Boodschap voor zelfstandigen: doe de fiscus geen duizenden euro’s cadeau

Dimitri Dewever medewerker Trends

Zelfstandigen doen jaarlijks onbewust gemiddeld 5.800 euro cadeau aan de fiscus, blijkt uit een enquête van House of Finance bij ruim 500 ondernemers. Onwetendheid en tijdgebrek zijn de belangrijkste oorzaken.

Marc Gielis, een gecertificeerde belastingadviseur bij Fin-Q, probeert daar wat aan te doen. Hij geeft zeven fiscale optimalisatietips, vanuit zijn ervaringen met wat zelfstandigen vaak over het hoofd zien. “Veel ondernemers kennen het VVPR bis-dividend niet.”

1/ Kijk voor uw pensioenopbouw verder dan het VAPZ

“Het klassieke pensioensparen is bekend. Veel Belgen storten het maximum van 1.020 euro in ruil voor een fiscaal voordeel van 30 procent. Maar een pak minder ondernemers bouwt een aanvullend pensioen op via het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). Zij kunnen storten in persoonlijke naam of via hun vennootschap. Voor het gewone VAPZ mag een zelfstandige 8,17 procent van zijn netto belastbaar inkomen storten, tot een maximum van 3.965,77 euro. Dat bedrag geeft doorgaans een fiscale besparing én een besparing op de socialezekerheidsbijdragen, goed voor een totale korting van iets meer dan 60 procent. Er is ook een sociaal VAPZ waar de maxima nog iets hoger liggen (9,40% van het netto belastbaar inkomen, tot 4.562,82 euro).”

“Nog meer zelfstandigen horen het in Keulen donderen als het gaat over de individuele pensioentoezegging (IPT) voor wie een vennootschap heeft, of de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) voor eenmanszaken zonder vennootschap. Bij een IPT kan de vennootschap de premies aftrekken als beroepskosten, stortingen in een POZ zijn voor 30 procent fiscaal aftrekbaar. Dat is telkens op voorwaarde dat het opgebouwde pensioenkapitaal, uitgedrukt in jaarlijkse rente en het wettelijk pensioen inbegrepen, niet groter is dan 80 procent van de gemiddelde netto-beroepsinkomsten van de laatste drie jaar. Een makelaar kan helpen met die technische berekening.”

“En dan is er ook nog het langetermijnsparen, waarbij je via een levensverzekering een extra pensioenkapitaal kunt opbouwen, tot maximaal 2.450 euro. Ook daarmee verkrijg je een fiscaal voordeel van 30 procent. Tel al die zaken op en je komt aan een fiscale aftrek van enkele duizenden euro’s.”

2/ Overweeg een Winwinlening

“Met de Winwinlening van PMV moedigt de Vlaamse overheid mensen aan een achtergestelde lening te verstrekken aan kmo’s. Een particulier – en dus ook een zelfstandige – kan tot 75.000 euro lenen aan een Vlaamse kmo voor vijf tot tien jaar. De kredietgever krijgt een jaarlijks belastingkrediet van 2,5 procent op het openstaande kapitaal van de lening. Het krediet wordt verrekend met de verschuldigde personenbelasting: is er geen belasting te betalen, dan is het saldo terugbetaalbaar. Als de kredietnemer de lening niet kan terugbetalen, mag de kredietgever 30 procent van het verschuldigde bedrag terugvorderen via een eenmalig belastingkrediet. Uiteraard is er ook een opbrengst via de rentevoet: die bedraagt in 2024 minimaal 2,625 procent en maximaal 5,25 procent. Netto geeft dat een mooi rendement van meer dan 6 procent.”

3/ Bekijk ook de mogelijkheden van de taxshelter

“Particulieren kunnen een vermindering van 30 tot 45 procent in de personenbelasting krijgen als ze rechtstreeks nieuwe aandelen verwerven in een start-up, of onrechtstreeks in een beginnende onderneming investeren via een crowdfundingplatform. Die maatregel werd uitgebreid met de taxshelter voor scale-ups: dat zijn groeibedrijven van minstens vier jaar oud. Zowel in start-ups als in scale-ups kun je zo maximaal 100.000 euro per jaar investeren. Zo krijg je een belastingvermindering van maximaal 45.000 euro. Een bedrijfsleider kan daar niet van genieten voor zijn eigen vennootschap. Maar zijn of haar partner kan dat wél, op voorwaarde dat het om een startende vennootschap gaat en de partner daar geen bestuurder in is.”

4/ Haal belastingvrij geld uit uw vennootschap

“Het wordt ook vaak vergeten dat elke natuurlijke persoon-­aandeelhouder jaarlijks een dividenduitkering tot 800 euro fiscaal kan laten vrijstellen via de aangifte van de personenbelasting. De roerende voorheffing op dividenduitkeringen bedraagt maximaal 30 procent, dus dat is 240 euro belastingvermindering. Dat kan zelfs tweemaal: via de huwelijkspartner, binnen het stelsel van gemeenschap van goederen. Zélfs als die partner geen aandeelhouder is.”

5/ Betaal minder belastingen via VVPR bis

“Eveneens onbekend terrein voor veel zelfstandigen: het VVPR bis-systeem. Dat staat voor ‘verlaagde voorheffing / précompte reduite’ en biedt de mogelijkheid om bij dividenduitkeringen onder bepaalde voorwaarden de roerende voorheffing te verlagen van 30 naar 20 of zelfs 15 procent. Dat regime geldt alleen voor ‘kleine’ vennootschappen die dateren van na 1 juli 2013: die hebben samengevat een jaaromzet kleiner dan 9 miljoen euro en/of een balanstotaal van maximaal 4,5 miljoen euro en/of minder dan 50 werknemers – het gros van de Belgische vennootschappen dus. Die grenzen moeten geconsolideerd worden beoordeeld. De oprichting moet ook door een in­breng in geld gebeurd zijn. En op het moment dat de dividenden verleend worden volgens de VVPR bis-regeling, moeten de aandelen volstort zijn. In die gevallen geldt er 20 procent roerende voorheffing op dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng. En 15 procent voor dividenden verleend uit de winstverdeling van het derde en volgende boekjaar na dat van de inbreng.”

6/ Fiscaalgunstige DBI-fondsen

“Er bestaat ook een interessante oplossing die vennootschappen de kans biedt belastingvriendelijk te beleggen in aandelen: de DBI-bevek, wat staat voor ‘definitief belaste inkomsten’. Zowat alle banken bieden zo’n beleggingsfonds aan. De opbrengst van een DBI-bevek wordt voor het grootste gedeelte niet belast in de vennootschap. Let wel dat wanneer een vennootschap voor meer dan 50 procent van haar fiscale kapitaal, belaste reserves en herwaarderingsmeerwaarden in aandelen belegt, die niet geniet van het gunstige kmo-tarief. Een van de voorwaarden om daarvan te genieten (20% vennootschapsbelasting in plaats van 25% op de eerste 100.000 euro) is net dat er niet te veel in aandelen (dus ook niet in DBI-beveks) belegd mag worden.”

7/ Vergeet de rekening courant niet

“De rekening courant geeft de onderlinge schulden of vorderingen weer tussen de aandeelhouders-vennoten en de vennootschap. Als zaakvoerder of bestuurder kun je via die weg een lening verstrekken aan je eigen vennootschap – bijvoorbeeld voor de aankoop van een nieuwe bestelwagen. Daarbij leen je privégeld uit aan de vennootschap. Dat kan interessant zijn. Al zijn er twee voorwaarden: de aangerekende rente mag niet hoger zijn dan de marktrente, en het uitgeleende bedrag mag niet hoger zijn dan het eigen vermogen van de vennootschap. De vennootschap betaalt intresten op die lening, die in 2024 allicht tot 8 procent mag bedragen. Het is een fiscaalvriendelijke manier om geld uit een vennootschap te halen en naar het privévermogen over te brengen. De vennootschap kan die intrest aftrekken als kosten wanneer de vermelde grenzen gerespecteerd worden. Let wel: voor de ontvanger is die intrest een roerend inkomen waarop 30 procent roerende voorheffing geldt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content