Belastingen: ‘Idealiter is er een vermogensregister én een voordelenregister’

WILLEM LEMMENS, ANNE VAN DE VIJVER EN BRUNO PEETERS De Antwerp Tax Academy gaat op zoek naar de echte betekenis van een belastingsystem.
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Zowat iedereen is het erover eens: ons belastingsysteem is veel te complex geworden. Een van de gevolgen is dat we niet meer beseffen dat het ook een doel dient, dat het een antwoord probeert te bieden op de grote morele vraagstukken. En net dat zijn de vragen waar het om draait, “de vragen waar een mensbeeld achter zit”.

Al drie jaar op rij organiseert de Antwerp Tax Academy – het centrum aan de Universiteit Antwerpen dat onderzoek doet naar belastingen – de lezingenreeks Filosofen over belastingen. “Het doel is de filosofische en ethische beginselen en oorsprong van ons belastingsysteem tegen het licht te houden. Van waar komen bepaalde fiscale normen? Hoe zijn die tot stand gekomen? We merkten een grote nood aan meer achtergrond over het waarom van bepaalde belastingregels”, vertelt Bruno Peeters, initiatiefnemer van de reeks, oud-voorzitter van de Tax Academy en sinds dit jaar emeritus hoogleraar fiscaal recht aan de UA. “We boekten in het begin een klein lokaal omdat we enkel de diehards verwachtten. Tot onze verrassing trokken we telkens 100 tot 150 deelnemers, van fiscalisten, advocaten en filosofen, tot consultants, bedrijfsjuristen, magistraten en ambtenaren.”

In die bredere belastingwereld leeft een soort collectieve vraag naar zin- en betekenisgeving, merkt ook Anne Van de Vijver, hoogleraar fiscaal recht, decaan van de rechtenfaculteit en voorzitter van de Antwerp Tax Academy. “Door de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen decennia denken steeds meer fiscaal adviseurs kritisch na over hun rol in de samenleving. De belastingschandalen van de afgelopen jaren hebben hun beroep in een negatief daglicht geplaatst, maar veel adviseurs grijpen dat juist aan om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te herdefiniëren. Filosofie en ethiek bieden inspiratie om hun rol constructief en met integriteit vorm te geven”, zegt ze.

‘Ik zag belastingen vooral als iets technisch en ingewikkelds. Ik zag niet meteen de link met de grote maatschappelijke vraagstukken, maar als je er even over nadenkt, is die er zeer snel’

Willem Lemmens, hoogleraar filosofie en ethiek aan de UA, merkt een gelijkaardige beweging bij studenten. “Binnen het vak ethiek in de master rechten geef ik een themacollege over belastingen. De intuïties van de studenten daarover gaan niet zozeer over de techniciteit van belastingen, maar wel over de link met de samenleving, bijvoorbeeld of belastingen rechtvaardig zijn of dat het belastinggeld goed wordt besteed”, zegt hij. “Ik merk een soort terugkeer van een morele gevoeligheid in post-ideologische tijden. Aan het einde van de jaren tachtig werd het marxisme taboe. Na de val van de Berlijnse Muur gold een zeer liberale politieke filosofie. Tegelijkertijd kwam er een luwte over fundamentele vraagstukken over sociale rechtvaardigheid en herverdeling. Dezer dagen kijkt men niet langer met een ideologische bril naar die vraagstukken, maar wel naar de concrete invoering ervan in de samenleving en de instellingen die daarvoor moeten zorgen. Ik moet toegeven, toen Bruno begon met de lezingenreeks, zag ik belastingen vooral als iets technisch en ingewikkelds. Ik zag niet meteen de link met de grote maatschappelijke vraagstukken, maar als je er even over nadenkt, is die er zeer snel.”

Beluister ook de podcast over dit verhaal of lees hieronder verder

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Zoals?

WILLEM LEMMENS. “Bijvoorbeeld het debat over de financiering van defensie. Alle Europese regeringen zijn bereid meer uit te geven aan bewapening. Uiteindelijk zal de belastingbetaler dat betalen. Onder mijn studenten zijn er die dat een goede zaak vinden, maar er zullen er even goed zijn die dat ter discussie stellen. Dat is een voorbeeld van hoe maatschappelijke ontwikkelingen bepalend zijn voor de intuïties van mensen over belastingen.”

BRUNO PEETERS. “De financiering van defensie en veiligheid behoorde lang tot de primaire functie van belastingen. Dat is in de afgelopen decennia verwaterd, maar nu leeft door geopolitieke ontwikkelingen de vraag om die primaire functie weer aan te zwengelen. De herverdelingsfinaliteit van belastingen is pas op de voorgrond gekomen met de uitbouw van de sociale welvaartsstaat in de jaren vijftig en zestig. Ook die functie roept nu vragen op. Hoe ver gaan we in de solidariteit? Wat is het minimale waarin een overheid moet voorzien? Wat is het minimumbedrag dat een mens nodig heeft om te overleven? Dat zijn geen zuiver juridische vragen, maar vragen waar een mensbeeld achter zit.”

ANNE VAN DE VIJVER “Er zijn al zoveel voorstellen voor een beter belastingsysteem geschreven dat we alle grondbeginselen wel kennen.”

Zijn zulke ethische en morele vragen te veel ondergesneeuwd geraakt door de techniciteit en de complexiteit van de belastingwetgeving?

PEETERS. “Absoluut. We moeten de techniek van de belastingen opzijzetten, om terug te komen tot het waarom. Een ander voorbeeld zijn de recente Vlaamse begrotingsbesprekingen over de zin of de onzin van erfbelastingen, en of die lager moeten. John Stuart Mill, de grote liberaal, vond dat een zinvolle belasting omdat ze geheven wordt op de persoon die een erfenis ontvangt, niet op de persoon die ze achterlaat. Volgens Mill is dat vanuit een herverdelingsoogpunt het meest geschikte moment om een soort vermogensreset te doen.”

LEMMENS. “In de pleidooien van sommigen voor een erfbelasting van 100 procent zie ik dan weer een interessante paradox. Dat pleidooi komt vaak vanuit progressieve hoek. De achterliggende idee is dat mensen niet mogen profiteren van de verdiensten van hun ouders, dat ieder individu zelf haar of zijn eigen leven moet waarmaken. Dat vertrekt van een zeer sterk vooroordeel over het zelfbeschikkende individu. Daarmee pleit je in feite voor een zeer geïndividualiseerde samenleving. Dat leunt aan bij de filosofie van Kant, die het rationele individu sterk benadrukt. Maar dat ondergraaft de idee of de institutie van familie. Hegel was een felle criticus van Kant en wijst erop dat het individu een onderdeel is van een gemeenschap en netwerken. Hij zegt dat een goed functionerende samenleving bemiddelende instellingen nodig heeft, bijvoorbeeld familie. Als je dat ondergraaft, wordt de samenleving daar niet noodzakelijk beter van.”

ANNE VAN DE VIJVER. “Dat vraagstuk hangt ook samen met de theorie van morele cirkels. Empathie en moraliteit worden deels evolutionair verklaard. Het feit dat ouders instaan voor het overleven van hun kinderen zorgt voor een sterkere morele band binnen een gezin dan naar buiten toe. Die morele cirkels kunnen zich uitbreiden naar andere groepen. De breedste cirkel is dan de samenleving. Naarmate de morele cirkel breder is, kun je pleiten voor een hogere erfbelasting.”

‘De bevrijdende roerende voorheffing is een fossiel dat geen reden van bestaan meer heeft’

Bestaat er vanuit ethisch of moreel standpunt zoiets als een perfect belastingsysteem? Zijn er filosofen die daar een gooi naar hebben gedaan?

PEETERS. “Adam Smith werkte een aantal grondbeginselen of maximes uit en had daarin aandacht voor de vormgeving van belastingen. Bijvoorbeeld, het belastingsysteem mag niet te duur zijn, het moet efficiënt zijn en de belastingen mogen niet te hoog zijn, want anders lok je fraude uit. Hij stelde ook de vraag naar een alomvattend belastingsysteem. Waarom niet een enkele belasting, van jong tot oud, arm of rijk, iedereen hetzelfde bedrag? Maar hij zag daar de nadelen van in, bijvoorbeeld onzekerheid over de inkomsten omdat in slechte economische tijden niet iedereen kan betalen.

“Een ander beginsel van hem is dat je verschillende belastingen nodig hebt om als overheid budgettair veerkrachtig te zijn. Dat is ook nu nog zo. Doorgaans worden vier categorieën belastingen onderscheiden: inkomstenbelastingen, verbruiks- of consumptiebelastingen, vermogensbelastingen en vermogenstransferbelastingen zoals bij erven en schenken.”

VAN DE VIJVER. “Kant heeft ook uitgebreid geschreven over de verantwoording van belastingen. Volgens hem maken de samenleving en ons rechtssysteem eigendom mogelijk en zorgen ze voor de bescherming daarvan, onder meer via politie en gerecht. Daarin ligt voor de overheid de rechtvaardiging om een stukje belastingen te heffen op die eigendom. Ook de economie wordt mogelijk gemaakt door het rechtssysteem. Mensen profiteren daarvan, zoals via de handel in aandelen, waarop ze meerwaarden kunnen realiseren. Dat verantwoordt dan bijvoorbeeld een belasting op die meerwaarden. Dat is het profijtbeginsel.
“Daarnaast zijn er al zoveel voorstellen voor een beter belastingsysteem geschreven dat we alle grondbeginselen wel kennen. Bijvoorbeeld het draagkrachtbeginsel, dat je belast wordt naargelang je draagkracht. De neutraliteit van het inkomen is ook belangrijk, dat alle inkomens belast worden ongeacht de herkomst.”

Benut België die vier pijlers van het belastingsysteem voldoende?

PEETERS. “Het Belgische belastingstelsel stoelt maar op drie van die vier poten, omdat we geen echte vermogensbelasting hebben. In de Verenigde Staten zeggen bijvoorbeeld steeds meer economen dat de ongelijkheden daar niet meer recht te trekken zijn met alleen maar de inkomstenbelastingen. In België zijn die ongelijkheden nog niet zo groot, hoewel volgens recente onderzoeken toch groter dan gedacht. Maar we weten het niet, want we steunen nog heel erg op onvolledige data, zoals de aangifte van de personenbelasting. Die is onvolledig omdat niet alle inkomsten uit vermogens daarin voorkomen. Ze geeft geen totaalbeeld van iemands inkomen en draagkracht. Vermogensinkomsten zoals intresten, dividenden en binnenkort allicht ook meerwaarden op financiële activa worden in de personenbelasting nog al te vaak belast via de bevrijdende roerende voorheffing, maar dat is een fossiel dat geen reden van bestaan meer heeft, onder meer door de sterk verbeterde uitwisseling van financiële gegevens.”

Is dat een pleidooi voor meer transparantie?

PEETERS. “Ja. Inkomens uit vermogen zouden meer in de aangifte moeten worden opgenomen. Idealiter is er ook een vermogensregister. Als je een verantwoord beleid wil voeren naar draagkracht, dan moet je weten wat de draagkracht is. Daartegenover is ook een voordelenregister, waarmee je weet wie welke sociale voordelen geniet, perfect te rechtvaardigen. Zo kun je nagaan of de voordelen die iemand ontvangt, overeenkomen met diens inkomen en vermogen. Met meer transparantie geef je de overheid de instrumenten voor een behoorlijk beleid waarmee de sociale voordelen terechtkomen bij de mensen die het echt nodig hebben. Momenteel zit er veel ruis op dat verhaal. Kijk maar naar de managementvennootschappen, waarmee sommigen die het niet nodig hebben toch aanspraak maken op bepaalde voordelen.

“De overheid moet uiteraard wel heel goed waken over de veiligheid en geheimhouding van die data. Er zijn landen die daarin slagen. Maar hier is bij sommigen het wantrouwen tegenover de overheid nog altijd groot.”

‘Het is cruciaal dat de overheid regelmatig communiceert over alle belastingplichtigen die wél correct hun belastingen betalen’

Transparantie en wantrouwen, dan komen we bij zwartwerk, iets waar de Belg bovengemiddeld in bedreven is. Wat zegt de ethicus daarover?

LEMMENS. “Zwartwerk is eigenlijk het zich onttrekken aan een verplichting ten aanzien van de samenleving. Het is freeridergedrag. Bekeken vanuit individuele moraliteit of plichtsbesef is er geen enkele regel denkbaar die dat zou goedkeuren. Het gaat helemaal in tegen bijvoorbeeld de categorische imperatief van Kant. Als een systeem pas functioneert dankzij de instemming van iedereen, dan kun je als samenleving niet aanvaarden dat individuen zich daaraan onttrekken.

“Nu, als het belastingsysteem ondernemerschap en werken zodanig ontmoedigt dat de verleiding voor zwartwerk groeit, moet je nadenken over een aanpassing van het systeem. Tegelijk leeft het gevoel dat sommigen gemakkelijker belastingen kunnen ontwijken, weliswaar op een legale manier, en dat de economie vooral de rijken rijker maakt. Dat voedt de verleiding voor zwartwerk bij de gewone burger. Maar dan nog moet je dat als samenleving ontraden en een soort grondhouding aannemen dat je dat niet wilt.”

PEETERS. “Vanuit het gelijkheids- of non-discriminatiebeginsel is een samenleving verplicht het systeem aan te passen als blijkt dat sommigen zich aan belastingen onttrekken. Bijvoorbeeld de dienstencheques of de witte kassa zijn bedoeld om zwartwerk tegen te gaan. De samenleving moet erover waken dat het belastingsysteem zwartwerk zo moeilijk mogelijk maakt.”

VAN DE VIJVER. “Het is ook cruciaal dat de overheid regelmatig communiceert over alle belastingplichtigen die wél correct hun belastingen betalen. Mijn onderzoek focust onder meer op het herstel van het vertrouwen van het individu in de overheid, bijvoorbeeld de relatie tussen de federale overheidsdienst Financiën en de belastingplichtigen. We deden daarover een enquête en verwachtten zo’n 300 respondenten. Het zijn er 2.000 geworden, dus dat thema leeft.

“De filosofie van Kant biedt daarover interessante inzichten. Naast zijn werk over rationeel denken legt hij sterk de nadruk op morele gevoelens. Iedereen heeft daar volgens hem een potentieel voor en is het aan zichzelf verplicht die te cultiveren. Ook Aristoteles stelt dat morele gevoelens leiden tot moreel gedrag. Daarom is het zo belangrijk dat onze rechtenstudenten filosofie en ethiek krijgen. Wij moeten hen zo veel mogelijk met morele dilemma’s confronteren om die morele gevoelens te ontwikkelen en hen voor te bereiden op de echte morele dilemma’s van het leven.”

LEMMENS. (Lachend) “Geef mij een paar assistenten en ik regel dat.”​

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise