een brutojaarinkomen van 46.440 euro, waardoor er van echte progressiviteit nog maar weinig sprake is. En voor de vermogensinkomsten is er eigenlijk geen sprake meer van draagkracht en neutraliteit. Dividenden, intresten en meerwaarden op privévermogen worden apart belast volgens een afzonderlijk systeem met vaste in plaats van progressieve tarieven. De facto is dus enkel de belasting op arbeidsinkomen herverdelend, kapitaalinkomsten zijn dat niet.”

FISCALITEIT “De belasting op effectenrekeningen is een aberratie.”
FISCALITEIT “De belasting op effectenrekeningen is een aberratie.” © Getty Images

“Ik zou hervormen volgens de fiscale Reagan-doctrine uit 1986”, besluit Maus. “Die houdt in dat belasting op inkomen neutraal moet zijn, dat wil zeggen dat dezelfde fiscale principes gelden, ongeacht de bron van het inkomen. Kapitaalinkomsten zouden dus ook progressief worden belast.”

2. Grote kuis in de aftrek- en vrijstellingsregimes

“Daarnaast moet de inkomstenbelasting globaler”, aldus Michel Maus. “Daarvoor moeten we grote kuis houden in de aftrek- en vrijstellingsregimes. Dat zal zorgen voor een veel bredere belastbare basis, waardoor we veel lagere tarieven kunnen toepassen. Fiscale prikkels moeten de uitzondering worden. Dat betekent dat de belastingvermindering voor huispersoneel, dienstencheques, giften enzovoort geschrapt moeten worden. Zo’n oefening leidt tot meer gelijkheid en een bredere fiscale basis. Daartegenover moeten dan wel fors lagere, maar nog altijd progressieve tarieven staan.”

Ook Anton van Zantbeek, fiscaal advocaat van Rivus, vindt dat er gesnoeid mag worden in allerhande belastingverminderingen. “Ze maken de fiscaliteit nodeloos complex en leiden ertoe dat veel vooraf ingevulde aangiftes niet correct zijn. De overheid heeft tonnen informatie, die ze beter moet gebruiken om tot betere vooraf ingevulde aangiftes te komen.” Volgens Van Zantbeek zijn de fundamenten van ons fiscale systeem goed, “maar ze moeten in ere worden hersteld. Er zijn vier soorten inkomsten: roerend, onroerend, beroeps en divers. Daar moeten eerst de relevante kosten af, al dan niet via een forfait, om tot de netto-inkomsten te komen. En die moeten vervolgens worden belast rekening houdend met de eigenheid van elk soort inkomen. De belasting wordt het best via derden geïnd, zoals de roerende voorheffing op spaar- of effectenrekeningen via financiële instellingen wordt afgehouden.”

En de prijs van de grootste fiscale absurditeit gaat naar…

Anton van Zantbeek betreurt de afschaffing van de wettelijke regularisatie. “Dat was politiek voor de tribune, een maatregel die stelt dat frauderende burgers door het parket maar moeten worden opgepakt en achter slot en grendel gestoken. Maar de parketten hebben daar geen tijd voor, dus dreigt die maatregel zonder gevolg te blijven. Mensen die tot inkeer komen en fiscaal willen regulariseren, moeten een wettelijke manier hebben om dat te kunnen. Niet tegen bradeerprijzen, maar ze moeten wel die mogelijkheid krijgen. Dat is slim en zorgt voor een rechtszeker kader. Bovendien stimuleert het investeringen in België én brengt het geld in de staatskas.”

Absurditeiten genoeg, zegt Michel Maus. “Als ik er toch eentje moet uitpikken, dan ga ik voor de belastingvermindering voor huisbedienden. Blijkbaar hebben politici ooit geredeneerd dat het in dienst nemen van een butler het best met een fiscale aftrek aangemoedigd wordt. Wie een butler in dienst heeft, kan tot 2.352 euro belastingvermindering genieten, met de groeten van het parlement.”

“Heb je een werkloosheidsuitkering van 19.000 euro, dan betaal je geen belasting. Heb je naast die werkloosheidsuitkering nog een ander belastbaar inkomen, al is het maar 100 euro, dan betaal je plots 1.185 euro belasting. Dat komt neer op een aanslagvoet van 1.185 procent”, rekent Jef Wellens voor.

3. Kijk verder dan de waan van de dag

Jef Wellens hekelt het kortetermijndenken dat met de jaren in het fiscale systeem is geslopen. “De personenbelasting is het geliefkoosde speelterrein van politici die voortdurend en vaak ondoordacht bij wijze van lapmiddel fiscale maatregelen nemen op basis van de waan van de dag”, stelt hij. “Daarvoor worden hele nieuwe wettelijke kaders, IT-programma’s en administratieve processen opgezet, om ze dan na enkele maanden alweer af te voeren. Dit jaar kregen we zo een nieuw belastingkrediet voor de verhoging van de kilometervergoeding van werknemers, en een nieuw fiscaal stelsel voor gepensioneerden die opnieuw in de zorg aan de slag gaan. Stelsels die slechts enkele maanden tot een jaar van kracht zijn en een heldere en eenvoudige personenbelasting in de weg staan.”

© National

“Beleidsmakers moeten ophouden met allerlei fiscale maatregelen uit te vinden waarmee ze het gedrag van burgers willen sturen of veranderen”, zegt Sylvie De Raedt, docent belastingrecht aan de universiteiten in Antwerpen en Gent. “Van veel van die maatregelen kun je je afvragen of burgers het geld van die fiscale gunsten dat ze achteraf via hun belastingaangifte terugkrijgen, niet beter vooraf gewoon gestort hadden gekregen.”

4. Maak de fiscaliteit digitaalbestendig

Sylvie De Raedt wijst erop dat de rol van de digitalisering in de fiscaliteit alleen nog belangrijker zal worden. “De aangifte zal verdwijnen en op termijn zullen alle belastingen automatisch worden geïnd op basis van de beschikbare data bij de overheden, bedrijven en digitale platformen. Dat zal de fiscaliteit gebruiksvriendelijker maken”, weet ze. “Maar daarvoor moet je de belastingwetgeving wel kunnen omzetten in programmeercode. Veel bepalingen daarin zijn vaag en de belastingplichtige heeft een te grote rol in het uiteindelijke oordeel over de invulling ervan. En niet alleen zijn ze subjectief, ze zijn ook nog eens moeilijk om te zetten in programmeercode. Net als een computercode moet je alle fiscale bepalingen in een als-dan-patroon kunnen gieten. Ze mogen niet voor discussie vatbaar zijn, zoals nog te vaak het geval is.”

Een drastische vereenvoudiging van de fiscaliteit is een absolute vereiste, vervolgt Sylvie De Raedt, “zowel om de wetgeving programmeerbaar te maken als om ze transparant en controleerbaar te houden. Als de wetgever daar niet voor zorgt, zullen computerprogrammeurs die de wetgeving in code moeten omzetten bepaalde keuzes moeten maken, en dat wil je niet als samenleving. Er is ook een verband tussen de complexiteit van de wetgeving en de mate dat burgers bereid zijn die na te leven. Hoe complexer, hoe minder mensen geneigd zijn ze tot in de puntjes te volgen.”

5. Decimeer het aantal codes

“Een hoop uitgaven in de fiscale niche worden slechts door een handvol belastingplichtigen gebruikt en vervuilen de personenbelasting onnodig”, bevestigt Jef Wellens. “Zoals een aangifterubriek om de belastingvermindering voor covidtaxshelter-aandelen – welke aandelen zegt u? – over te dragen. Dat zijn spookrubrieken die door vrijwel niemand worden gebruikt.”

“Er gebeurt werkelijk niets om de fiscaliteit te vereenvoudigen”, verzucht Philippe Renier, fiscaal advocaat bij RenierKetels. “De aangifte bevat 843 codes. Dat zal na de hervorming waarschijnlijk zo blijven. In de Verenigde Staten heeft de aangifte 38 rubrieken. De Amerikaanse fiscus telt 28.000 ambtenaren, de Belgische 29.000. Ongetwijfeld kan door een verregaande digitalisering van de fiscaliteit via e-invoicing of geautomatiseerde controles veel meer op loonkosten worden bespaard bij de federale overheidsdienst Financiën, wat op zich veel meer zal opleveren dan de schamele belastingverschuiving van 1,5 miljard euro die nu wordt beoogd.”

6 .Wees niet bang van nog een staatshervorming

“Met de zesde staatshervorming van 2014 is er een constructiefout in de personenbelasting geslopen”, legt Jef Wellens uit. “Die werd opgesplitst in een federale en regionale belasting. Dat staat een samenhangend fiscaal beleid in de weg. Gewesten schaffen systematisch fiscale verminderingen en uitgaven af, terwijl er federaal jaar na jaar nieuwe bij komen. Elke federale maatregel raakt de regio’s financieel, zonder dat die een vinger in de pap hebben.”

“Ook de huidige hervormingsvoorstellen ondergaan de gewesten gewoon, ze staan met de rug tegen de muur. Elke federale verlaging van de personenbelasting wordt voor een kwart gefinancierd door de gewesten, maar die plukken niet de vruchten van de compenserende maatregelen zoals meer btw-inkomsten of een minimumbelasting. Vroeg of laat kunnen ze niet anders dan hun opcentiemen, de gewestelijk personenbelasting, te verhogen”, voegt Wellens toe.

“Een fundamentele keuze dringt zich daarom op, die enkel kan worden gerealiseerd met een nieuwe staatshervorming: ofwel de personenbelasting opnieuw federaliseren, ofwel die verder regionaliseren, met meer initiatief en beslissingsrecht voor de gewesten. Het eerste lijkt niet realistisch. Het tweede is revolutionair. Maar op termijn moeten er knopen worden doorgehakt.”

7. Beleggen is niet langer vies

“De belasting op effectenrekeningen is een aberratie”, stelt Anton van Zantbeek. “Die maakt van beleggen iets vies. Wie op zijn effectenrekening een bankobligatie aanhoudt, wordt daarop belast, maar cash op rekeningen bij diezelfde bank wordt niet belast. Ik snap het verschil niet. Cash is iets goeds in de ogen van de politiek, maar daarmee kun je je beleggingen niet spreiden. Als je toch spreidt over andere activaklassen zoals aandelen obligatie, wordt je daarvoor extra belast.”

8. Ga niet voor peanuts

Voor Philippe Renier moeten de grote lijnen van de hervorming duidelijk zijn. “De leidraad van de brede fiscale hervorming is het belastingstelsel te moderniseren, te vereenvoudigen, en rechtvaardiger en neutraler te maken. Daarbij zou de regering in hoofdzaak de verschuiving van lasten op arbeid naar vermogen en consumptie ambiëren”, zegt hij.

“Gezien de recente ontwikkelingen, blijken dat holle woorden te zijn. Terwijl de eerste brede fiscale hervorming op een belastingverschuiving van 5,7 miljard euro mikte, spreekt de regering nu nog slechts over 1,5 miljard. Weg dus de ‘brede fiscale hervorming’. Wat overblijft, resulteert dan in 300 euro nettoloon extra, of 25 euro per maand, peanuts dus – twee dienstencheques per maand. De reële impact van deze fiscale minihervorming zal allicht veel groter zijn op ondernemend België, zodoende dat men zich de vraag moet stellen of het sop de kool waard is.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content