Creatieve beroepen krijgen duwtje in de rug van fiscus
Niet alleen artiesten, journalisten en fotografen maar ook architecten, fiscaal adviseurs en juristen kunnen gebruikmaken van het fiscaalvriendelijke regime voor inkomsten uit auteursrechten. “De originaliteit van het beschermde werk is doorslaggevend.”
Het auteursrecht beschermt originele creaties. De maker hoeft niets te deponeren of te registreren, het recht ontstaat automatisch bij de creatie en geldt tot zeventig jaar na zijn overlijden. Klassieke voorbeelden van auteursrechtelijk beschermde werken zijn muziek, films, foto’s en teksten. Maar ook computerprogramma’s, bouwplannen, grafische ontwerpen en zelfs complexe juridische adviezen kunnen onder dat regime vallen.
Ook bouwplannen, grafische ontwerpen en complexe juridische adviezen kunnen onder het fiscaal regime van auteursrechten vallen.
Sinds 2008 bestaat in ons land een fiscaal voordeelregime voor de overdracht van auteursrechten. Een persoon die voor zijn beroep een auteursrechtelijk beschermd werk maakt, ziet de inkomsten daaruit belast als een roerend inkomen tegen een tarief van 15 procent. Voorwaarde is dat het brutobedrag van de vergoeding beperkt blijft tot 57.720 euro per jaar (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2017).
Het inkomen wordt beschouwd als een beroepsinkomen als de auteursrechten worden gebruikt voor de uitoefening van een beroepswerkzaamheid. Het verschil met de belasting van een beroepsinkomen is enorm, want daarvoor geldt een progressief tarief met een maximum van 50 procent (plus de gemeentebelasting en de sociale bijdragen).
De auteur mag op de eerste schijf tot 15.660 euro tot 50 procent forfaitaire of bewezen kosten aftrekken, en tot 25 procent op de schijf tussen 15.660 en 31.320 euro. Dat betekent dat de belastingdruk op de eerste schijf beperkt blijft tot 7,5 procent. Wie een vergoeding van 10.000 euro uit auteursrechten krijgt, betaalt daarop een roerende voorheffing van slechts 750 euro.
Originele creatie
De vergoeding uit auteursrechten is fiscaal een van de interessantste bronnen van privé-inkomsten. Het is dus geen wonder dat adviseurs er als de kippen bij waren om het systeem te gebruiken voor de fiscale optimalisatie van heel wat beroepsgroepen en sectoren. Volgens de sp.a-politicus Peter Vanvelthoven groeide de aangifte van inkomsten uit auteursrechten van 28,75 miljoen euro in 2011 tot 180,29 miljoen euro voor het aanslagjaar 2016. Dat is een verzesvoudiging in vijf jaar.
Rulings geven zekerheid over de belasting van inkomsten uit auteursrechten.
Wie van dat voordeelregime gebruik wil maken, moet de fiscus wel overtuigen dat hij een deel van zijn inkomsten uit auteursrechten haalt. “In het verleden interpreteerde de fiscus dat vaak heel streng. Intussen is het toepassingsgebied wat ruimer geworden”, zegt Bert Mesdom van Sanders Accounting & Consulting. “Doorslaggevend is de originaliteit van het beschermde werk. Een standaardbrief zoals een aanmaning of een ingebrekestelling valt daar niet onder. Daarnaast moet het altijd om iets tastbaars gaan, zoals een tekening of een schets. Enkel een idee is niet voldoende.”
Of een werk voldoende origineel is, hangt af van geval tot geval. “Een presentatie waaruit een bepaalde visie blijkt, een complex juridisch advies of een fiscale optimalisatie die uitgewerkt is op papier, zijn voldoende origineel”, zegt Mesdom. “Maar ook in de retail zijn er voorbeelden. De uitbater van een schoenenwinkel die een eigen productlijn ontwikkelt en schoenen op basis van zijn originele schetsen extern laat produceren, kan gebruikmaken van het regime van de auteursrechten. Hij doet er wel verstandig aan de omzet van die productlijn apart te registreren, want enkel dat deel komt in aanmerking.”
Slappe koord
De volgende stap voor de belastingplichtige is de opdeling van zijn totale inkomsten in een vergoeding uit auteursrechten en een vergoeding uit normale beroepsprestaties. “Dat is balanceren op een slappe koord. Bij een fiscale controle kan dat aanleiding geven tot discussie”, weet Bert Mesdom. Om die onzekerheid weg te nemen, proberen bedrijven en sectoren een ruling af te sluiten met de fiscus.
Mesdom: “Er volgen vaak onderhandelingen, waarbij de belastingplichtige toegevingen moet doen in ruil voor zekerheid. Het is ontzettend belangrijk de onderhandelingen met een stevig dossier aan te vatten. Zo is sinds deze zomer voor zelfstandige journalisten een ruling van kracht waarin het percentage is vastgelegd op 50 procent. Zeker voor freelancejournalisten vind ik dat veel te weinig. Wat mij betreft, is in bepaalde gevallen zelfs een percentage van 100 procent verdedigbaar.”
Wie een vergoeding voor auteursrechten wil krijgen, moet een contract afsluiten met de opdrachtgever.
“Voor IT’ers, architecten en consultants wordt vaak een tarief tussen 4 en 12 procent gehanteerd. Bestaande rulings kunnen voor wat houvast zorgen, al moet elk dossier apart worden bekeken. Je hebt enkel volledige zekerheid als je voor je eigen dossier een ruling verkrijgt. Het is bijvoorbeeld niet onlogisch dat het percentage lager ligt voor een architect die een verkaveling met honderd dezelfde huizen tekent dan voor een collega die een architecturale parel als de Ghelamco Arena ontwerpt.”
De fiscus maakt vaak ook een onderscheid tussen de functies van personen. Een zaakvoerder van een architectenbureau mag bijvoorbeeld een hoger percentage hanteren dan een medewerker. De verklaring is logisch: hij doet vaak het echt creatieve werk. Het toekennen van een vergoeding voor auteursrechten aan creatieve medewerkers blijft wel een fiscaal interessant denkspoor dat deel kan uitmaken van de algemene loonstrategie van een bedrijf.
Schriftelijke overeenkomst
Wie een vergoeding voor auteursrechten wil krijgen, moet een contract afsluiten met de opdrachtgever. Hoewel het niet verplicht is, doet de auteur er goed aan een schriftelijke overeenkomst op te maken waarin de overdracht van de auteursrechten op het beschermde werk en de vergoeding expliciet staan vermeld. De opdrachtgever moet bij de betaling van de factuur de roerende voorheffing inhouden en die meteen doorstorten aan de fiscus. Bij de aangifte van de personenbelasting moet de auteur die inkomsten aangeven, maar de belasting is dus al voldaan.
Bert Mesdom heeft nog een belangrijke tip voor wie in de toekomst een vergoeding wil vragen voor de overdracht van auteursrechten. “Je kunt het beste niet raken aan het beroepsinkomen. Als de fiscus merkt dat je beroepsinkomsten omvormt tot auteursrechten, zal dat argwaan wekken. Het is raadzaam de auteursrechten als een extraatje boven op je beroepsinkomen uit te betalen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier